Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Alkmaar 291210

(ook gepubliceerd onder LJN BP3091)

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
Ijs
zaaknummer / rolnummer: 119974/ HA ZA 10-474
Vonnis van 29 december 2010 (bij vervroeging)
in de zaak van
de maatschap BERNTSEN MULDER ADVOCATEN,
gevestigd te Alphen aan den Rijn..
eiseres bij dagvaarding van 10 mei 2010,
advocaat mr. KJ. Nijman te Alphen aan den Rijn,
tegen
naamloze vennootschap
N.V. NOORDHOLLANDSCHE VAN 1816
ALGEMENE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ,
gevestigd te Oudkarspel,
gedaagde,
advocaat mr. J. van Rhijn te Alkmaar.
Partijen zullen hierna Berntsen Mulder Advocaten en Noordhollandsche genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 juli 20 I0
- de door Berntsen Mulder Advocaten ingediende producties 20, 21 en 22
- het proces-verbaal van comparitie van 10 december 2010.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten
2.1. Op 3 augustus 2002 is H. van den Broek (hierna: het slachtoffer) een ongeval overkomen. Als fietser werd hij aangereden door een auto, waarbij hij ernstig letsel heeft opgelopen: hersenletsel, een miltruptuur, een gebroken sleutelbeen en een zenuwbeschadiging aan de linkerarm.
2.2. Ter behartiging van zijn belangen heeft het slachtoffer zich gewend tot Bemtsen Mulder Advocaten. Berntsen Mulder Advocaten heeft de WAM-verzekeraar van de auto - Noordhollandsche - aansprakelijk gesteld.

2.3. Noordhollandsche heeft de aansprakelijkheid betwist. Nadat deze in gerechtelijke procedures was vastgesteld, heeft Noordhollandsche in totaal € 30.000,- uitgekeerd als voorschot onder algemene titel. Daarnaast heeft Noordhollandsche ten titel van buitengerechtelijke kosten in totaal € 12.250,- voldaan aan Berntsen Mulder Advocaten.

2.4. Berntsen Mulder Advocaten heeft aan het slachtoffer voor verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden in totaal € 27.882,15 in rekening gebracht. Bij cessieakte van 3 januari 2003 heeft het slachtoffer zijn bestaande en toekomstige aanspraken aan Berntsen Mulder Advocaten gecedeerd.

3. Het geschil
3.1. Berntsen MuIder Advocaten heeft haar vordering ter zitting van 10 december 2010 verminderd. Uiteindelijk vordert zij - samengevat - veroordeling van Noordhollandsche tot betaling van € 14.516,15, vermeerderd met wettelijke rente en kosten.
Berntsen Mulder Advocaten heeft buitengerechtelijke werkzaamheden verricht voor het slachtoffer. Noordhollandsche is de WAM-verzekeraar van de (bestuurder van de) personenauto, die het ongeval had veroorzaakt. Noordhollandsche weigert echter alle door Berntsen Mulder Advocaten gemaakte kosten te vergoeden, zodat Berntsen Mulder Advocaten genoodzaakt is deze kosten in een gerechtelijke procedure te vorderen.
3.2. Noordhollandsche voert verweer; er zijn teveel uren in rekening gebracht door Berntsen Mulder Advocaten. Bovendien is het gehanteerde tarief te hoog. De oorspronkelijke betwisting van het vorderingsrecht van Berntsen Mulder Advocaten heeft Noordhollandsche ter zitting ingetrokken.

3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling
Aantal in rekening gebrachte uren
4.1. Noordhollandsche heeft in het buitengerechtelijke traject gemotiveerd bezwaar gemaakt tegen het aantal in rekening gebrachte uren. Noordhollandsche stelt zich op het standpunt dat de in rekening gebrachte uren niet overzichtelijk zijn opgesteld, dat ook uren uit tussen partijen gevoerde gerechtelijke procedures zijn opgevoerd en dat er teveel uren in
rekening worden gebracht voor de overige werkzaamheden. Noordhollandsche achtte het redelijk om tot en met mei 2008 in totaal 45 uren te vergoeden.
4.2. Berntsen Mulder Advocaten heeft de zes declaraties in het geding gebracht die zij aan haar cliënt heeft verzonden en waarvan zij nu vergoeding door Noordhollandsche vordert. In totaal worden 123,5 uur aan de cliënt van Berntsen Mulder Advocaten in rekening gebracht, waarvan 28,3 uur administratieve werkzaamheden ad € 15,- per uur. De overige 95,2 uren worden tegen een advocatentarief berekend.
4.3. De rechtbank is met Noordhollandsche van oordeel dat deze declaraties inderdaad niet erg inzichtelijk zijn. Zo worden er op de declaratie van Berntsen Mulder Advocaten van 27-9-2004 uren over 2002 en 2003 berekend, terwijl de declaratie van enkele weken later (4-11-2004) kosten in 2003 en 2004 vermeldt. De declaratie van 30-12-2005 vermeldt kosten uit 2002,2003 en 2004 en die van 14-11-2006 kosten uit 2004,2005 en 2006.
Daar staat tegenover dat Berntsen Mulder Advocaten (als productie 6 bij dagvaarding) een totaal-overzicht van alle verrichte werkzaamheden in dit dossier in het geding heeft gebracht. Deze verrichtingen zijn chronologisch weergegeven, met de persoon die ze verrichtte en het in rekening te brengen bedrag. In totaal gaat het daar om 94 uur en 10 minuten (inclusief een vermindering van 3 uur en 50 minuten, aangezien dat uren betrof die op het opstellen van een processtuk betrekking hadden). Ter zitting is het aantal nog met 2,5 uur naar beneden bijgesteld door Berntsen Mulder Advocaten, omdat er op de lijst nog 2,5 uur werden vermeld (september 2003) die geen buitengerechtelijke werkzaamheden betroffen.
Berntsen Mulder Advocaten heeft tevens, op verzoek van Noordhollandsche, het volledige dossier in het geding gebracht, opdat Noordhollandsche zich kon verdiepen in de tijdsbesteding en het kon controleren op aanvaardbaarheid. Uit het dossier blijkt dat er 280 brieven zijn geschreven of ontvangen en gelezen en dat er in totaal 325 handelingen zijn verricht, waarvan de communicatie met de cliënt van Berntsen Mulder Advocaten meer dan een derde van de tijd besloeg.

