Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 151117 fysieke confrontatie mountainbikers; bewijsopdracht gedaagde zoon tzv noodweer; in reconventie bewijsopdracht tzv wurggreep en klappen

Rb Oost-Brabant 151117 fysieke confrontatie mountainbikers; bewijsopdracht gedaagde zoon tzv noodweer; in reconventie bewijsopdracht tzv wurggreep en klappen

3 De beoordeling

In conventie en in reconventie

3.1.
Partijen zijn op 27 maart 2016 (paaszondag) op hun mountainbikes het bos in gegaan voor een fietstocht. Daar zijn zij elkaar tegengekomen, zijn zij op onplezierige wijze met elkaar in gesprek geraakt wat uiteindelijk heeft geresulteerd in een fysieke confrontatie tussen [eiser conventie/verweerder reconventie] en [gedaagden conventie/eisers reconventie] . Partijen zijn het niet eens over wat er precies is gebeurd - wie agressor(en) was/waren en wie slachtoffer(s) - en vorderen over en weer vergoeding van (letsel)schade als gevolg van mishandeling.

Vaststaande feiten

3.2.
Feiten waarover partijen het eens zijn, en die de rechtbank dan ook als vaststaand zal aannemen, zijn samengevat onder meer de volgende.

- a) Op zondag 27 maart 2016 in de middag is [eiser conventie/verweerder reconventie] (geboren in [geboortejaar] ) samen met zijn echtgenote mevrouw [naam echtgenote eiser] (geboren in [geboortejaar] ) gaan mountainbiken in natuurgebied De Maashorst. Zij volgden de gemarkeerde rode route “Rondje Herperduin”.
- b) Diezelfde middag is ook [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] (geboren in [geboortejaar] ) met zijn zoon [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] (geboren in [geboortejaar] ) gaan mountainbiken door hetzelfde natuurgebied om naar Maashorst te rijden. Om wat uitdaging te vinden namen ze een heuvelig paadje door de duinen.
- c) Op dit paadje - deel van de rode route - kwamen de vier fietsers elkaar tegen. Dit was op een plaats waar het pad smal is (een singletrack) en eerst heuvelaf en direct daarna weer heuvelop gaat. Op het laagste punt tussen de twee heuveltjes hield [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stil en ging hij met zijn fiets naast het paadje staan om [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] te laten passeren, die vanuit tegengestelde richting vanaf het heuveltje kwamen. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stond achter zijn vader te wachten. [eiser conventie/verweerder reconventie] kon de twee fietsers probleemloos passeren maar [naam echtgenote eiser] had hinder van hen, moest vaart minderen en had vervolgens meer moeite de volgende heuvel op te trappen.
- d) Na het passeren van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] heeft [naam echtgenote eiser] hem - hoorbaar voor [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] - een sukkel genoemd. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] is vervolgens omgedraaid en achter [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] aan gereden. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] is achter zijn zoon aan gereden. Al snel stopten [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] met fietsen. [gedaagden conventie/eisers reconventie] stopten op dezelfde plek. Het pad was hier enkele meters breed. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] heeft [naam echtgenote eiser] aangesproken over haar opmerking dat hij een sukkel zou zijn. Tussen [eiser conventie/verweerder reconventie] en [gedaagden conventie/eisers reconventie] heeft vervolgens discussie plaatsgevonden. [eiser conventie/verweerder reconventie] verweet [gedaagden conventie/eisers reconventie] dat zij tegen de voorgeschreven rijrichting fietsten. [gedaagden conventie/eisers reconventie] gaven aan niet op de hoogte te zijn van een verplichte rijrichting.
- e) Op enig moment wilde [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] [eiser conventie/verweerder reconventie] passeren om de plaats waar zij stonden te verlaten. [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] toen van achteren vastgepakt om hem te stoppen, waarbij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] ten val is gekomen. [eiser conventie/verweerder reconventie] bevond zich bovenop [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] Daarna is een worsteling ontstaan tussen [eiser conventie/verweerder reconventie] en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] is opgestaan en heeft [eiser conventie/verweerder reconventie] in het gezicht geslagen. [eiser conventie/verweerder reconventie] bemerkte daarna dat hij slecht zag en dat zijn bril kapot was.
- f) [eiser conventie/verweerder reconventie] wilde de identiteitsgegevens van [gedaagden conventie/eisers reconventie] ontvangen om de schade aan zijn bril te kunnen verhalen en verzocht hen mee te lopen naar een huis in de buurt. Onderweg hebben [gedaagden conventie/eisers reconventie] geprobeerd weg te fietsen, maar [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft dit verhinderd. Partijen zijn aangekomen bij een huis waar de politie is gewaarschuwd.
- g) De politie is gekomen en heeft tevens een ambulance laten komen die [eiser conventie/verweerder reconventie] naar het ziekenhuis heeft overgebracht.
- h) Diezelfde dag is in het ziekenhuis ernstig oogletsel aan het linkeroog van [eiser conventie/verweerder reconventie] geconstateerd. Hij moest worden geopereerd aan een gescheurd en dubbelgeslagen hoornvlies en een scheur in zowel de iris als de pupil, als gevolg van penetratie van het oog van - naar alle waarschijnlijkheid - een scherp onderdeel van de kapot geslagen bril van [eiser conventie/verweerder reconventie] . Bij [eiser conventie/verweerder reconventie] werd al spoedig ook een hersenschudding gediagnosticeerd en een acute stressstoornis, zich uitend in angstig en bizar, kinderlijk gedrag.
- i) Op 5 april 2016 heeft [naam echtgenote eiser] namens [eiser conventie/verweerder reconventie] aangifte gedaan tegen [gedaagden conventie/eisers reconventie]
- j) Op 6 april 2016 hebben [gedaagden conventie/eisers reconventie] aangifte gedaan tegen [eiser conventie/verweerder reconventie] .
- k) [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft op 28 maart 2017 op zijn verzoek een uitkering van € 5.000,- ontvangen uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
- l) De strafzaak tegen [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] is door het Openbaar Ministerie op 5 mei 2017 geseponeerd vanwege onvoldoende bewijs. [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft hiertegen bezwaar gemaakt middels een klaagschrift ex artikel 12 Sv bij het Gerechtshof.
- m) Op 15 mei 2017 heeft het Openbaar Ministerie aan [gedaagden conventie/eisers reconventie] laten weten nog geen beslissing te hebben genomen over eventuele strafvervolging van [eiser conventie/verweerder reconventie] .
- n) [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] wordt door het Openbaar Ministerie verdacht van eenvoudige mishandeling en is in verband hiermee uitgenodigd te verschijnen op een TOM-zitting op 9 augustus 2017.

