RBZWB 130319
- Meer over dit onderwerp:
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2019/RBZWB-130319
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster 1 civiele kantonzaken
Tilburg
Zaaknummer 7395875 0V VERZ 18-11367
beschikking van 13 maart 2019 op een verzoek ex artikel 1019 w van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak
[WERKNEMER], wonende te Goirle,
verzoeker,
gemachtigde: mr. R.B. Milo, advocaat te Tilburg,
tegen:
1. Arrac Detac B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (5107 RB) Dongen, De Zool 19, gemachtigde: mr. H. van Katwijk,
advocaat te Ermelo,
hierna "Arrac Detac" te noemen,
2. Christiaan Vermeer Transport B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (5107 RB) Dongen, De Zool 15,
gemachtigde: mr. C. Banis,
hierna "Chr. Vermeer Transport" te noemen,
gemachtigde: mr. C. Banis, advocaat te Rotterdam,
verweersters.
1.
Het verloop van de procedure
De procedure blijkt uit de volgende stukken.
a. het op 5 december 2018 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met producties;
b. de op 31 januari 2019 ontvangen brief van de gemachtigde van verzoeker betreffende de begroting van de kosten van rechtsbijstand, met producties;
c. de op 6 februari 2019 ontvangen brief van de gemachtigde van verzoeker, betreffende een nadere toelichting met producties;
d. het op 7 februari 2019 ontvangen verweerschrift van Arrac Detac met producties;
e. het op 7 februari 2019 ontvangen verweerschrift van Christiaan Vermeer met producties;
f. de op 9 februari 2019 ontvangen brief van mr. Milo met producties;
g. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van 11 februari 2019 met daarbij de pleitnota van mr. Milo;
h. de ter zitting ontvangen aangepaste begroting kosten van rechtsbijstand.
2.
De feiten
a. [WERKNEMER] is krachtens arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als allround chauffeur/industrieel verhuizer in dienst bij Arrac Detac.
b. Arrac Detac als uitlener, Auction Logistics B.V. gevestigd te (5107 RE) Dongen, de Schacht 2 als inlener en [WERKNEMER] als gedetacheerde hebben op 29 december 2011 een detacheringsovereenkomst voor onbepaalde tijd, ingaande op 2januari 2012 gesloten.
c. Enig aandeelhouder van Auction Logistics B.V. is Ch. J.J. Vermeer Holding Loon op Zand B.V.
d. Auction Logistics, heeft als bedrijfsactiviteit het verrichten van werkzaamheden op het gebied van transport en logistiek ten behoeve van veilingen en is een werkmaatschappij van Ch. J.J. Vermeer Holding Loon op Zand B.V. Een andere dochtermaatschappij van de holding is Chr. Vermeer Vastgoed B.V..
e. In artikel 3 van de detacheringsovereenkomst is het volgende vermeld.
"( ... ) De gedetacheerde vervult bij de inlener de functie van allround chauffeur / industrieel verhuizer. Een beschrijving van de functie en van de taakstelling is v66r de aanvang van de detachering voorgelegd en wordt door de gedetacheerde onderschreven. Standplaats is Dongen.
f. In artikel 4 van de detacheringsovereenkomst is het volgende vermeld.
"( ... ) De uitlener machtigt de inlener tot het geven van opdrachten aan de gedetacheerde ten aanzien van de in artikel 3 vermelde taakstelling en het toezicht daarop. De gedetacheerde is voor de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden verantwoording verschuldigd aan de inlener.
( ... )
g. In artikel 8 van de detacheringsovereenkomst is het volgende vermeld.
"( ... ) Detachering van de werknemer brengt geen wijzigingen mee in diens rechtspositie bij de uitlener. De gedetacheerde kan na afloop van de detacheringsperiode aan deze overeenkomst geen rechten ten opzichte van de inlener ontlenen. ".
h. In artikel 10 van de detacheringsovereenkomst is het volgende vermeld.
"( ... ) Tussentijdse beëindiging van de detacheringsovereenkomst is slechts mogelijk met instemming van alle partijen, tenzij.
• De gedetacheerde ontslag door de uitlener wordt verleent of op eigen verzoek ontslag neemt. ( ... )
• Een der partijen gemotiveerd kan aantonen dat het niet van haar verlangd kan worden dat deze detachering voortgezet wordt. ( ... )"
i. In artikel 15 van de detacheringsovereenkomst is het volgende vermeld.