4.4. Uiteraard dient een belangenbehartiger van een slachtoffer ook in het geval de aansprakelijkheid door een verzekeraar van de wederpartij is erkend of deze aansprakelijkheid is vastgesteld, de nodige terughoudendheid te betrachten bij het maken van kosten. Het is natuurlijk niet zo dat er niet meer kritisch naar het maken van kosten hoeft te worden gekeken, omdat er toch wel zal worden betaald. Het is echter in de onderhavige procedure aan Noordhollandsche om aan te geven welke kosten niet in redelijkheid gemaakt zijn.
Weliswaar heeft Noordhollandsche - na bestudering van dit dossier - ter zitting gewezen op enige brieven, waarvan zij de in rekening gebrachte minuten aan de hoge kant vindt, maar daar staat weer tegenover dat Bemtsen Mulder Advocaten heeft aangetoond dat ook enige wel verrichte werkzaamheden in het geheel niet in rekening zijn gebracht.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat Berntsen Mulder Advocaten haar vordering voldoende heeft onderbouwd en Noordhollandsche onvoldoende gemotiveerd betwist heeft aangegeven, van welke werkzaamheden het niet redelijk was om ze te verrichten.

Hoogte van het in rekening gebrachte tarief
4.5. Noordhollandsche heeft Berntsen Mulder Advocaten verzocht om duidelijk te maken hoe het gehanteerde tarief is opgebouwd. Berntsen Mulder Advocaten heeft daarop gereageerd door te stellen dat zij marktconforme tarieven hanteert.
4.6. Noordhollandsche dient zich te realiseren dat zij door haar eigen opstelling tegenover de wederpartij, die wederpartij noodzaakt tot het inroepen van professionele rechtsbijstand. Zo heeft Noordhollandsche allereerst de aansprakelijkheid van haar verzekerde betwist. Dat heeft geleid tot een gerechtelijke procedure bij de rechtbank Zutphen, waarbij Noordhollandsche bij vonnis van 30 juni 2004 in het ongelijk is gesteld. In het tegen dat vonnis door Noordhollandsche ingestelde hoger beroep heeft het gerechtshof Arnhem bij arrest van 20 februari 2007 het vonnis bekrachtigd.
Noordhollandsche heeft ook niet betwist dat zij over bijna alle schadeposten van het slachtoffer met Berntsen Mulder Advocaten heeft gediscussieerd.
Onder deze omstandigheden is het redelijk dat het slachtoffer een in letselschade gespecialiseerde advocaat inhuurt, die een specialistentarief hanteert.
4.7. De vraag waarom het als normaal wordt ervaren dat het tarief van een advocaat drie- tot viermaal zo hoog is als dat van bijvoorbeeld een loodgieter, zal de rechtbank in deze procedure niet beantwoorden. De vraag is slechts of het door Berntsen Mulder Advocaten in reken ing gebrachte tarief marktconform is. De rechtbank acht in dit geval een tarief van maximaal € 250,- exclusief 5% kantoorkosten en 19% btw redelijk, gelet op de tarieven in de markt, het belang van de zaak en de ingewikkeldheid van de materie. In deze beoordeling heeft de rechtbank meegewogen dat het door Berntsen Mulder Advocaten overgelegde dossier ook diverse schriftelijke berichten bevat, waarvan niet onmiddellijk duidelijk is ofhet noodzakelijk was dat er 10 minuten advocatentijd aan besteed werd.
4.8. Het voorgaande houdt in dat het niet redelijk is om de laatste twee nota's geheel te vergoeden. Het declaratiebedrag van de nota van 7 april 2009 zal worden verminderd met 3 uren x € 20,- x 5% x 19% is in totaal € 74,97.
Het declaratiebedrag van de nota van 11 november 2009 zal worden verminderd met 6,16 uren x € 20,- x 5% x 19% is in totaal € 153,94.
4.9. Voor het overige is de verminderde vordering toewijsbaar, als vergoeding voor de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
Proceskosten
4.10. Noordhollandsche zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Berntsen Mulder Advocaten worden begroot op:
- dagvaarding € 78,89
- vast recht (berekend over het toe te wijzen bedrag) 315,-
- salaris advocaat 452- (2=punten x tarief € 452,00)
Totaal ____ € 1.297,89


5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Noordhollandsche om aan Berntsen Mulder Advocaten te betalen een bedrag van € 14.287,24 ( veertienduizend tweehonderdzevenentachtig euro en vierentwintig cent ), vermeerderd met de wettelijke rente:
- over € 1.634,- vanaf 14-12-2006
- over € 10.706,95 vanaf 7-5-2009 en
- over € 1.946,29 vanaf 11-12-2009
tot dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Noordho\landsche in de proceskosten, aan de zijde van Berntsen Mulder Advocaten tot op heden begroot op € 1.297,89,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 29 december 2010.