GHSHE 060324
- Meer over dit onderwerp:
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2024/GHSHE-060324
arrest
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 20-001751-23
Uitspraak : 6 maart 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 22 juni 2023, in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummers 01-273796-22 en 01-141943-23 tegen:
[ verdachte ] ,
geboren te [ geboorteplaats ] ([ land ] ) op [ geboortedatum ] ,
wonende te [ adres en woonplaats ] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter het tenlastegelegde bewezenverklaard, dat gekwalificeerd als:
- bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd en bedreiging met brandstichting (parketnummer 01-273796-22),
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (parketnummer 01-141943-23), de verdachte daarvoor strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft primair gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen. Subsidiair heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met uitzondering van de opgelegde straf en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een geheel voorwaardelijke taakstraf.
Door de verdachte is integrale vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 01-273796-22:
hij op verschillende een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2022 tot en met 4 mei 2022 te [ plaats ] [ X ] en of (een) medewerkers van [ Y ] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en of met zware mishandeling, door via (een) e-mail(s) dreigend de woorden toe te voegen:
- "k pak alle daders die mij en mijn dochter hebben benadeelt 1 voor 1 terug" en of
- "k ben niet een man die loe waarschuwingen geeft en k ben ook niet impulsief in mijn handelingen. Maar wat k als woord heb gegeven zal k ook in daad uitvoeren "
en of
- "Luister vriend laat me niet naar jullie toe komen, want k steek jullie toko in de brand met iedereen erin " en of
- "vernietig mijn dossier en val daarna martelend dood, alstublieft. Hoefk dat niet te laten doen" en of
- "zodra k volledig herstel zijn jullie als eerste aan de beurt " en of
- "dan gaan we feestje bouwen. En niet zo een feestje waar we lol hebben, maar een feestje waar je aan de doden gaat denken ",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Zaak met parketnummer 01-141943-23:
hij op of omstreeks 16 mei 2023 te [ plaats ] [ Z ] heeft bedreigd met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en of enig misdrijf tegen het leven gericht, en of en of zware mishandeling, door die [ Z ] (middels e-mail(s)) dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen" en of
- "Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat. En weet u wat er met hem gebeurd" en of
- "Of u gaat me eindelijk de info geven die u me aan het begin heeft toegezegd. Of u gaat de gevolgen ervaren ",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 01-273796-22 en in de zaak met parketnummer 01-141943-23 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Parketnummer 01-273796-22:
hij in de periode van 21 maart 2022 tot en met 4 mei 2022 te [ plaats ] medewerkers van [ Y ] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door via e-mails dreigend de woorden toe te voegen:
- "k pak alle daders die mij en mijn dochter hebben benadeelt 1 voor 1 terug" en
- "k ben niet een man die loe waarschuwingen geeft en k ben ook niet impulsief in mijn handelingen. Maar wat k als woord heb gegeven zal k ook in daad uitvoeren "
en
- "Luister vriend laat me niet naar jullie toe komen, want k steek jullie toko in de brand met iedereen erin" en
- "vernietig mijn dossier en val daarna martelend dood, alstublieft. Hoef k dat niet te laten doen" en
- "zodra k volledig herstel zijn jullie als eerste aan de beurt" en
- "dan gaan we feestje bouwen. En niet zo een feestje waar we lol hebben, maar een feestje waar je aan de doden gaat denken
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking:
Parketnumnler 01-141943-23:
hij op 16 mei 2023 te [ plaats ], [ Z ] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [ Z ] middels e-mails dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen" en
- "Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat. En weet u wat er met hem gebeurd",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Zaak met parketnummer 01-273796-22:
De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen zijn genoemd verwijzen naar pagina's van het dossier van de politie-eenheid Oost-Brabant, district 's-Hertogenbosch, basisteam Maasland, dossiernummer PL2100-2022095481, gesloten d.d. 4 oktober 2022 (doorgenummerde pagina's 1 tot en met 23), nader te noemen: het politiedossier.
Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat de navolgende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van dit hof d.d. 21 februari 2024, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik in de periode van 21 maart 2022 tot en met 4 mei 2022 de in de tenlastelegging omschreven e-mails heb gestuurd naar medewerkers van [ Y ] .
2. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 10 mei 2022 (pg. 3 t/m 13), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [ X ] :
(pg. 3)
Feit: Bedreiging
Plaats delict: [ plaats ]
Ik doe aangifte van bedreiging. Bij mij bestond de overtuiging, dat de verdachte zijn bedreiging werkelijk ten uitvoer zou leggen. Ik ben directeur bij het [ Y ] en bevoegd tot het doen van aangifte namens het [ Y ] en het personeel van bedreiging.
De laatste tijd worden er bij het [ Y ] e-mails ontvangen, afkomstig van [ verdachte ] (het hof begrijpt: de verdachte). Deze mails kwamen binnen op het e-mailadres [ e-mailadres ] en waren afkomstig van e-mailadres [ e-mailadres verdachte ] .
Het betreft de periode van 21 maart 2022 tot en met 4 mei 2022.
(pg. 4)
Ik heb kopieën van de betreffende mails bij me en deze kunt u als bijlagen bij mijn aangifte voegen.
3. Een geschrift, inhoudende e-mailberichten gedateerd 21 maart 2022 tot en met 4 mei 2022 (als bijlagen bij het proces-verbaal van aangifte van [ X ] ) (pg. 6 t/m 13), voor zover inhoudende:
(pg. 6)
Van: [ verdachte ] [ e-mailadres verdachte ]
Verzonden: 21 maart 2022
Aan: [ e-mailadres Y ]
k pak alle daders die mij en mijn dochter hebben benadeelt I voor I terug.
(pg. 9)
Van: [ verdachte ] [ e-mailadres verdachte ]
Verzonden: 20 april 2022
Aan: [ e-mailadres Y ]
(pg. 10)
K ben niet een man die loe (het hof begrijpt: loze) waarschuwingen geeft en k ben ook niet impulsief in mijn handelingen.
Maar wat k als woord heb gegeven zal k ook in daad uitvoeren.
Van: [ verdachte ] [ e-mailadres verdachte ]
Verzonden: 26 april 2022
Aan: [ e-mailadres Y ]
Luister vriend laat me niet naar jullie toe komen, want k steek jullie toko in de brand met iedereen erin.
(pg. 12)
Van: [ verdachte ] <[ e-mailadres verdachte ] >
wo 27 april 2022
Vernietig mijn dossier en val daarna martelend dood, alstublieft. Hoefk dat niet te laten doen.
zodra k volledig herstel zijn jullie als eerste aan de beurt.
(pg. 13)
Van: [ verdachte ] [ e-mailadres verdachte ]
Verzonden: 4 mei 2022
Aan: info [ e-mailadres Y ]
dan gaan we feestje bouwen. En niet zo een feestje waar we lol hebben, maar een feestje waar je aan de doden gaat denken.
Zaak met parketnummer 01-141943-23:
De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen zijn genoemd verwijzen naar pagina's van het dossier van de politie-eenheid Oost-Brabant, dossiernummer PL2100-2023111457, gesloten d.d. 12 juni 2023 (doorgenummerde pagina's 1 tot en met 21), nader te noemen: het politiedossier.
Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat de navolgende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van dit hof d.d. 21 februari 2024, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik op 16 mei 2023 te [ plaats ] een e-mail heb gestuurd naar aangever [ X ] met daarin: "Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen" en een e-mail heb gestuurd met daarin: "Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat. En weet u wat er met hem gebeurd".
2. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 20 mei 2023 (pg. 5 t/m 12), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [ X ] :
(pg. 5)
Ik doe aangifte van bedreiging. Ik ben werkzaam als letselschadeadvocaat. lk behartig al een jaar de belangen van een cliënt genaamd [ verdachte ] , wonende te [ woonplaats ] .
Op 16 mei 2023 heb ik de verdachte een mail gestuurd. De verdachte reageerde hier op dezelfde datum op. Zijn reactie luidde: "Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen." Op 16 mei 2023 stuurde de verdachte wederom een mail met daarin het volgende: "Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat. En weet u wat er met hem gebeurd."
(pg. 6)
U vraagt mij wat ik dacht bij deze mailwisseling. Ik dacht en voelde dat ik echt met de dood bedreigd werd.
3. Een geschrift, te weten e-mailberichten van 16 maart 2023 van verdachte (bijlagen bij de bovengenoemde aangifte van [ Z ] ) (pg. 9 t/m 12), voor zover inhoudende:
(pg. I I)
Van: Wie X@hotmail.com>
Aan: [ Z ] <Z>
Datum: 16 mei 2023 10:16
Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat.