"( ... ) De inlener is verplicht de zorgvuldigheid zoals genoemd in artikel 7.658 ( ... ) BW tegenover de gedetacheerde in acht te nemen;
( ... ) De inlener zal de uitlener vrijwaren van aanspraken tegenover de uitlener wegens het niet nakomen van de verplichtingen genoemd in artikel 7.658 BW. ( ... )"
j. Chr. Vermeer Transport is een werkmaatschappij van Christiaan Vermeer Beheer B.V. Zij heeft als activiteiten goederenvervoer over de weg, opslag in distributiecentra en verhuisvervoer.
k. In een brief van 14 oktober 2013 van Chr. Vermeer Transport aan [WERKNEMER] betreffende onregelmatigheden in het functioneren (niet nakijken van de auto, olie bijvullen, te laat vertrekken met de rit en verslapen) is het volgende vermeld.
"( ... ) We verzoeken je hierbij zorgvuldiger te werk te gaan en je gedrag en houding hierop positief aan te passen. We gaan er vanuit een professionele chauffeur in dienst te hebben, en vragen je hier dan ook naar te gedragen. Indien je onverhoopt nog vaker een onregelmatigheid veroorzaakt, dan zal de werkgever overgaan tot het nemen van passende maatregelen. Je wordt dan onder meer aansprakelijk gesteld voor alle schade en overige kosten die voortvloeien uit het onzorgvuldig gedrag dat je vertoont ( ... )"
1. Christiaan Vermeer Vastgoed bouwde in 2016 in eigen beheer een nieuw distributiecentrum in Tilburg. Het ging om een goot magazijn met een groot aantal laaddoks voor vrachtwagens.
m. Ten behoeve van de bouw van het distributiecentrum is op 22 januari 2016 een veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld, er is een externe veiligheidscoördinator ingeschakeld en de risico's zijn door Christiaan Vermeer Vastgoed geïnventariseerd en vastgelegd in een R1&E. Gedurende de bouw zijn ook besprekingen gehouden waarbij de risico's en aandachtspunten aan de orde zijn gekomen (producties 6 tot en met 8).
n. In overleg met [WERKNEMER] is, toen hij op enig moment bij Auction Logistics boventallig was, besloten dat hij mee zou werken aan de bouw van het distributiecentrum.
o. [WERKNEMER] heeft op 29 februari 2016 een introductieformulier nieuwe medewerkers op de bouwplaats ondertekend, waarin staat dat is besproken de inrichting bouwplaats, uitvoeren werkzaamheden, persoonlijke beschermingsmiddelen, ongeval- en incidentenmelding, EHBO/BHV, calamiteiten en belangrijke personen/partijen. Daarnaast is op het formulier vermeld: "veiligheidsschoenen en bouwhelm verplicht". Door ondertekening heeft hij verklaard dat hij op genoemde punten is geïnformeerd.
p. [WERKNEMER] beschikte over een geldig VCA-diploma voor veilig en gezond werken.
q. Op 1 september 2016 is [WERKNEMER] tijdens werkzaamheden slachtoffer geworden van een arbeidsongeval, op bouwplaats Vossenberg II in of bij de Theseusstraat in Tilburg.
r. [WERKNEMER] heeft knieletsel opgelopen in verband waarmee hij via de huisarts per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd, waar een zogenaamde "tibia fractuur" werd vastgesteld. In het verslag van de arts van de spoedeisende hulp is het volgende vermeld.
"( ... ) Dhr was op het werk, wilde van afstapje stappen, zette zijn voet waarschijnlijk verkeerd neer op een rand van een afstapje van 1, 5 m hoogte, waardoor zijn onderbeen naar voren 'klapte'. ( ... )
s. In een (niet ondertekende) verklaring van [GETUIGE1] met .betrekking tot het ongeval is het volgende vermeld.
"( ... ) [WERKNEMER] liep al bellend, met een sigaret in zijn mond en een aansteker in zijn hand richting de afgegraven doks. Hij gaat vervolgens op de bekistingsrand staan, maakt een misstap en valt vervolgens. ( ... ) Het is mij niet duidelijk waarom hij zich op dat moment daar bevond. Volgens mij had hij hier niet hoeven zijn. Daarnaast hij had via de trap naar beneden kunnen stappen en had hij niet op de bekistingsrand hoeven staan. (...) Mijns inziens had Dhr. [WERKNEMER] de val kunnen voorkomen door op te letten waar hij liep. Hij zat geregeld aan de telefoon tijdens werktijd en rookte, als hij buiten liep, veel. Hierdoor heeft hij niet opgelet waar hij liep, terwijl hij wel bekend was met het terrein. ( ... )"
t. In een (niet ondertekende) verklaring van [GETUIGE2] met betrekking tot het ongeval is het volgende vermeld.
