Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Haarlem 010910 coma na vechtpartij

Rb Haarlem 010910 coma na vechtpartij; schadebegroting
2.1.  [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn bij vonnissen op tegenspraak van 6 oktober 2004 door de politierechter te Haarlem veroordeeld voor mishandeling, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend, op 30 juni 2004 van [eiser]. Bij deze vonnissen is tevens een voorschot op de schadevergoeding van EUR 5.000,-- toegewezen. Tegen voornoemde vonnissen is geen hoger beroep ingesteld. [gedaagden] hebben het voorschot voldaan.

2.2.  Na voornoemde mishandeling is [eiser] in coma geraakt en is hij vervoerd naar het ziekenhuis De Heel te Zaandam, alwaar een fors hersenletsel werd geconstateerd. Vervolgens is [eiser] overgebracht naar het VU-ziekenhuis te Amsterdam voor een spoedoperatie (Craniotomie). Vervolgens heeft [eiser] een maand in het Rode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk doorgebracht ter observatie. Daarna heeft hij 5 weken gerevalideerd in het revalidatiecentrum Heliomare te Wijk aan Zee.
(...)
4.  De beoordeling
4.1.  [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van de veroordeling door de politierechter [gedaagden] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiser] geleden schade. De schade bestaat uit materiële schade, te weten: medische behandelingen, verlies aan arbeidsvermogen, verlies zelfredzaamheid en andere materiële schade, alsmede immateriële schade. [eiser] stelt aanzienlijke beperkingen en belemmeringen te hebben: hij kan zich moeilijk concentreren, kan moeilijk zaken onthouden en hij raakt sneller geïrriteerd en agressief. Verder stelt hij last te hebben van gehoorverlies aan de linkerzijde van zijn hoofd, een voortdurende pieptoon te horen en dat zijn reuk- en smaakvermogen zijn aangetast. Verder heeft hij vermoeidheidsklachten, zweetaanvallen en kans op epileptische aanvallen.

4.2.  [gedaagde sub 2] heeft ontkend dat hij de klappen heeft gegeven waardoor [eiser] met zijn hoofd op de straat is gevallen. Hij stelt dat het [gedaagde sub 1] is geweest die de klap heeft uitgedeeld waarbij [eiser] ten val is gekomen. Voorzover hij wel heeft geslagen is dat in reactie geweest op het slaan, al dan niet met een knuppel, door [eiser].

4.3.  In dit kader geldt dat ingevolge artikel 161 in samenhang met artikel 151, tweede lid, Rv het bewezen verklaarde strafbare feit ook in het civiele geding als vaststaand dient te worden aangenomen, behoudens tegenbewijs. Anders dan [gedaagde sub 2] stelt is hij blijkens het strafvonnis niet veroordeeld voor openlijke geweldpleging, doch voor mishandeling. De rechtbank zal dan ook ervan uit dienen te gaan dat [gedaagde sub 2] [eiser] mishandeld heeft. Om toe te komen aan tegenbewijs zal [gedaagde sub 2] feiten en omstandigheden moeten stellen waaruit blijkt dat hij niet degene is geweest die [eiser] heeft geslagen. [gedaagde sub 2] had bijvoorbeeld verklaringen van omstanders (onder meer zijn broers) in het geding kunnen brengen. Nu [gedaagde sub 2] aan deze stelplicht niet heeft voldaan, kan niet worden toegekomen aan bewijslevering op dit punt. Het ter zitting door de raadslieden van [gedaagden] gedane verzoek om [eiser] op te dragen het strafdossier in het geding te brengen, wordt reeds daarom afgewezen.

4.4.  Met het vorenstaande staat vast dat [gedaagden] onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiser] en dat dit onrechtmatig handelen hen ook toegerekend kan worden. [gedaagden] dienen dan ook in beginsel de schade die [eiser] als gevolg van de mishandeling heeft geleden te vergoeden.

4.5.  [gedaagde sub 2] doet een beroep op eigen schuld: [eiser] heeft willens en wetens het gevecht opgezocht, althans het risico genomen dat hij in een vechtpartij letsel zou bekomen. Bovendien had hij een bovenmatige hoeveelheid bier gedronken. De rechtbank begrijpt deze stellingen aldus, dat [gedaagde sub 2] met een beroep op artikel 6:101 BW betoogt dat de schade die [eiser] heeft geleden vanwege de genoemde omstandigheden voor zijn eigen rekening moet blijven. Nu [gedaagde sub 2] ook voor deze stellingen geen nadere feitelijke onderbouwing heeft gegeven, gaat de rechtbank hieraan voorbij.
LJN BN9932