Relaas [eiser conventie/verweerder reconventie]

3.3.
[eiser conventie/verweerder reconventie] stelt dat het volgende is gebeurd. [gedaagden conventie/eisers reconventie] zijn [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] achterna gereden om verhaal te gaan halen omdat zij [naam echtgenote eiser] het woord ‘sukkel’ hadden horen zeggen. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] was opgefokt, trilde van boosheid en zocht vrijwel onmiddellijk de fysieke confrontatie door te proberen met het stuur van zijn fiets tussen [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] door te drukken, waarbij het stuur hen beiden in de buik raakte. [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] vervolgens bij zijn jack gepakt om hem tegen te houden. [eiser conventie/verweerder reconventie] verloor daarbij zijn evenwicht en viel samen met [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] op de grond. [eiser conventie/verweerder reconventie] werd door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] omhoog getrokken en vastgehouden. [eiser conventie/verweerder reconventie] en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] hebben wat geduwd en getrokken en vervolgens heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] [eiser conventie/verweerder reconventie] meerdere keren heftig in het gezicht en op het hoofd geslagen, daarbij geholpen door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] die ook zelf nog een aantal klappen op het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] uitdeelde. Pas toen [eiser conventie/verweerder reconventie] in elkaar zakte en [naam echtgenote eiser] tegen [gedaagden conventie/eisers reconventie] riep dat ze ‘moesten kappen’, hielden [gedaagden conventie/eisers reconventie] op met slaan en stompen, aldus [eiser conventie/verweerder reconventie] .

3.4.
[eiser conventie/verweerder reconventie] stelt dat [gedaagden conventie/eisers reconventie] na het incident hun naam niet wilden geven en zeiden dat ze geen telefoon bij zich hadden om de politie te bellen, terwijl later bleek dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] wel een telefoon bij zich had. Toen ze gezamenlijk onderweg gingen naar het dichtstbijzijnde woonhuis om de politie te bellen, sprongen [gedaagden conventie/eisers reconventie] plotseling op hun fiets en fietsten zij weg. [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft hen toen over een afstand van 20 tot 30 meter achterna gerend en de eerste die hij achterhaalde een duw gegeven waardoor deze ten val kwam. Dat bleek later [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] te zijn. Bij het gezamenlijk oplopen naar het woonhuis heeft [eiser conventie/verweerder reconventie] naar eigen zeggen [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] ‘stevig bij de arm vastgehouden’ om te voorkomen dat hij opnieuw zou proberen te ontsnappen. De politie zag [eiser conventie/verweerder reconventie] direct als slachtoffer en [gedaagden conventie/eisers reconventie] hebben tegenover de politie hun verhaal niet verteld, aldus [eiser conventie/verweerder reconventie] .

