Rb Overijssel 021013 gelasting deskundigenonderzoek VA mbt belastbaarheid, vraagstelling VA
- Meer over dit onderwerp:
Rb Overijssel 021013 gelasting deskundigenonderzoek VA mbt belastbaarheid, vraagstelling VA
10. Aan de deskundige wordt met betrekking tot de rapportage de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd:
(l) Kunt u, waar het mevrouw X. betreft, eiseres in de onderhavige zaak, een beperkingenprofiel opstellen aan de hand van de beschikbare medische rapporten en wel door voornamelijk gebruik te maken van de rapporten van de deskundigen dr. P.H.J.M. Elsenburg (neurochirurg), drs. J.H. Postma (orthopedisch chirurg) en prof. R.J. van den Bosch (psychiater) en met gebruikmaking van de medische functiernogelijkhedenlijst, de zogenoemde Functionele Mogelijkheden Lijst.
De rechtbank geeft u uitdrukkelijk de bevoegdheid om hetzij bij partijen, hetzij uit andere bron(nen) inlichtingen in te winnen, zo u die nodig acht om uw taak naar behoren uit te voeren. Daaronder is nadrukkelijk begrepen de bevoegdheid om mevrouw X. zelf te onderzoeken, ingeval u dat voor uw onderzoek noodzakelijk acht.
In alle gevallen geldt dat u in uw rapportage de inhoud van de inlichtingen, waaronder uw (mogelijke) onderzoeksresultaten, vermeldt.
(2) Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
11. Met betrekking tot het "disclosure statement" worden aan de deskundige de volgende vragen voorgelegd:
1. Persoonlijke gegevens.
a. Waar bent u werkzaam? (indien u bij meerdere organisaties werkzaam bent, gaarne alle noemen)
b. Heeft u aan uw beroep gerelateerde nevenfuncties en zo ja, welke?
c. Wat kwalificeert u voor het uitbrengen van een expertiserapport in de onderhavige zaak? (Te noemen zijn met name opleiding en professionele ervaring.)
d. Heeft u in het verleden reeds als expertiserend deskundige opgetreden en zo ja, hoe vaak en in wiens opdracht? (Met "in wiens opdracht" wordt bedoeld: in opdracht van de eisende partij, van de aangesproken partij of van de rechter; het is uiteraard niet nodig namen te noemen.)
2. Medisch wetenschappelijke opvattingen.
a. Bestaan er over het onderwerp van de expertise medisch-wetenschappelijk uiteenlopende opvattingen?
Indien uw antwoord op vraag 2a bevestigend luidt:
b. Kunt u in hoofdlijnen uiteenzetten in welk opzicht de meningen uiteenlopen (voor zover mogelijk met verwijzing naar literatuur)?
c. Welke is uw eigen opvatting?
d. Kunt u aangeven of een deskundige met een andere opvatting in het onderhavige geval tot een ander oordeel was gekomen dan waartoe u komt?
e. Als inderdaad een deskundige met een andere opvatting in het onderhavige geval tot een ander oordeel was gekomen: kunt u aangeven wat dat oordeel zou zijn geweest?
3. Wilt u de antwoorden op de hiervoor geformuleerde vragen voegen bij uw rapportage.
Met dank aan mr. M.J.E.C. Camps, Camps Advocatuur, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2013/rb-overijssel-021013