Rb Overijssel 280813
- Meer over dit onderwerp:
Rb Overijssel 280813
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2013/rb-overijssel-280813
vonnis
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : C/08/ 110858 HA ZA 10-429
Datum : 28 augustus 2013
Vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
X,
wonende te Enschede,
eiseres.
hierna te noemen X,
advocaat: mr. M.J.E.C. Camps te Enschede,
tegen
Y,
wonende te Enschede.
gedaagde,
hierna te noemen Y,
advocaat: mr. A.J. Morsink te Enschede.
I. Het procesverloop
Deze blijkt uit:
het tussenvonnis van 16 januari 1013:
het deskundigenbericht gedateerd 29 april 2013;
de conclusie na deskundigenbericht van 15 mei 2013. aan de zijde van X;
de conclusie na deskundigenbericht vaan 12 juni 1013. aan de zijde van Y.
Vervolgens hebben partijen stukken gefourneerd en vonnis gevraagd.
2. De verdere beoordeling
2.1 Bij tussenvonnis van 16 januari 2013 is de heer R. Rowel, tandarts. gevestigd aan de De Hilde 82 (8102 KJ) te Raalte, tot deskundige benoemd en is hem opgedragen de in dat vonnis geformuleerde vragen te beantwoorden.
2.2 De deskundige heeft in zijn rapportage, op de door de rechtbank gestelde vragen (hieronder cursief weergegeven), het navolgende geantwoord:
"[...]
1. Heeft X als gevolg van de mishandeling op 31 maart 2007 naast de door de kaakchirurg behandelde fracturen, ook schade opgelopen aan elementen in de boven en/of onderkaak?
Er zijn 4 semi-permanente porselein kronen gemaakt in de 4 voortanden en na korte tijd zijn er een aantal kiezen verloren gegaan met name links boven door 26 en 27 en de laatste kies rechts boven (17).
Dat laatste is waarschijnlijk ontstaan doordat boven- en onderkaak tegen elkaar geslagen zijn, de dubbele kaakbreuk, waardoor er een onjuiste positie van de boven kiezen ten opzichte van de onderkiezen is ontstaan (gestoorde occlusie).
Dit wordt bevestigd in de brief van de kaakchirurg van 4 juni 2007 en is te zien op de eerste OPT van de kaakchirurg. Tevens is door mevrouw X aan mij verteld dat ze behalve de kaakbreuken ook een aantal tanden had die los stonden (met een gedeelte van het kaakbot links boven), haar ondertanden in zijn geheel verder naar achteren stonden en er veel stukken van tanden en kiezen af waren.
Door de kaakoperatie is de kaak voor het grootste deel hersteld, maar dat kan toch al tot onherstelbare schade geleid hebben aan de tanden en kiezen. Met name de afgebroken delen van de kiezen en die van de voortanden zijn daardoor natuurlijk niet hersteld.
De eerste grote kies links boven (26) is al in juni 2007 behandeld, maar dat heeft kennelijk niet kunnen voorkomen dat die, de daarnaast liggende grote kies (27) en de laatste kies aan de rechter kant (17) in 2008 alsnog verloren zijn gegaan
2. Zo ja, waaruit bestaat die schade?
Zie vraag 1.
3. In hoeverre is de schade reeds hersteld? Is dat eventueel reeds uitgevoerde herstel afdoende?
Gedeeltelijk is de schade semi-temporair (tijdelijk) hersteld met porseleinen kronen op de 4 voortanden, en zijn een tweetal kiezen links boven en één rechts getrokken.
Neen, zie vraag 4.
4. Indien herstel nog niet afdoende heeft plaatsgevonden, op welke wijze dient de schade dan (verder) hersteld te worden?
De kronen moeten definitief geplaatst worden om een langdurig behoud mogelijk te maken.
De getrokken kiezen zullen vervangen moeten worden door een brug (zoals voorgesteld door tandarts van Bockel), of door middel van een uitneembare voorziening zoals een frameprothese, die echter minder zal functioneren als een brug, zowel esthetisch als wat betreft kauwvermogen.
5. Als verdere behandeling noodzakelijk is, kunt u dan aangeven waaruit die behandeling dient te bestaan en welke kosten daarvoor redelijkerwijs gemaakt moeten worden?
Zie bij vraag 4.
6. Zijn de behandelingen zoals door tandarts Van Bockel eerder voorgesteld redelijkerwijs noodzakelijk of kan, naar de algemeen aanvaardbare maatstaven binnen de tandheelkunde, volstaan worden met een andere, minder ingrijpende enlof minder kostbare behandeling?
De voorgestelde behandeling is van het tandheelkundig standpunt de aangewezen behandeling. de alternatieven zouden vooral vanuit financiële overwegingen gekozen worden, maar ten aanzien van functioneren inferieur zijn.
2.6 Resumerend, onder verwijzing naar en handhaving van hetgeen ook reeds bij tussenvonnissen van 15 augustus 2012 en 16 januari 2013 is overwogen, wordt Y veroordeeld tot betaling van de navolgende schade aan X:
€ 3.591,70 (ter zake van diverse schadeposten, waaronder eenjaar inkomensverlies, genoemd in randnummer 4.2.2 van het vonnis van 15 augustus 2012),
€ 5.000,00 (ter zake van smartengeld, hoofdstuk 2, eerste alinea, vonnis 16 januari 2013),
€ 787,19 (inclusief BTW, ter zake kosten van het rekenbureau, 2e alinea, pagina 9 vonnis 15 augustus 2012),
€ 4.232,20 (ter zake schade gebit, vonnis heden)
In totaal wordt derhalve een bedrag van € 13.611,09 ter zake van schadevergoeding toegewezen.
2.7 Thans dienen de vorderingen ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten nog beoordeeld te worden.
2.7.1 De vordering ter zake van buitengerechtelijke incassokosten zal, nu voldoende onderbouwd is gesteld dat deze kosten gemaakt zijn en X deze kosten ook in redelijkheid heeft kunnen maken, overeenkomstig rapport Voorwerk II worden toegewezen tot een bedrag van € 952,- inclusief BTW.
2.7.2 De wettelijke rente zal worden toegewezen over het in totaal toe te wijzen bedrag ter zake van schadevergoeding, zijnde € 13.611,09 vanaf 31 maart 2007 tot de dag der algehele voldoening.
2.7.3 Y zal voorts als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure waaronder, zoals hiervoor reeds is overwogen, de kosten ad € 300,- ter zake van de deskundige.
De beslissing
De Rechtbank
I. Veroordeelt Y, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan X te betalen een bedrag van € 14.563,09, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 13.611,09 vanaf 31 maart 2007 tot de dag der algehele voldoening.
II. Veroordeelt Y in de kosten van de procedure, aan de zijde van X begroot op € 2.832,88, waarvan te betalen aan:
• de griffier van deze rechtbank:
€ 436,00, ter zake in debet gesteld griffierecht;
€ 93,88, ter zake explootkosten;
€ 2.034,00, ter zake salaris advocaat;
• de advocaat van X:
E 150,00, ter zake kosten deskundigenrapport;
E 119,00, ter zake niet in debet gesteld griffierecht
III. Verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. E.W. de Groot en op 28 augustus 2013 in het openbaar uitgesproken door mr. M.M. Lorist in tegenwoordigheid van de griffier.
Met dank aan mr. M.J.E.C. Camps, Camps Advocatuur, voor het inzenden van deze uitspraak.