3.5.
Ter ondersteuning van zijn relaas verwijst [eiser conventie/verweerder reconventie] naar de verklaringen die [naam echtgenote eiser] en hijzelf hebben afgelegd tegenover de politie, op respectievelijk 5 april 2016 en 22 september 2016, en naar verslagen van de gesprekken die zij op 23 juni 2016 voerden met [naam medewerker aansprakelijkheidsverzekeraar] , een medewerker van de aansprakelijkheidsverzekeraar van [gedaagden conventie/eisers reconventie] (producties 1, 2, 3 en 19 van [eiser conventie/verweerder reconventie] ).

Relaas [gedaagden conventie/eisers reconventie]

3.6.
[gedaagden conventie/eisers reconventie] stellen dat het volgende is gebeurd. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] is na het horen van het woord ‘sukkel’ omgedraaid om uitleg te vragen aan [naam echtgenote eiser] over deze bejegening. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] , die had gehoord dat [naam echtgenote eiser] ‘sukkel’ riep en zag dat zijn zoon omkeerde, riep hem na dat ze beter hun weg konden vervolgen. Zijn zoon reed echter door en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] is hem achterna gereden. [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] stopten al snel en bij hen aangekomen heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] aan [naam echtgenote eiser] gevraagd waarom het nodig was hem een ‘sukkel’ te noemen. [eiser conventie/verweerder reconventie] werd toen erg boos en verweet [gedaagden conventie/eisers reconventie] dat zij tegen de rijrichting in reden. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] , die er inmiddels ook bij was gekomen, heeft geprobeerd [eiser conventie/verweerder reconventie] te kalmeren door uit te leggen dat zij niet wisten van een voorgeschreven rijrichting, en door er op te wijzen dat zij toch op een nette manier ruimte hadden geboden om te passeren. [eiser conventie/verweerder reconventie] meende aan de fietsen van [gedaagden conventie/eisers reconventie] te kunnen zien dat ze geoefende fietsers waren en dus moesten weten van de rijrichting. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stond te trillen op zijn benen van spanning en angst omdat [eiser conventie/verweerder reconventie] zo tegen hem tekeer ging. [eiser conventie/verweerder reconventie] zei vervolgens tegen hem: “Wat sta jij nou te trillen jongen, zal ik jou eens even gaan aanpakken”. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] heeft vervolgens tegen zijn zoon gezegd dat ze zouden vertrekken. [eiser conventie/verweerder reconventie] wilde echter niet dat [gedaagden conventie/eisers reconventie] in dezelfde richting zouden fietsen als hij. Hij vond dat ze moesten terugfietsen van waar zij vandaan kwamen. Maar omdat het smalle paadje slechts een zijspoor was op hun route naar Maashorst (zij hadden dit zijspoor genomen voor wat uitdaging in hun tocht) wilden zij terug naar het brede pad, in dezelfde richting als [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] , om via dat brede pad verder te fietsen naar Maashorst. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] is rustig met zijn fiets langs [eiser conventie/verweerder reconventie] gelopen. [naam echtgenote eiser] stond enige meters van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] vandaan en hij heeft haar niet geraakt. Nadat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] voorbij [eiser conventie/verweerder reconventie] liep heeft deze hem vastgegrepen, van zijn fiets getrokken, op de grond gegooid en geslagen. [eiser conventie/verweerder reconventie] is hierbij op [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] gaan zitten. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] heeft vervolgens zijn fiets laten vallen en is naar [eiser conventie/verweerder reconventie] gelopen om zijn zoon te ontzetten. [eiser conventie/verweerder reconventie] keerde zich vervolgens tegen [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] . Hij gaf [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] een klap en nam hem in een wurggreep, waarbij [eiser conventie/verweerder reconventie] achter [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stond en zijn hoofd steeds verder naar achter trok. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] krabbelde op, zag de paniek in de ogen van zijn vader en heeft [eiser conventie/verweerder reconventie] één klap gegeven in het gezicht. [eiser conventie/verweerder reconventie] liet [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] toen los.

