Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Breda 180511

RECHTBANK BREDA
team kanton Breda

zaak/rolnr.: 636747 CV EXPL 10-9833
vonnis d.d. 18 mei 2011
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
X B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch en kantoorhoudende te Vught,
eiseres,
gemachtigde: mr. RJJ.M. X te Vught,
tegen:
de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam, Spakierweg 4,
gedaagde,
gemachtigde: K.P. van Zwieten, werkzaam ten kantore van Delta Lloyd
Schadeverzekeringen N.V., te Amsterdam.
Partijen worden hierna ook aangeduid als X en Delta.
1. Het verdere verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 5 januari 2011 en de daarin genoemde stukken;
- het verhandelde ter zitting van 7 februari 2011 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde
stukken;
- de akte van X met producties;
- de antwoordakte van Delta met producties;
- de brief van X van 12 april 20 II waarin hij afziet van een antwoordakte en vonnis
vraagt.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.

2.1 X vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Delta te veroordelen tot betaling van € 2.346,38, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede een bedrag van € 351 ,96 aan buitengerechtelijk incassokosten met veroordeling van Delta in de proceskosten.
2.2 Delta voert verweer.

3. De verdere beoordeling

3.1 De kantonrechter stelt op grond van hetgeen door partijen in deze procedure naar voren is gebracht de volgende feiten vast:
- op 27 november 2008 is mevrouw R. een verkeersongeval overkomen, waarbij zij letsel heeft opgelopen;
- als bestuurder van een auto is mevrouw R. aangereden door een andere auto die haar geen voorrang verleende;
- Delta is de WAM-verzekeraar van de andere auto en heeft meteen aansprakelijkheid erkend en contact opgenomen met mevrouw R. om haar schade te vergoeden;
- voor de vaststelling van de autoschade heeft Delta een technisch expert ingeschakeld die de schade aan de auto van mevrouw R. heeft vastgesteld op € 1.750,00 op basis van totaal verlies;
- met betrekking tot de letselschade heeft Delta een eigen schaderegelaar ingeschakeld en heeft zij informatie ingewonnen over de medische situatie;
- Delta heeft de voorlopige materiële schade vastgesteld op € 1.682,00 maar heeft een voorschot betaald van € 2.000,--;
- ter behartiging van haar belangen heeft mevrouw R. zich op enig moment gewend tot X.
- X heeft vervolgens zich tot Delta gewend en naast het bedrag van € 2.000,00 aan materiële schade tevens een bedrag van € 1.500,-- aan immateriële schade en een bedrag van € 4.346,38 aan buitengerechtelijk kosten gevorderd;
- Delta heeft een bedrag van € 1.500,-- aan immateriële schadevergoeding en een bedrag van € 2.000,00 aan buitengerechtelijk kosten aan X voldaan;
- een bedrag van € 2.346,38 aan buitengerechtelijke incassokosten is onbetaald gebleven door Delta.
- mevrouw R. heeft X gemachtigd de buitengerechtelijke kosten te declareren bij Delta.