"( ... ) Voor zover ik heb gezien wilde [WERKNEMER] over de rand van de bekisting stappen en heeft zijn evenwicht verloren omdat hij aan het bellen was en sigaret in de hand En daardoor misstap gemaakt. [GETUIGE1] heeft zich vervolgens over [WERKNEMER] ontfermd en is met [WERKNEMER] naar de dokter gereden.
( ... )"
u. Vanaf 1 september 2016 is [WERKNEMER] arbeidsongeschikt.
v. [WERKNEMER] is vier maal geopereerd. Tijdens de laatste operatie is een partiele.knieprotese gezet.
w. [WERKNEMER] lijdt schade als gevolg van het ongeval.
x. In een brief van 26 juli 2017 van Chr. Vermeer aan [WERKNEMER] betreffende het afboeken van vakantiedagen tijdens ziekte is het volgende vermeld.
"( ... ) Zoals mondeling overeengekomen op woensdag 26-07-2017 zullen wij tijdens jouw vakantie (van 01-08-2017 tot en met 21-08-2017) de opgenomen vrije dagen afboeken als vakantiedagen. Dit stelt jou tevens voor deze periode vrij van de re-integratieverplichtingen ( ... )"
y. In het "plan van aanpak [WERKNEMER]" van 13 maart 2017 is als bedrijfsnaam Chr. Vermeer Transport, als bedrijfsarts [BEDRIJFSARTS] en als contactpersoon [CONTACTPERSOON] genoemd.
z. In een brief van 26 april 2018 van de gemachtigde van [WERKNEMER] aan Christiaan Vermeer is en aan Arrac Detac is het volgende vermeld.
"( ... ) Daar mijn cliënt ten tijde van zijn werkzaamheden was gedetacheerd bij uw onderneming, bent u op grond van de wet als materiele werkgever, naast de formele werkgever, aansprakelijk, zulks ingevolge art. 7:658 lid 4 Burgerlijk Wetboek. Hierbij stel ik u dan ook op grond van het bovenstaande als materiele werkgever aansprakelijk voor de door mijn cliënt geleden en in de toekomst nog te lijden schade. ( ... )"
aa. In een brief van 27 juli 2018 van de gemachtigde van [WERKNEMER] aan Christiaan Vermeer is het volgende vermeld.
"( ... ) Bij e-mail van 16 mei 2018, afkomstig van ( ... ) werd mij meegedeeld dat de zaak in behandeling was gegeven bij de verzekeraar Willes Towers Watson Verzekeraars. Verder heb ik niets meer vernomen. Gelet op de belangen van mijn cliënt, het tijdsverloop sedert mijn aansprakeljkstelling en het uitblijven van een inhoudelijke reactie, zeg ik u hierbij aan dat, indien thans niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit schrijven een standpunt is ingenomen omtrent de aansprakelijkheidsvraag, de zaak door mij in het kader van een deelgeschilprocedure zal worden voorgelegd aan de rechter, teneinde in rechte vastgesteld te krijgen dat u als werkgever aansprakelijk bent voor de schade ( ... )"
bb. Willis Tower Watson is de assurantiemakelaar van Chr. Vermeer Transport.
cc. In een e-mail, verzonden op 15 november 2018 door M. de Leng van Willis Towers Watson aan de gemachtigde van [WERKNEMER] is het volgende vermeld.
"( ... ) Ik heb deze zaak met de verzekeraar besproken en het is ons beider idee dat in een zaak als deze er geen tussenkomst van de rechter nodig moet zijn om tot standpuntbepaling te komen. Momenteel is het zo dat de feiten in deze kwestie nog niet voldoende zijn gebleken. Om nu te zorgen dat er weer snelheid in het dossier wordt opgebouwd, hebben wij aan de heer Hein Michels van BosBoon Epertise opdracht gegeven om onderzoek te verrichten. ( ... ) Wilt u mij laten weten of u bereid bent om in afwachting van het onderzoek de deelgeschilprocedure vooralsnog los te laten? ( ... )"
dd. Het onderzoek van BosBoon Expertise is niet afgewacht. Voordat een definitief standpunt ingenomen was, is het verzoekschrift in deze procedure ingediend.
ee. In een brief van 31 augustus 2018 van Willis Towers Watson uit Amsterdam aan [WERKNEMER] is het volgende vermeld.
ff. [WERKNEMER] heeft vervolgens niets meer vernomen.
gg. De kosten van [WERKNEMER] voor rechtsbijstand in deze procedure zijn door de gemachtigde van [WERKNEMER] begroot op € 4.243,38.