3.7.
[gedaagden conventie/eisers reconventie] stellen dat [eiser conventie/verweerder reconventie] vervolgens op dreigende toon hun gegevens vroeg. Uit angst voor [eiser conventie/verweerder reconventie] voelden zij er niet veel voor hem deze te geven. Toen [eiser conventie/verweerder reconventie] eiste dat zij mee zouden gaan naar een woonhuis om de politie te bellen, zijn zij in eerste instantie meegelopen maar omdat zij zich erg onveilig voelden bij [eiser conventie/verweerder reconventie] hebben zij geprobeerd weg te fietsen. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] werd daarbij door [eiser conventie/verweerder reconventie] van zijn fiets tegen een afrastering gesmeten. Toen [eiser conventie/verweerder reconventie] met [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] naar het woonhuis liep, pakte hij de arm van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en draaide die om met de bedoeling controle te houden. Toen de politie kwam hebben [gedaagden conventie/eisers reconventie] geprobeerd om hun verhaal te doen, maar zij kregen daarvoor geen kans. Omdat [eiser conventie/verweerder reconventie] zichtbaar letsel had en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] direct erkende hem te hebben geslagen, zag de politie [eiser conventie/verweerder reconventie] als slachtoffer. [gedaagden conventie/eisers reconventie] hebben de politie direct gevraagd of zij aangifte konden doen maar dat werd hen afgeraden omdat het hun woord tegen dat van [eiser conventie/verweerder reconventie] zou worden.

3.8.
Ter ondersteuning van hun relaas verwijzen [gedaagden conventie/eisers reconventie] onder meer naar de weergave van de gebeurtenissen die [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] op 30 maart 2016 naar de wijkagent heeft verstuurd en naar verslagen van de gesprekken die zij op 14 juli 2016 voerden met [naam medewerker aansprakelijkheidsverzekeraar] (producties 1, 2 en 4 van [gedaagden conventie/eisers reconventie] ).

In conventie

3.9.
[eiser conventie/verweerder reconventie] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagden conventie/eisers reconventie] aansprakelijk zijn voor zijn schade op grond van de artikelen 6:166 en 6:162 BW.

3.10.
[eiser conventie/verweerder reconventie] meent dat [gedaagden conventie/eisers reconventie] onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld door - nadat [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] hen waren gepasseerd - met hun fietsen te keren en [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] achterna te rijden om verhaal te gaan halen en door dit vervolgens niet te beperken tot een gesprek daarover maar vrijwel onmiddellijk over te gaan tot fysiek handelen c.q. geweld tegen [eiser conventie/verweerder reconventie] wat uiteindelijk heeft geleid tot ernstig oog- en hoofdletsel voor [eiser conventie/verweerder reconventie] . Door samen op te treden en [eiser conventie/verweerder reconventie] gezamenlijk (ernstig) te mishandelen, sterkten [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] elkaar in het (hen ook los van elkaar te verwijten) onrechtmatige gedrag, aldus [eiser conventie/verweerder reconventie] .

3.11.
[gedaagden conventie/eisers reconventie] voeren samengevat het volgende verweer. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] heeft geen enkele klap gegeven aan [eiser conventie/verweerder reconventie] . [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] heeft eenmaal met zijn vuist in het gezicht van [eiser conventie/verweerder reconventie] geslagen, en dat deed hij nadat hij eerst door [eiser conventie/verweerder reconventie] was aangevallen en geslagen en hij vervolgens zag dat zijn vader door [eiser conventie/verweerder reconventie] werd aangevallen en zich in een benarde positie bevond. Er was voor [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] sprake van een noodweer(exces) situatie, zodat schuld ontbreekt en het handelen hem niet kan worden toegerekend. Van een gezamenlijk optreden als bedoeld in artikel 6:166 BW was geen sprake. Zowel vader als zoon hebben juist geprobeerd de zaak te sussen. [gedaagden conventie/eisers reconventie] doen subsidiair een beroep op eigen schuld aan de zijde van [eiser conventie/verweerder reconventie] (artikel 6:101 BW) nu de escalatie van het incident geheel en al aan hem te wijten is.

Aansprakelijkheid [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1]

3.12.
Indien komt vast te staan dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] op 27 maart 2016 een aantal klappen op het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft gegeven, zoals [eiser conventie/verweerder reconventie] stelt, dan heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] daarmee onrechtmatig tegenover [eiser conventie/verweerder reconventie] gehandeld en is hij op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de schade die [eiser conventie/verweerder reconventie] als gevolg van die klappen op het hoofd heeft geleden.

3.13.
Indien niet komt vast te staan dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] klappen op het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft gegeven, dan is [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] toch aansprakelijk indien komt vast te staan dat zijn zoon letsel heeft toegebracht aan [eiser conventie/verweerder reconventie] , en dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] door zijn gedrag eraan heeft bijgedragen dat een situatie ontstond waarin [eiser conventie/verweerder reconventie] op die wijze letsel zou kunnen oplopen, wat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] van zijn gedrag had moeten weerhouden. Alsdan is [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] aansprakelijk op grond van artikel 6:166 BW.