3.2 X legt aan haar vordering ten grondslag dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht voor mevrouw R.. Delta is de verzekeraar van de (bestuurder van de) personenauto, die het ongeval had veroorzaakt. Delta weigert echter een gedeelte van de door X ten behoeve van mevrouw R. gemaakte buitengerechtelijke incassokosten te vergoeden, zodat X genoodzaakt is deze kosten in een gerechtelijke procedure te vorderen.
3.3 Delta voert verweer inhoudende dat er een wanverhouding bestaat tussen de kosten en de schade, de aard en omvang van de schade en de duur van de schaderegeling. Delta maakt voorts bezwaar tegen de aard van de werkzaamheden en voert bovendien aan dat het gehanteerde tarief te hoog is. De oorspronkelijke betwisting van het vorderingsrecht van
X heeft Delta ter zitting ingetrokken.
3.4 De kantonrechter overweegt met betrekking tot de verhouding tussen de gevorderde kosten en de uitgekeerde schade dat in de gestelde omstandigheden het enkele feit dat voor het verhalen van schade meer kosten worden gemaakt dan het bedrag van de uitgekeerde schade niet maakt dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. In
letselschadezaken als de onderhavige is het gebruikelijk dat onderzoek dient te worden gedaan naar de aard en omvang van de klachten. Met name indien er sprake zou kunnen zijn van blijvende beperkingen zal dit onderzoek een langere periode kunnen beslaan en meer kunnen gaan kosten. Ingeval er blijvende beperkingen zijn zal de schade vaak hoger uitvallen
waardoor de verhouding tot de gemaakte kosten meer in balans zal zijn. Dit maakt echter niet zonder meer dat ingeval er geen blijvende beperkingen zijn waardoor de schade beperkt blijft de verhaalskosten niet worden vergoed. In het onderhavige geval heeft X aannemelijk gemaakt dat gedurende lange periode onduidelijk was welke klachten mevrouw R. ondervond van het ongeval en in welke mate, en dat er dus nog geen zogeheten medische eindtoestand was. Eerst na een langere periode en aanvullend medisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen blijvende beperkingen waren met als gevolg dat de te vergoeden schade gering bleef.
3.5 Met betrekking tot de aard en omvang van de schade en de duur van de schaderegeling dient vooropgesteld te worden dat een belangenbehartiger van een slachtoffer ook in het geval de aansprakelijkheid door een verzekeraar van de wederpartij is erkend of deze aansprakelijkheid is vastgesteld, de nodige terughoudendheid dient te betrachten bij het
maken van kosten. Het is natuurlijk niet zo dat er niet meer kritisch naar het maken van kosten hoeft te worden gekeken, omdat er toch wel zal worden betaald. Het is echter in de onderhavige procedure aan Delta om aan te geven welke kosten niet in redelijkheid gemaakt zijn. Delta is hier volgens de kantonrechter niet in geslaagd. Het staat een slachtoffer immers
vrij om al dan niet te besluiten om een specialist in te schakelen om nader onderzoek te doen naar de schade. Ook indien zij wellicht in eerste instantie heeft aangegeven dit traject niet in te willen gaan. In het onderhavige geval heeft mevrouw R. kennelijk naar aanleiding van het aanhouden van haar klachten toch besloten om te onderzoeken wat de eventuele gevolgen
zouden kunnen zijn in het bijzonder voor haar werk als yoga-docente. De in het kader van dit onderzoek door X verrichtte werkzaamheden, onder meer inhoudende een huisbezoek en het aanschrijven van twee fysiotherapeuten, acht de kantonrechter in het gegeven omstandigheden niet overmatig of anderszins onredelijk.
3.6 Met betrekking tot de aard van de werkzaamheden overweegt de kantonrechter als volgt. X heeft, op verzoek van Delta, het volledige dossier in het geding gebracht, opdat Delta zich kon verdiepen in de tijdsbesteding en het kon controleren op aanvaardbaarheid. Uit het de declaraties blijkt dat meer dan 50 brieven en/of e-rnails zijn geschreven of ontvangen en gelezen en dat er in totaal circa 100 handelingen zijn verricht, waarvan de communicatie met
de cliënt van X meer dan twee derde van de tijd besloeg. Met Delta is de kantonrechter van oordeel dat niet alle gedeclareerde werkzaamheden zijn te herleiden tot het toegezonden schadedossier. Ten aanzien van de cliëntcontacten zijn van de 42 gedeclareerde schriftelijke contacten slechts 28 contacten herleidbaar tot inhoudelijke brieven, niet zijnde blanco cc- brieven, in het dossier. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding om het gedeclareerde uren met 1,4 (14 x 6 minuten) declareerde uren te verminderen. Met betrekking tot de contacten met Delta zijn van de 18 gedeclareerde schriftelijke contacten slechts 12 herleidbaar tot het dossier zodat de declaraties derhalve met 6 x 6 minuten zullen worden verminderd. Het verweer van Delta dat er beperkt overleg en nauwelijks discussie met haar is geweest wordt verworpen. Discussie was immers niet althans beperkt noodzakelijk gelet op de erkenning van aansprakelijkheid en de werkzaamheden besloegen zoals hiervoor omschreven met name het onderzoek naar de aard en de omvang van de klachten en dus niet zozeer de communicatie met Delta. Voor het overige is de kantonrechter van oordeel dat X haar vordering voldoende heeft onderbouwd en Delta onvoldoende gemotiveerd betwist heeft aangegeven, van welke werkzaamheden het niet redelijk was om ze te verrichten.
Werkzaamheden inhoudende dossierstudie, het opmaken van declaraties en het inwinnen van medisch advies zijn inherent aan letselschadezaken als de onderhavige en komen de

kantonrechter niet overmatig of anderszins onredelijk voor. Het vorenstaande houdt in dat het totaal gedeclareerde uren met 2 uur zal worden verminderd.
3.7 Met betrekking tot de hoogte van het gehanteerde tarief is de kantonrechter van oordeel dat het mede gelet op de opstelling van verzekeraars in letselschade zaken in het algemeen redelijk is dat een slachtoffer in een letselschadezaak een in letselschade gespecialiseerde advocaat inhuurt, die een specialisten tarief hanteert. De vraag is vervolgens of het door
X in rekening gebrachte tarief marktconform is. De rechtbank acht in dit geval een tarief van maximaal euro 250,- exclusief 6% kantoorkosten en 19% btw redelijk, gelet op de tarieven in de markt, het belang van de zaak en de ingewikkeldheid van de materie.
3.8 Het voorgaande houdt in dat het niet redelijk is om het volledige bedrag aan kosten te vergoeden. Het declaratiebedrag van de nota's van 2010 dient met een bedrag van € 25,00 per gedeclareerd uur te worden verminderd, in totaal met € 122,50. Voor het overige is de hoofdsom van X na aftrek van voornoemde 2 declaratie-uren toewijsbaar als vergoeding voor de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid zodat een bedrag
van € 1.723,88 voor toewijzing gereed ligt.
3.9 Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten overweegt de kantonrechter het volgende. X heeft een bedrag van € 351,96 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten dient te worden gesteld en onderbouwd op grond waarvan deze verschuldigd zijn en voorts dat genoemde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Daarbij hanteert de kantonrechter conform het rapport Voorwerk II het uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze
samenstellen van het dossier.
3.10 X heeft ter onderbouwing van de gestelde buitengerechtelijke incassokosten nagelaten sommatiebrieven over te leggen en een opsomming te geven van welke werkzaamheden het betreft. Daarmee is niet althans onvoldoende gesteld en onderbouwd dat daadwerkelijk verdergaande buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt dan verrichtingen als hiervoor omschreven. De kosten waarvan X vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten, reden waarom de
kantonrechter dit onderdeel van de vordering zal afwijzen.
3.1 I Delta zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure bestaande uit € 73,89 aan dagvaardingskosten en € 280,-- aan vastrecht. Het gemachtigdensalaris wordt afgewezen aangezien de gemachtigde en zijn partij met elkaar kunnen worden vereenzelvigd.
4. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Delta om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan X te betalen een bedrag van € 1.723,88 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt Delta in de kosten van dit geding, aan de zijde van X tot op heden begroot op € 353,89;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;


Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. de Kroon en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 18 mei 2011.

met dank aan mr. X voor het inzenden van deze uitspraak.