En weet u wat er met hem is gebeurd.
(pg. 12)
Van: Wie X@hotmail.com>
Aan: [ Z ] <Z>
Datum: 16 mei 2023 9:34
Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen.
Bewiisoverwegingen
In hoger beroep is door de verdachte integrale vrijspraak bepleit. Door de verdachte is aangevoerd dat hij weliswaar de e-mails met de tenlastegelegde woorden heeft gestuurd, maar kon door deze e-mails niet bij zowel de medewerkers van [ Y ] als bij [ Z ] de redelijke vrees ontstaan dat de verdachte zijn dreigementen zou uitvoeren.
Het hof overweegt als volgt.
Ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 01-273796-22 en in de zaak met parketnummer 01-141943-23 tenlastegelegde bedreigingen verenigt het hof zich met de bewijsoverwegingen van de politierechter waarin de gelijkluidende - verweren van de verdediging zijn verworpen. De overwegingen zoals weergegeven op pagina's 6 en 7 van het vonnis dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Het hof acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging, zoals aan hem is tenlastegelegd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 01-273796-22 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 01-141943-23 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen straf
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling jegens de medewerkers van [ Y ] . Door aldus te handelen heeft de verdachte bij de slachtoffers een behoorlijk gevoel van angst en onveiligheid veroorzaakt. Personen die hulp verlenen aan mensen die ondersteuning in hun leven nodig hebben, zoals verdachte, verdienen bijzondere bescherming, om te voorkomen dat zij bij de uitoefening van hun functie van strafbaar handelen slachtoffer worden. Het standpunt van de verdachte dat de medewerkers van [ Y ] uit hoofde van hun functie een en ander gewend zijn en dat een zeker incasseringsvermogen mag worden verwacht, volgt het hof niet, omdat hun werk in de hulpverlening nooit kan inhouden dat zij op deze wijze door anderen mogen worden bedreigd. De uitlatingen van de verdachte waren zeer bedreigend, waarmee hij de grenzen van bejegening waar de medewerkers van [ Y ] vanuit hun werk mee te maken kunnen krijgen in vergaande mate heeft overschreden.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht jegens [ Z ] , terwijl die [ Z ] werkzaam was als advocaat voor de verdachte. Het hof acht het in bijzonder kwalijk dat de verdachte in zijn dreigement heeft verwezen naar de moord op advocaat D. Wiersum, die een grote schok en onrust teweeg heeft gebracht in de samenleving. Begrijpelijk is dan ook dat de bedreiging van de verdachte een extra gevoel van angst en onveiligheid bij [ Z ] heeft veroorzaakt. Ook acht het hof de bedreiging extra kwalijk omdat deze is geuit naar een persoon die een dienstverlenend beroep uitoefent en zich juist voor verdachte heeft ingezet.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof in strafverzwarende zin acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 21 december 2023, waaruit volgt dat de verdachte, zij het langer geleden, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Voorts heeft het hof kennisgenomen van het door de Reclassering Nederland opgemaakte reclasseringsadvies d.d. 15 juni 2023 omtrent de persoon van de verdachte. Daarin is gerapporteerd dat het moeilijk is voor de verdachte om op zijn aandeel en handelen te reflecteren nu hij zijn problemen enkel aan de omgeving wijdt. Verder heeft de reclassering gerapporteerd dat het risico op recidive gemiddeld is en wordt geadviseerd om aan de verdachte een strafop te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Tevens heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. De verdachte heeft ten overstaan van het hof verklaard dat hij een zelfstandige woning in [ woonplaats ] heeft, dat hij leeft van een WAO-uitkering.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden is. Met oplegging van een deels voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Dit is met name van belang omdat de verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij het sturen van dergelijke dreigende teksten opnieuw overweegt als hij iets van anderen gedaan wil krijgen. Het hof ziet, met name gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, onvoldoende aanleiding om te volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke taakstraf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 01-273796-22 en in de zaak met parketnummer 01-141943-23 tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het in de zaak met parketnummer 01-273796-22 en in de zaak met parketnummer 01-141943-23 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis;
bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot 20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door: mr. A. Muller, voorzitter, mr. F.P.E. Wiemans en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Harskamp en mr. E.C.M. van der Valk, griffiers,
en op 6 maart 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2024/GHSHE-060324