3.
Het verzoek
3.1
Verzocht wordt om:
T. voor recht te verklaren dat verweersters (als inlener en materieel werkgever) aansprakelijk zijn voor de door [WERKNEMER] als gevolg van het ongeval op 1 september 2016 geleden en nog te lijden schade;
II. begroting van de kosten van deze procedure op het nader door [WERKNEMER] ter zitting, dan wel onmiddellijk voorafgaand daaraan, begrote bedrag, tegen het door [WERKNEMER] met zijn raadsman overeengekomen uurtarief van € 270,00 (excl 3% verschotten en BTW);
III. verweerders hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, des dat de één betaalt de ander zal zijn bevrijd.
3.2
Arrac Detac en Chr. Vermeer Transport voeren verweer.
4.
De beoordeling van het verzoek
4.1
Strekking van het verzoek
Het verzoek strekt ertoe een beslissing te krijgen in het kader van de Wet deelgeschilprocedure voor letselen overlijdensschade (hierna: deelgeschilprocedure). [WERKNEMER] stelt (in het verzoekschrift) dat hij in dienst is bij formele werkgever Arrac Detac en bij materiele werkgever Chr. Vermeer Transport. Hij voert (in de dagvaarding) aan dat hij tijdens bouwwerkzaamheden, toen hij over een muurtje stapte en een kuil wilde vermijden van ongeveer 1 meter diep, ongelukkig terecht is gekomen althans (in de pleitnota) dat hij aan het werk was bij de laaddok en dat hij bij het stappen van de ene kant naar de andere kant van het laaddok, waarbij men gebruik maakte van een paal om naar de overkant en terug in het lager gelegen gedeelte te komen, op enig moment van de paal is gegleden, waardoor hij 0,5 tot 1 meter omlaag is gevallen en ongelukkig terecht is gekomen. Hij stelt (in de dagvaarding) dat er niet of onvoldoende toezicht was op de werkvloer, doordat geen voorman aanwezig was althans, (in de pleitnota) dat dit onder het toeziend oog van de opzichter, c.q. voorman c.q. veiligheidscoördinator is gebeurd die nooit kenbaar heeft gemaakt dat het niet veilig was. Volgens [WERKNEMER] was sprake van onvoldoende materiaal (ladders) om op een veilige manier te kunnen afdalen in de ter plaatse aanwezige kuilen. Als gevolg van het ongeval lijdt [WERKNEMER] schade (verlies arbeidsvermogen, behoefte huishoudelijke hulp, ziektekosten enz.) en zal hij naar verwachting ook in de toekomst schade lijden.
4.2
Doel deelgeschilprocedure
Het doel van de deelgeschilprocedure is de vereenvoudiging en versnelling van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade. De deelgeschilprocedure is bedoeld om het buitengerechtelijk onderhandelingsproces te versnellen of om een daarin ontstane impasse te doorbreken. De vraag naar de aansprakelijkheid kan in beginsel in de deelgeschilprocedure aan de orde worden gesteld. Uitgangspunt is echter dat de betrokken partijen in onderhandeling zijn. Vast staat dat op 15 november 2018 door verzekeraar Willis Tower Watson nog aan [WERKNEMER] kenbaar is gemaakt dat voor haar de feiten onvoldoende duidelijk zijn, dat maatregelen zijn genomen om de snelheid in het dossier op te bouwen en om verder onderzoek te verrichten. Daarbij is verzocht de deelgeschilprocedure vooralsnog los te laten. Dat is echter niet gebeurd. Immers, op 5 december 2018 is het verzoekschrift in deze procedure ingediend. Van een begin van onderhandelingen was op dat moment nog geen sprake. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld over welk onderdeel van het geschil wél overeenstemming bestaat tussen partijen, zodat van een deelgeschil geen sprake is. Voor deze situatie is de deelgeschilprocedure niet in het leven geroepen. Het voorgaande leidt de kantonrechter tot de slotsom dat [WERKNEMER] naar zijn oordeel het middel van de deelgeschilprocedure prematuur heeft ingezet. Nu het verzoek niet voldoet aan de voorwaarden voor een deelgeschilprocedure, zal de kantonrechter [WERKNEMER] niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek.
