Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 250614 organisator niet aansprakelijk voor letsel minderjarige op stormbaan; voldoende en passende voorzorgsmaatregelen getroffen

Rb Amsterdam 250614 organisator niet aansprakelijk voor letsel minderjarige op stormbaan; voldoende en passende voorzorgsmaatregelen getroffen


De feiten

2.1.
Op 27 juli 2012 heeft [eiser] (hierna:[eiser]), die op dat moment elf jaar oud was, deelgenomen aan een door Combiwel georganiseerd sportevenement in sporthal [naam sporthal]. [eiser] heeft die dag (onder meer) gebruik gemaakt van de zogeheten Stormbaan Mega Balls (hierna: de stormbaan).

2.2.
[eiser] is ten val gekomen op de stormbaan (hierna: het ongeval) en heeft daarbij letsel opgelopen aan zijn elleboog.

2.3.
De stormbaan bestaat uit een groot luchtkussen met daarop een, met lucht gevuld, schuin naar boven lopend deel waarachter vier grote, met lucht gevulde, ballen zitten. Aan de andere zijde loopt het luchtkussen weer schuin naar beneden. Het geheel is aangesloten op een compressor. De bedoeling is dat een deelnemer aan de ene kant van het luchtkussen via het schuine deel naar boven loopt, van de ene bal naar de andere bal springt en aan de andere kant weer naar beneden loopt. Wanneer een deelnemer van een van de ballen afvalt, komt hij terecht op het luchtkussen. Aan de zijkanten van de stormbaan staan met lucht gevulde pilaren waar netten tussen gespannen zijn om te voorkomen dat een deelnemer die van een bal valt naast het luchtkussen belandt.

2.4.
Combiwel heeft de stormbaan gehuurd bij [bedrijfsnaam] (hierna: [bedrijfsnaam]). Op de website van [bedrijfsnaam] staat bij de omschrijving van de stormbaan vermeld:

“Leeftijdsindicatie: vanaf 7 jaar”.

2.5.
De stormbaan is voorzien van een certificaat van goedkeuring, afgegeven door A.I.B. Vinçotte Nederland B.V., waaruit blijkt dat de stormbaan voldoet aan de vervaardigingsvoorschriften genoemd in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen.

2.6.
Bij brief van 12 november 2012 heeft de belangenbehartiger van [naam 5] Combiwel aansprakelijk gesteld voor de door [eiser] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het ongeval.

2.7.
Bij brief van 2 januari 2013 heeft ASR Schadeverzekering N.V., de aansprakelijkheidsverzekeraar van Combiwel, aansprakelijkheid afgewezen.

2.8.
Een schriftelijke verklaring van [naam 1], een vrijwilligster die op 27 juli 2012 was ingezet bij de stormbaan, luidt voor zover hier van belang:
“(…)
2. hoe werden de kinderen die op de attractie kwamen geïnstrueerd? Is hen verteld wat zij wel en niet mochten?
De organisatie heeft algemene instructies gegeven voordat het Event begon.
De vrijwilliger aan het begin van de baan zorgde ervoor dat de kinderen op de bank bleven zitten en riep een voor een de kinderen naar voren.
Er werd de kinderen verzocht de schoenen uit te doen en losse onderdelen zoals tasjes, brillen, telefoons etc. in te leveren voordat ze de baan op gingen. Zodra de 2 vrijwilligers op de baan aan het begin waren mocht het kind de baan op.
De vrijwilligers liepen vanaf het begin van de baan mee en vertelde de kinderen dat ze van bal naar bal moesten springen.
3. hoe hielden de vrijwilligers toezicht?
Er stond iemand aan het begin van de baan zodat er altijd maar 1 kind op de baan was en er liepen 2 mensen met de kinderen mee van begin tot einde van de baan.
Aan het eind stond ook weer iemand zodat de kinderen niet vanaf de achterkant de baan weer op konden.
(…)
6. wat is er precies gebeurd voorafgaande aan de val van het jongetje?
Wij waren met hem meegelopen toen hij sprong van de 1e naar de 2e bal. Hij stond stil op de 2e bal. Wij verschoven iets naar de 3e bal dat zodra hij zou springen wij hem eventueel als het nodig was op konden vangen, maar hij sprong niet hij dook ineen tussen de 2e en de 3e bal naar beneden.
7. waar stonden de vrijwilligers die het incident zagen ten tijde van het incident?
Er stond iemand aan het begin van de baan. [naam 2] en ik stonden beide aan een zijde van de bal en volgens mij stond [naam 4] iets achter ons.
(…)”

