Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 060208 voetbal; sliding op enkel doorgebroken speler; onrechtmatige gedraging

Rb Den Haag 060208 voetbal; sliding op enkel doorgebroken speler; abnormaal gevaarlijke, onrechtmatige gedraging
4.6. [A], speler uit het team van [eiser], verklaart:
[eiser] speelde links de bal vooruit, voorbij een tegenstander. Op volle snelheid liep [eiser] door met de bal. De bal rolde voor hem uit, waarna [gedaagde] een volle sliding inbracht vanaf schuin rechts achter op [eiser] en hem vol op de enkel raakte. Naar mijn mening heeft [gedaagde] schuld, omdat de bal al vooruit gespeeld was en hij [eiser] bewust op de enkel trapte.

4.7. [B], speler uit het team van [eiser], verklaart:
[eiser] rende voorbij de verdediging waarna de verdediger een sliding maakte met 2 gestrekte benen achterop [eiser] z'n enkel. Naar mijn mening is het de schuld van de verdediger, omdat hij hem niet meer kon inhalen en daarna een smerige overtreding maakte.

4.8. Toeschouwer [C] verklaart tenslotte:
[eiser] was doorgebroken op de linkerkant. De speler van [team 2] waar ik de naam niet van ken was in de achtervolging. Toen hij zag dat hij de [team 1] speler niet meer in ging halen maakte hij een 'kansloze' sliding. Kansloos, omdat hij gewoon te ver achter hem liep en met deze sliding nooit de bal kon halen. Enige conclusie die je mijns inziens kan trekken is dat deze speler van [team 2] moedwillig [eiser] onderuit haalde met alle gevolgen van dien.

4.9. [gedaagde] heeft bij wijze van verweer gesteld dat hij weliswaar te laat was met zijn actie, maar dat deze actie slechts is ingezet in het kader van de normale verdediging. De snelheid van het voetbalspel noopt ertoe dat in een fractie van een seconde beslist moet worden over de actie, waarbij de speler tijd nodig heeft om de situatie te beoordelen. Dat de actie te laat werd ingezet, met alle gevolgen van dien, is zeer ongelukkig, maar daarmee niet direct onrechtmatig. De bal was ook niet zo ver weg als [eiser] heeft gesteld, althans, aldus nog steeds [gedaagde], de bal was wel al weggespeeld, maar als je hard schopt, is hij al binnen enkele seconden ver weg.

4.10. De rechtbank volgt [gedaagde] niet in zijn verweer en is van oordeel dat hij had moeten afzien van zijn actie. Een ervaren verdediger die het spel op zich af ziet komen moet kunnen inschatten of hij een actie gericht op het afstoppen van een speler van de tegenpartij nog kan inzetten zonder die speler mogelijk ernstig te blesseren. Uit de overgelegde verklaringen blijkt dat [eiser] aan de zijlijn al twee verdedigers had gepasseerd voordat hij 'doorbrak' naar het strafschopgebied van [team 2]. Verder blijkt uit de verklaringen dat [gedaagde] zich toen op de as van het veld ongeveer halverwege de eigen helft bevond. Op het moment dat [eiser] twee verdedigers had uitgespeeld en voor hem een vrij veld naar het strafschopgebied lag, had [gedaagde], die ter comparitie heeft verklaard dat hij wist dat [eiser] een zeer snelle speler was, reeds moeten inzien dat het vanuit zijn positie niet eenvoudig zou zijn [eiser] nog reglementair af te stoppen. Toen [eiser] de bal ook nog een aantal meters voor zich uitspeelde en op volle snelheid richting strafschopgebied rende had het voor [gedaagde] duidelijk moeten zijn dat hij [eiser] niet meer zou kunnen afstoppen zonder dat daarbij de aanmerkelijke kans op ernstig letsel zou ontstaan. Door de snelheid van [eiser], mede mogelijk gemaakt doordat hij de bal niet meer in bezit had, zou een sliding van [gedaagde] met een zodanige snelheid en kracht ingezet moeten worden dat ernstig letsel bijna onvermijdelijk was. Doordat [eiser] de bal reeds had weggespeeld had voor [gedaagde] bovendien duidelijk moeten zijn dat [eiser] niet meer bedacht zou zijn op een sliding of tackle. [gedaagde] heeft desondanks een sliding (schuin) van achteren ingezet die niet op de bal gericht kon zijn, waardoor de aanmerkelijke kans op letsel zich heeft verwezenlijkt. Hierdoor is [eiser] - ondanks vier operaties - voor zijn werkzaamheden afgekeurd en zal hij nooit meer voetballen.

4.11. Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van een abnormaal gevaarlijke gedraging, welke gedraging onrechtmatig was jegens [eiser]. De discussie of [gedaagde] wel of niet een voetbaltechniek heeft toegepast, kan bij deze stand van zaken blijven rusten.

4.12. Dit oordeel wordt overigens ondersteund door het feit dat de actie van [gedaagde] tot gevolg heeft gehad dat de KNVB, naar aanleiding van de rode kaart die [gedaagde] voor de actie heeft gekregen, heeft besloten hem voor 4 wedstrijden te schorsen. De overtreding wordt door de KNVB in de zich bij de processtukken bevindende brief van [datum] 2002 omschreven als 'het op grove wijze onderuithalen van een tegenspeler'. Ook deze omschrijving geeft weer dat het niet ging om een gewone, maar om een grove overtreding. Verder vindt dit bevestiging in het vonnis van de politierechter alhier van [datum] 2003.

4.13. Nu het causaal verband, de schade en de toerekenbaarheid door [eiser] zijn gesteld en door [gedaagde] niet zijn weersproken, is de rechtbank van oordeel dat de vordering van [eiser] toewijsbaar is.
LJN BC3860