Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 141217 heftucklepel valt van vorkenblad heftruck; Werkgever aansprakelijk

RBDHA 141217 heftrucklepel valt van vorkenblad heftruck; Werkgever aansprakelijk
- kosten verzocht en toegewezen 10.2 uur x € 235,00, + 6% + 21%


De feiten

2.1.
Op 7 oktober 2013 heeft een ongeval plaatsgevonden waarbij [verzoeker] letsel heeft opgelopen.

2.2.
[verzoeker] was op de dag van het ongeval in dienst bij Alumat in de functie van [functie] op de plaatafdeling. Hij had die dag opdracht gekregen met behulp van een vorkheftruck een stapel platen te verplaatsen in de fabriekshal. Daarvoor moesten de lepels, die ieder tussen de 100 en 125 kg wegen, van de vorkheftruck handmatig in een bredere stand gezet worden. Bij die handeling is één van lepels op de linkervoet van [verzoeker] gevallen. Naast lichamelijk letsel heeft [verzoeker] psychische klachten ontwikkeld.

2.3.
In het Boeterapport van de Inspectie SZW gedagtekend op 8 juli 2016 staat, voor zover relevant, het volgende:

Korte omschrijving Het vorkenblad van de vorkheftruck, een arbeidsmiddel, was niet voorzien van de overtreding vereiste borgingen, en werd daardoor niet zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoals getroffen worden door een onderdeel van het arbeidsmiddel, zoveel mogelijk was voorkomen.

2.4.
Alumat heeft de aansprakelijkheid afgewezen.


Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoekt bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w-1019cc Rv, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat Alumat aansprakelijk is voor alle door [verzoeker] geleden en nog te lijden materiele en immateriele schade in verband met het hem overkomen ongeval, met begroting van en veroordeling van Alumat in de kosten van € 3.074,39 nog te vermeerderen met het griffierecht.

3.2.
[verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat Alumat tekort geschoten is in de op haar rustende zorgplicht ex artikel 7:658 BW door een onveilig arbeidsmiddel ter beschikking te stellen voor de door [verzoeker] te verrichten werkzaamheden.

3.3.
Alumat heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover relevant, wordt daarop hierna nader ingegaan.


De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat een werkgever ervoor moet zorgdragen dat het gebruik van een arbeidsmiddel, in casu een vorkheftruck, geen gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van een werknemer en dat de werkgever verantwoordelijk is voor de (technische) veiligheid van het arbeidsmiddel. Daarnaast beoogt artikel 7:658 BW geen absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen. Welke (veiligheids)maatregelen van de werkgever mogen worden verlangd hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij als uitgangspunt geldt dat de werkgever rekening moet houden met het ervaringsfeit dat werknemers niet altijd de noodzakelijke voorzichtigheid zullen betrachten

4.2.
Dat het ongeval zich heeft kunnen verwezenlijken doordat het vorkenbord waarvan de stalen lepel op de linkervoet van [verzoeker] is gevallen niet was voorzien van de vereiste borgingen, wordt als zodanig niet door Alumat bestreden. Het is de verantwoordelijkheid van Alumat deze borgingen op de juiste manier aan het vorkenbord de vorkheftruck te (laten) bevestigen zodat het een veilig arbeidsmiddel is. Het verweer van Alumat dat zij bezwaar heeft gemaakt tegen het boeterapport van de Inspectie SZW en haar vorkheftrucks regelmatig (technisch) gekeurd worden, kan Alumat niet baten omdat dit haar niet ontslaat van haar verantwoordelijkheid jegens [verzoeker] als werknemer om een veilig arbeidsmiddel ter beschikking te stellen. Door het ontbreken van die borging was het arbeidsmiddel immers onveilig. Alumat kan zich ook niet met succes beroepen op het feit dat zij de vorkheftruck in bruikleen had van een professionele partij die had toegezegd voor aflevering aan Alumat de vorkheftruck te controleren of het voldeed aan alle eisen. In de verhouding tot [verzoeker] heeft die partij te gelden als een hulppersoon van Alumat en is Alumat voor de fouten van haar contractuele wederpartij aansprakelijk.

4.3.
Dat, zoals Alumat suggereert, door visuele controle eenvoudig was vast te stellen dat de borging ontbrak en dat een ervaren kracht als [verzoeker] zelf in staat is de veiligheidsrisico’s te signaleren, kan Alumat evenmin baten. Naar vaste rechtspraak ontslaat de ervarenheid van [verzoeker] Alumat niet van haar verantwoordelijkheid, terwijl voorts is gebleken dat er ten tijde van het ongeval geen veiligheidsnormen waren die erop zagen het ontbreken van de borging tijdig te signaleren.

4.4.
Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek wordt toegewezen.

Kosten deelgeschil

4.5.
[verzoeker] heeft verzocht de kosten te begroten op € 3.074,39 waarbij is uitgegaan van ruim 10.2 uur tegen een uurtarief van € 235,00, inclusief 6% kantoorkosten en 21% btw. Dit bedrag dient nog vermeerderd te worden met het betaalde griffierecht van € 78,00.

4.6.
Alumat heeft geen bezwaar gemaakt tegen het aantal uren dan wel het uurtarief. Gezien de aard van de zaak komt de aan de zaak bestede tijd en het gehanteerde uurtarief de kantonrechter redelijk voor. De kantonrechter zal de kosten dan ook zoals verzocht begroten op € 3.152,39 (voormeld bedrag van € 3.074,39 vermeerderd met het betaalde griffierecht van € 78,00). Aangezien het verzoek is toegewezen, komen de kosten van dit deelgeschil voor vergoeding in aanmerking. ECLI:NL:RBDHA:2017:16709