2.9.
Een schriftelijke verklaring van [naam 2], een vrijwilliger die op 27 juli 2012 was ingezet bij de stormbaan, luidt voor zover hier van belang:
“(…)
2. hoe werden de kinderen die op de attractie kwamen geïnstrueerd? Is hen verteld wat zij wel en niet mochten?
Er werden vooraf instructies gegeven wat wel en niet mocht (…)
3. hoe hielden de vrijwilligers toezicht?
De vrijwilligers stonden op diverse plekken bij de stormbaan zoals de instructies vanuit de Eventorganisatie waren aangegeven
4. kunnen zij zich nog iets herinneren van het incident en zo ja wat?
Ja, ik zag de jongen fanatiek springen van springbal tot springbal en richting de laatste bal maakte hij een salto. Hij landde niet goed op de laatste bal en viel achterover. (…)
7. waar stonden de vrijwilligers die het incident zagen ten tijde van het incident?
Volgens mij buiten aan het einde/zijkant van de Stormbaan
(…)”
2.10.
Een schriftelijke verklaring van [naam 3], een vrijwilligster die op
27 juli 2012 was ingezet bij de stormbaan, luidt voor zover hier van belang:
“(…)
2. hoe werden de kinderen die op de attractie kwamen geïnstrueerd? Is hen verteld wat zij wel en niet mochten? Kinderen werden door de organisatie geinstrueerd. Er is hen duidelijk verteld wat wel en niet mocht
3. hoe hielden de vrijwilligers toezicht? Er stond een vrijwilliger aan het begin van de baan om erop toe te zien dat men een voor een de baan op ging en er niet te veel kinderen tegelijk op de baan waren, 2 vrijwilligers liepen aan weerskanten van de kinderen mee gedurende het hele traject. Een vrijwilliger stond aan einde van de baan om erop toe te zien dat de kinderen van de baan gingen zodra het traject volbracht was
4. kunnen zij zich nog iets herinneren van het incident en zo ja wat? Ik herinner mij dat de jongen door de vrijwilligers gemaand werd niet te hard te lopen, vervolgens viel hij tussen 2 luchtkussens in. (…)
6. wat is er precies gebeurd voorafgaande aan de val van het jongetje? Volgens mij begon de jongen over de kussens te rennen ipv te springen. De begeleiders hebben hem toegesproken dat hij alleen mocht springen, niet rennen. Vervolgens rende hij even later toch weer en viel toen tussen 2 kussens in
7. waar stonden de vrijwilligers die het incident zagen ten tijde van het incident? Naast/net achter de jongen.
(…)”

2.11.
Een schriftelijke verklaring van [naam 4], een vrijwilligster die op 27 juli 2012 was ingezet bij de stormbaan, luidt voor zover hier van belang:
“(…)
2. Ze werden verteld dat ze 1 tegelijk op het kussen mochten en niet mochten rennen. Ze werden daarbij geholpen.
3. Er stond 1 of 2 helpers in het begin, er liepen 2 mee (hielden de kinderen bij de hand als dat nodig was) en er stonden 1 of 2 helpen aan het eind.
4. Het betreffende kind ging steeds sneller over de attractie heen. De helpers probeerden het kind nog op te vangen, maar dat lukte niet meer.
5. (…) Ikzelf zag dat het kind veel te snel ging en daardoor tussen de “hobbels” inviel.
6. (…) Het kind ging gewoon te snel, waardoor de helpers hem niet bij konden houden.
7. 1 of 2 bij het begin van de attractie, 2 naast het kind (probeerden hem nog op te vangen) en 1 of 2 aan het eind.
(…)”


Het geschil

3.1.
[naam 5] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht dat Combiwel aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade, met veroordeling van Combiwel in de kosten van het geding.

3.2.
[naam 5] stelt daartoe –kort gezegd- dat Combiwel aansprakelijk is voor de door [eiser] ten gevolge van het ongeval geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade, omdat de stormbaan te gevaarlijk en aldus ongeschikt was voor kinderen van elf jaar oud en omdat volgens [naam 5] onvoldoende toezicht en begeleiding aanwezig was bij de stormbaan op het moment dat het ongeval plaatsvond. Op Combiwel rust in dit kader een risicoaansprakelijkheid, aldus [naam 5].

