Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Dordrecht Rb loopt risicofactoren voor rsi na, en concludeert dat zorgplicht niet geschonden is

Rb Dordrecht Rb loopt risicofactoren voor rsi na, en concludeert dat zorgplicht niet geschonden is
3.  Eiseres heeft als risicofactoren voor het ontstaan van haar RSI-klachten aangevoerd:
- repeterende werkzaamheden in de vorm van beeldschermwerk gedurende meer dan 4 tot 6 uur per dag, in dezelfde
houding;
- ongunstige werkhouding / tekortschietend werkmeubilair;
- (spier)belastende luchtbehandeling;
- werkdruk;
- stress door het ontbreken van steun van leidinggevenden.

4.  Deze factoren zijn terug te vinden in het Rapport van de Gezondheidsraad van 27 november 2000 en in de resultaten van het onderzoek ‘Maatregelen RSI bij beeldschermwerk’ van 2001 (bijlage 6 bij het rapport van Expertiseburo voor beroepsziekten Arboschade van 25 maart 2005), behalve de factor (spier)belastende luchtbehandeling. Dit laatste punt zal aan de orde komen in rechtsoverweging 13.

5.  Thans zal hetgeen dat als bewijs is aangevoerd per risicofactor worden besproken.

(...)

Causaal verband en zorgplicht
19.  Op grond van de bewijslevering door eiseres is vast komen te staan dat eiseres maximaal gemiddeld vijf uur per dag, gedurende drie dagen per week niet-intensief beeldschermwerk verrichtte en dat eiseres tot op zekere hoogte vrij was om haar werkzaamheden zelf in te delen. Op grond hiervan wordt geoordeeld dat ten aanzien van de werkzaamheden van eiseres bij gedaagde geen sprake was van repeterende werkzaamheden die een risicofactor kunnen vormen voor het ontwikkelen van RSI-klachten.

20.  Voorts is gebleken dat eiseres op haar werkplek beschikte over meubilair dat individueel in te stellen was en ook daadwerkelijk individueel is ingesteld, door een ergonoom. Dat sprake was van (te) hoge werkdruk en/of een gebrek aan steun door leidinggevenden wordt niet bewezen geacht.

21.  Wel wordt bewezen geacht dat eiseres vanaf de verhuizing van gedaagde in september 1997 tot uiterlijk februari 1998, derhalve een periode van vijf maanden, heeft getelefoneerd met de hoorn tussen haar hoofd en schouder geklemd.
Tevens wordt bewezen geacht dat eiseres is blootgesteld aan koude lucht door een niet juist functionerend klimaatbeheersingssysteem.

22.  Ervan uitgaande dat deze twee factoren de RSI-klachten bij eiseres kunnen hebben veroorzaakt, dient onderzocht te worden of gedaagde aan haar zorgplicht heeft voldaan, dan wel of het nakomen van die zorgplicht van invloed zou zijn geweest op het ontstaan van de klachten van eiseres.

23.  Gesteld noch gebleken is dat eiseres vóór half december 1997 aan gedaagde heeft verzocht haar te voorzien van een headset om een betere houding aan te kunnen nemen tijdens het telefoneren. Uit het verslag van het werkoverleg van 3 februari 1998 is af te leiden dat eiseres op dat moment reeds over de headset beschikte. Geoordeeld wordt dat gedaagde, door eiseres binnen twee maanden na haar verzoek hierom van een headset te voorzien, adequaat en snel heeft gereageerd op het verzoek van eiseres en derhalve haar zorgplicht correct is nagekomen op dit punt.

24.  Dan resteert het probleem met de koude lucht. Dhr. [naam] toenmalig Hoofd Facilitaire Diensten, heeft (schriftelijk) verklaard dat er onderzoek is gedaan naar de luchtcirculatie en dat er een aantal problemen is opgelost door zogeheten by-passes. Voorts heeft [toenmalig Hoofd Facilitaire Diensten] verklaard dat de eigenaar van het gebouw, die verantwoordelijk is voor goed functionerende gebouwgebonden installaties, niet genegen was het lucht¬behandelings¬systeem te vervangen en dat reserveonderdelen voor het systeem lastig te verkrijgen waren omdat het systeem (sterk) verouderd was.

25.  Uit de verklaringen van [getuige 1 van eiseres] en [getuige 3 van gedaagde] is op te maken dat de invoer van te veel (koude) lucht uit de roosters eenvoudig was op te lossen door iets op de roosters te leggen. Uit de verklaringen van [getuige 2 van eiseres] en [getuige 2 van gedaagde] is af te leiden dat eiseres ten minste eenmaal van werkplek is veranderd. Dit komt overeen met de verklaring van eiseres zelf in het rapport van Expertiseburo voor beroepsziekten Arboschade van 25 maart 2005. [getuige 2 van eiseres] heeft bovendien verklaard dat dit op initiatief van eiseres is gebeurd, om uit te vinden wat voor haar het beste was.

26.  Geoordeeld wordt dat gedaagde door het ventilatieprobleem bij de verhuurder aan te kaarten, onderzoek hiernaar te verrichten en aanpassingen hieraan te laten verrichten, die maatregelen heeft getroffen die in haar macht lagen. Bovendien is uit de verklaringen van [getuige 1 van eiseres] en [getuige 3 van gedaagde] af te leiden dat het voor de individuele werknemers mogelijk was de luchtstroom te beperken én is eiseres in de gelegenheid gesteld van werkplek te wisselen. Deze omstandigheden, alsmede het feit dat eiseres slechts twee dagen per week op haar werkplek aanwezig was, maken dat geoordeeld wordt dat gedaagde als werkgever ook op dit punt haar zorgplicht jegens eiseres voldoende is nagekomen.

27.  Samenvattend leidt het bovenstaande tot de volgende conclusie. Eiseres heeft de aanwezigheid van twee risicofactoren voor het ontstaan van RSI-klachten aangetoond, te weten het werken met een gebogen nek alsmede de aanwezigheid van een koude luchtstroom. Ervan uitgaande dat de klachten van eiseres door deze factoren zijn ontstaan, is geoordeeld dat gedaagde haar zorgplicht jegens eiseres op deze punten is nagekomen. Dit leidt ertoe dat gedaagde niet aansprakelijk kan worden geacht voor schade die eiseres heeft geleden en nog lijdt door de klachten aan haar rechterarm en –schouder.

28.  De vordering wordt derhalve afgewezen en eiseres wordt in de proceskosten veroordeeld. LJN BF1567