Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 310523 kogel in voet; belang civiele verklaring voor recht naast strafrechtelijke veroordeling, verwijzing schadestaatproc

RBROT 310523 kogel in voet; belang civiele verklaring voor recht naast strafrechtelijke veroordeling, verwijzing schadestaatproc.
2
De feiten

2.1.
Op 2 maart 2017 is [eiser01] het slachtoffer geworden van een geweldsmisdrijf gepleegd door [gedaagde01] . [gedaagde01] heeft met een vuurwapen een kogel op [eiser01] afgevuurd waarbij [eiser01] in zijn linkervoet is geraakt.

2.2.
Als gevolg van het geweldsmisdrijf heeft [eiser01] letsel opgelopen.

2.3.
Bij het strafrechtelijk vonnis van 13 juli 2017 van de rechtbank Rotterdam is [gedaagde01] veroordeeld tot een gevangenisstraf voor een duur van 30 maanden wegens zware mishandeling en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. Daarnaast is [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.568,94 aan schadevergoeding aan [eiser01] .

2.4.
Per brief van 27 december 2017 heeft [eiser01] [gedaagde01] aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade die [eiser01] als gevolg van het geweldsmisdrijf heeft opgelopen.

3
Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat [gedaagde01] jegens [eiser01] onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW door op 2 maart 2017 te Rotterdam [eiser01] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een vuurwapen een kogel af te vuren op [eiser01] , waardoor [eiser01] in zijn voet is geraakt;
2. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de schade die [eiser01] als gevolg van het onrechtmatig handelen heeft geleden en nog zal lijden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
3. [gedaagde01] te veroordelen tot de kosten van de procedure, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.
[eiser01] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde01] door het met een vuurwapen afvuren van een kogel op [eiser01] onrechtmatig heeft jegens hem gehandeld. [gedaagde01] is gehouden om de schade die [eiser01] ten gevolge van dit onrechtmatig handelen lijdt en nog zal lijden te vergoeden.

3.3.
[gedaagde01] voert verweer strekkende tot afwijzing van de vorderingen van [eiser01] met veroordeling van [eiser01] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de kosten van de procedure.


4
De beoordeling

Belang vorderingen

4.1.
[gedaagde01] verweert zich allereerst tegen de vorderingen van [eiser01] door te stellen dat [eiser01] geen belang heeft bij zijn vorderingen wat maakt dat de vorderingen moeten worden afgewezen. Reeds staat met het strafrechtelijk vonnis vast dat [gedaagde01] strafrechtelijk is veroordeeld wegens zware mishandeling waarmee tevens het onrechtmatig handelen door [gedaagde01] vast is komen te staan, aldus [gedaagde01] . [eiser01] heeft daarom geen belang bij het vorderen van een verklaring voor recht dat [gedaagde01] jegens [eiser01] onrechtmatig heeft gehandeld. Voor een schadestaat verwijzing is volgens [gedaagde01] ook geen plaats.

4.2.
De rechtbank oordeelt als volgt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser01] het belang bij zijn vorderingen nader toegelicht en in dit kader gesteld dat [gedaagde01] buiten rechte niet eerder heeft erkend dat hij (ook volgens het civiele recht) onrechtmatig jegens [eiser01] heeft gehandeld. Daarnaast wil [eiser01] met de verklaring voor recht zijn verhaalsmogelijkheden veiligstellen met oog op verjaring van zijn vorderingen. [eiser01] stelt verder dat hij nu nog niet in staat is om zijn schade volledig te berekenen en om die reden een verwijzing naar de schadestaat vordert.

Met [eiser01] is de rechtbank van oordeel dat [eiser01] daarmee voldoende belang heeft bij het verkrijgen van de gevorderde verklaringen voor recht.

Toewijzing verklaringen voor recht

4.3.
Nu op grond van het strafvonnis vast staat dat [gedaagde01] jegens [eiser01] onrechtmatig heeft gehandeld en hem zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door hem in de voet te schieten, hetgeen [gedaagde01] ook heeft erkend in deze procedure, wordt de terzake gevorderde verklaring voor recht toegewezen.

4.4.
Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is het noodzakelijk dat voldoende aannemelijk is geworden dat [eiser01] enige schade lijdt en/of heeft geleden.

4.5.
[gedaagde01] stelt zich op het standpunt dat [eiser01] zijn schadeposten onvoldoende met medische stukken heeft onderbouwd. [gedaagde01] betwist onder andere dat er bij [eiser01] sprake zou zijn van zenuwletsel en/of psychisch letsel. Ook betwist hij dat [eiser01] heeft onderbouwd dat zijn schade hoger is dan het bedrag dat reeds door de strafrechter aan schadevergoeding is toegewezen.

4.6.
[eiser01] heeft ter onderbouwing van zijn schade als aanvullende productie 13 een voorlopige schadestaat overgelegd van de door hem geleden en nog te lijden schade. Daarin wordt de totale schade van [eiser01] voorlopig geschat op een bedrag van € 24.368,13. In de voorlopige schadestaat zijn verschillende schadeposten opgenomen waaronder medische kosten, huishoudelijke hulp en verlies van arbeidsvermogen. [eiser01] heeft daarnaast een aantal medische stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn lichamelijk en psychisch letsel als gevolg van het schietincident.

4.7.
Vast staat dat in het vonnis van de strafrechter een bedrag van € 5.568,94 aan schadevergoeding aan [eiser01] is toegekend, welk bedrag [eiser01] ook heeft ontvangen. Dit bedrag bestaat uit verschillende materiële schadeposten waaronder kleding, schoenen, het opvragen van medische informatie en reiskosten en een bedrag aan smartengeld. Dit zijn dus grotendeels andere posten dan de schadeposten die in de voorlopige schadestaat worden genoemd. Daarnaast stelt [eiser01] , onbetwist, dat [eiser01] ten tijde van het wijzen van het strafrechtelijk vonnis nog onder medische behandeling was en er dus nog geen sprake was van een medische eindsituatie. [eiser01] heeft daarmee voldoende onderbouwd dat na het vonnis van de strafrechter nieuwe schadeposten zijn ontstaan, waaronder in ieder geval kosten ten behoeve van medische behandelingen en hij mogelijk ook recht heeft op een hoger bedrag aan smartengeld dan door de strafrechter was begroot. De conclusie is dan ook dat aannemelijk is dat [eiser01] meer schade heeft geleden dan het bedrag aan schadevergoeding dat door de strafrechter is toegewezen.


4.8.

Nu er volgens [eiser01] nog geen sprake is van een medische eindsituatie en de medische informatie in het dossier beperkt is, is de rechtbank op dit moment niet zelf in staat om de schade te begroten en zal verwijzing naar de schadestaat volgen, zoals gevorderd.ECLI:NL:RBROT:2023:4542