3.3.
Combiwel voert verweer en betwist dat zij aansprakelijk is voor de door [eiser] ten gevolge van het ongeval geleden schade. Van risicoaansprakelijkheid is volgens Combiwel geen sprake, nu een dergelijke risicoaansprakelijkheid niet uit de wet volgt. Combiwel weerspreekt voorts dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] en voert daartoe – kort gezegd – aan dat de stormbaan geschikt was voor kinderen vanaf 7 jaar en zij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om ongelukken op de stormbaan dan wel de gevolgen daarvan te voorkomen of te beperken.

3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.


De beoordeling

4.1.
In geschil is of Combiwel aansprakelijk is voor de door [eiser] ten gevolge van het ongeval geleden en nog te lijden schade.

4.2.
De stelling van [naam 5] dat op Combiwel een risicoaansprakelijkheid rust, is in het geheel niet onderbouwd. Combiwel heeft er terecht op gewezen dat een dergelijke risicoaansprakelijkheid voor de organisatoren van sportevenementen niet volgt uit de wet. De rechtbank zal dan ook aan deze stelling van [naam 5] voorbij gaan.

4.3.
De rechtbank begrijpt de stellingen van [naam 5] voorts aldus dat hij meent dat Combiwel onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld door een attractie aan hem ter beschikking te stellen die volgens [naam 5] te gevaarlijk en dus ongeschikt is voor kinderen van elf jaar oud. [naam 5] verwijt Combiwel bovendien dat onvoldoende begeleiding aanwezig was bij de stormbaan, hetgeen volgens [naam 5] wel noodzakelijk was gezien de aard van de attractie en de jeugdige leeftijd van de deelnemers.

4.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Combiwel heeft onweersproken gesteld dat de stormbaan uit één groot geheel bestaat dat is aangesloten op een compressor en dat, wanneer een deelnemer van een bal valt, hij altijd terecht komt op het luchtkussen. Vast staat dat aan de zijkanten van de stormbaan met lucht gevulde pilaren staan waar netten tussen gespannen zijn om te voorkomen dat een deelnemer die van een bal valt naast het luchtkussen belandt. Blijkens een certificaat van goedkeuring voldoet de stormbaan aan de vervaardigingsvoorschriften genoemd in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen. Combiwel mocht naar het oordeel van de rechtbank betekenis hechten aan dit certificaat, evenals aan de door [bedrijfsnaam] gegeven leeftijdsindicatie “vanaf 7 jaar”. Gelet op het voorgaande kan de rechtbank [naam 5] niet volgen in zijn stelling dat de stormbaan (zonder meer) te gevaarlijk en dus ongeschikt is voor kinderen van elf jaar oud. De rechtbank is evenwel met [naam 5] eens dat een zekere vorm van toezicht en begeleiding, mede gelet op de jeugdige leeftijd van de deelnemers, noodzakelijk was om te voorkomen dat gevaarlijke situaties zouden ontstaan op de stormbaan.

4.5.
De vraag die beantwoord dient te worden is dus of Combiwel voldoende en passende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen ter voorkoming of beperking van het risico van een ongeval en de gevolgen daarvan. De rechtbank merkt in dat kader op dat het feit dat het risico op een ongeval zich in dit geval verwezenlijkt heeft, niet zonder meer betekent dat sprake is van onrechtmatig handelen van Combiwel.

4.6.
Combiwel heeft onweersproken gesteld dat er op 27 juli 2012 medewerkers van Combiwel en vrijwilligers aanwezig waren bij de stormbaan, waarmee voorafgaand was besproken hoe de stormbaan gebruikt moest worden en welke veiligheidsaspecten van belang waren. Combiwel heeft aangevoerd dat er een medewerker aan het begin van de stormbaan stond om erop toe te zien dat er maar één kind tegelijk op de stormbaan was en om instructies te geven over de wijze waarop de stormbaan gebruikt moest worden. Daarbij werd volgens Combiwel verteld dat de deelnemers niet mochten rennen, maar van bal naar bal moesten springen en dat het maken van salto’s niet was toegestaan. Tasjes, brillen, telefoons en dergelijke moesten de kinderen aan het begin van de stormbaan laten liggen. Aan het eind van de stormbaan stond een vrijwilliger om de deelnemers op te vangen en te voorkomen dat kinderen aan de achterzijde de stormbaan op zouden lopen. [naam 5] heeft de hiervoor omschreven maatregelen niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken. Gesteld nog gebleken is dat er ten tijde van het ongeval sprake was van een gevaarlijke situatie op de stormbaan ten gevolge van de aanwezigheid van meerdere kinderen of rondvliegende voorwerpen op de stormbaan. Ook uit de hiervoor onder 2.8 t/m 2.11 opgenomen getuigenverklaringen volgt dat er medewerkers althans vrijwilligers aanwezig waren aan het begin en het einde van de stormbaan en dat de deelnemers instructies kregen over het gebruik van de baan.