4.3
Feiten staan nog niet vast
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat ook indien [WERKNEMER] in zijn verzoek ontvankelijk zou zijn verklaard, het verzoek zou zijn afgewezen. De deelgeschilprocedure bestaat naast- en in aanvulling op de andere mogelijkheden (kort geding, dagvaardingsprocedure) om een oordeel van de rechter te krijgen over een geschil bij letselschade. Op grond van artikel 1019cc lid 1 Rv wordt de deelgeschilbeschikking voor de bindende kracht van daarin opgenomen beslissingen over geschilpunten die de materiële rechtsverhouding betreffen, gelijkgesteld met (eind)beslissingen in een tussenvonnis. Met een beslissing in dit deelgeschil over de aansprakelijkheid van Arrac Detac en Chr. Vermeer Transport zou de materiële rechtsverhouding tussen deze partijen en [WERKNEMER] worden vastgesteld, waar zowel partijen in hun (verdere) onderhandelingen, als de rechter in een eventuele bodemprocedure, in beginsel aan gebonden zouden zijn. Van een voorlopig -voorshands gegeven- oordeel over de aansprakelijkheid is in de deelgeschilprocedure, anders dan in een procedure in kort geding, geen sprake. In de gegeven omstandigheden is de informatie die zich in het dossier bevindt onvoldoende om een bindende eindbeslissing te nemen als hiervoor bedoeld. Om aansprakelijkheid te kunnen vaststellen is namelijk van belang om vast te stellen wat er precies is gebeurd op 1 september 2016. Partijen verschillen van mening over de feitelijke gang van zaken, onder meer op het punt of [WERKNEMER] wel of niet bezig was met de aan hem opgedragen werkzaamheden op het moment dat het ongeval plaatsvond. Om vast te stellen wat is gebeurd en dus om de aansprakelijkheid vast te kunnen stellen is bewijslevering nodig. Naar verwachting zal dit (overwegend) getuigenbewijs zijn. Gelet op de daarmee gepaard gaande investering in tijd, geld en moeite is daarvoor in deze deelgeschilprocedure geen plaats. Daarbij weegt ook mee dat partijen nog niet met elkaar in onderhandeling zijn getreden en het de verwachting is dat dit wellicht niet gaat gebeuren, omdat Arrac Detac en Chr. Vermeer Transport alle aansprakelijkheid van de hand hebben gewezen. Mogelijk heeft [WERKNEMER] bovendien niet de juiste materiele werkgever (Christiaan Vermeer Vastgoed) in de procedure betrokken. Het is dan ook de vraag, of de partij die de vaststellingsovereenkomst (mede) zou moeten sluiten wel in deze procedure is betrokken. Het is daarom ook-maar de vraag of het vaststellen van de aansprakelijkheid aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst zal bijdragen. Op basis van inmiddels kenbare inhoudelijke standpunt van Arrac Detac en Chr. Vermeer Transport komt het voeren van een bodemprocedure, met alle (bewijs)mogelijkheden van dien, de kantonrechter meer aangewezen voor een oordeel over de aansprakelijkheidsvraag te verkrijgen.
4.3
Kosten deelgeschil
Nu [WERKNEMER] niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek is er geen grond om met toepassing van artikel 1019aa Rv de kosten van het deelgeschil te begroten.
4.4
De kosten van deze procedure
[WERKNEMER] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Arrac Detac en Chr. Vermeer Transport. Deze kosten worden tot en met vandaag vastgesteld op € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde van Arrac Detac en op € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde van Chr. Vermeer Transport.
5.
De beslissing
De kantonrechter:
- verklaart [WERKNEMER] niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
- veroordeelt [WERKNEMER] tot betaling van de proceskosten van Arrac Detac, tot en met vandaag vastsgesteld op €300,00;
- veroordeelt [WERKNEMER] tot betaling van de proceskosten van Chr. Vermeer Transport, tot en met vandaag vastgesteld op €300,00;
- verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.L. Kerkhofs en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 maart 2019.
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2019/RBZWB-130319