4.7.
Combiwel heeft voorts aangevoerd dat er twee vrijwilligers op de stormbaan stonden om de deelnemers (zo nodig) aan de hand over de ballen te begeleiden naar de overkant van de stormbaan en/of om ze op te vangen. [naam 5] heeft betwist dat [eiser] door twee vrijwilligers naar de overkant van de stormbaan werd begeleid ten tijde van het ongeval. Volgens [naam 5] had dat wel moeten gebeuren. De rechtbank overweegt dat nu niet met zekerheid kan worden vastgesteld of [eiser] wel of niet naar de overkant begeleid werd op het moment van het ongeval. De rechtbank acht het antwoord op die vraag echter niet van doorslaggevend belang voor haar beoordeling.

4.8.
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende toezicht en begeleiding aanwezig was bij de stormbaan op 27 juli 2012 om gevaarlijke situaties te voorkomen. Combiwel heeft met de hiervoor onder 4.6 omschreven maatregelen voldoende en passende voorzorgsmaatregelen getroffen ter voorkoming of beperking van het risico van een ongeval en de gevolgen daarvan. De omstandigheid dat [eiser] wellicht niet door twee vrijwilligers naar de overkant van de stormbaan werd begeleid ten tijde van het ongeval doet daar niet aan af. Het begeleiden van een deelnemer naar de overkant van de stormbaan kan naar het oordeel van de rechtbank niet als een noodzakelijke voorzorgsmaatregel worden aangemerkt. Hoewel de kans dat een deelnemer die van de ene op de andere bal springt om de overkant van de stormbaan te bereiken valt aanzienlijk is, nu dat inherent is aan een stormbaan en sommige jeugdige deelnemers wellicht niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid zullen betrachten, is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan en de kans dat die ongevallen ernstige gevolgen zullen hebben klein. Niet in geschil is immers dat een deelnemer die valt altijd op het luchtkussen landt en dus zacht terecht komt. Ook [eiser] is op het luchtkussen gevallen. Daarbij is hij kennelijk ongelukkig terecht gekomen op zijn elleboog. De gevolgen van de val van [eiser] waren voor Combiwel echter niet voorzienbaar en zij behoefde dan ook geen verdere voorzorgsmaatregelen te treffen om dit ongeval en de daaruit voortvloeiende schade te voorkomen, voor zover het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade al had kunnen worden voorkomen.

4.9.
Voor zover [naam 5] heeft bedoeld te stellen dat de stormbaan ondeugdelijk was, omdat de bal waar [eiser] vanaf is gevallen, danwel de stormbaan, lek of niet goed opgeblazen zou zijn geweest, overweegt de rechtbank als volgt. Combiwel heeft weersproken dat er sprake was van een gebrek aan de stormbaan. Daarbij wijst Combiwel er nog op dat de stormbaan kort na het ongeval opnieuw is verhuurd, zonder dat er een reparatie heeft plaatsgevonden. De rechtbank stelt vast dat er geen enkele aanwijzing bestaat dat er sprake zou zijn van een gebrek aan de stormbaan. Nu [naam 5] zijn stelling op dit punt ook niet nader heeft onderbouwd, zal de rechtbank hieraan voorbij gaan.

4.10.
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat van onrechtmatig handelen van Combiwel jegens [eiser] niet gebleken is. Combiwel is niet aansprakelijk voor de door [eiser] ten gevolge van het ongeval geleden en nog te lijden schade. De vorderingen van [naam 5] zullen dan ook worden afgewezen. ECLI:NL:RBAMS:2014:5015