3.14.
Indien niets van dit alles komt vast te staan, dan is [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] niet aansprakelijk en moeten de vorderingen van [eiser conventie/verweerder reconventie] worden afgewezen.

3.15.
Het is aan [eiser conventie/verweerder reconventie] , die op bovengenoemde gronden schadevergoeding vordert, om zijn stellingen over het onrechtmatig handelen van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] voldoende te onderbouwen. De rechtbank is van oordeel dat [eiser conventie/verweerder reconventie] hierin voor wat betreft zijn stelling dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] hem meerdere malen op het hoofd heeft geslagen, niet is geslaagd en overweegt daartoe het volgende.

3.15.1.
Alleen [naam echtgenote eiser] heeft verklaard te hebben gezien dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] [eiser conventie/verweerder reconventie] meerdere malen op het hoofd heeft geslagen. [naam echtgenote eiser] heeft over de vechtpartij tegenover de politie verklaard: “Ik zag dat mijn man de jongen vast pakte aan de achterzijde van zijn jas, ter hoogte van zijn kraag. Ik zag dat de jongen op de grond viel. Ik zag dat de jongen en de oudere man door het lint gingen. Ik zag dat de oudere man tegen mijn man begon te duwen en te trekken. Ik zag dat de jongen met vol geweld op mijn man dook. Mijn man stond op dat moment nog. Ik zag dat beiden met volle vuisten in het gezicht van mijn man sloegen en stompten. Mijn man zijn fietshelm nog op. Ik zag dat mijn man vol op zijn linkeroog werd geslagen en gestompt. Ik zag dat mijn man nog steeds door beiden werd geslagen. Ik zag dat door het slaan en stompen de bril van mijn man zijn hoofd werd geslagen. Ik zag dat mijn man door zijn knieën ging. Ik zag dat de jongen en de oudere man ophielden met slaan en stompen.”. Tegenover de verzekeraar van [gedaagden conventie/eisers reconventie] heeft zij verklaard: “Hierop pakte [eiser conventie/verweerder reconventie] [rechtbank: [eiser conventie/verweerder reconventie] ] [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] aan zijn trainingsjack vast. [eiser conventie/verweerder reconventie] zei: “Hé joh, doe eens normaal, dat kan zo niet”. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] verloor waarschijnlijk zijn evenwicht omdat [eiser conventie/verweerder reconventie] hem aan zijn trainingsjack trok. Ook [eiser conventie/verweerder reconventie] verloor zijn evenwicht en viel op [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] Als u mij vraagt waarom [eiser conventie/verweerder reconventie] viel, dan denk ik dat dat kwam omdat [eiser conventie/verweerder reconventie] waarschijnlijk ook niet zo stabiel stond. Toen [eiser conventie/verweerder reconventie] en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] op de grond lagen heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] bij zijn arm gepakt en hem omhoog getrokken. Daarna ontstond er een duw- en trekpartij tussen [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en [eiser conventie/verweerder reconventie] . [eiser conventie/verweerder reconventie] noemt het achteraf ‘oude-mensen-worstelen’. Hierbij vielen geen klappen. Het gebeurde nog op een redelijk beschaafde manier. Het voorval had hiermee klaar kunnen zijn. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stond naast mij op ongeveer een meter afstand van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en [eiser conventie/verweerder reconventie] . Als u mij vraagt of [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en [eiser conventie/verweerder reconventie] nog iets tegen elkaar hebben gezegd, dan verklaar ik dat er best wel wat gezegd kan zijn, maar ik weet niet meer wat. Terwijl [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en [eiser conventie/verweerder reconventie] aan het duwen en trekken waren dook [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] plotseling op [eiser conventie/verweerder reconventie] . Ik zag dat hij op het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] beukte. Hij sloeg met zijn vuist. Dat deed hij meerdere keren. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] had [eiser conventie/verweerder reconventie] vast zodat [eiser conventie/verweerder reconventie] niet weg kon. Ik zag dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] ook nog op het hoofd en in zijn zijde heeft geslagen. [eiser conventie/verweerder reconventie] zakte daarna door zijn knieën en viel op de grond.

3.15.2.
Deze verklaringen van [naam echtgenote eiser] over het precieze verloop van de vechtpartij zijn niet helemaal eenduidig en haar verklaring dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] klappen heeft uitgedeeld op het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] vindt bovendien geen uitdrukkelijke steun in de verklaringen van alle andere betrokkenen, waaronder die van [eiser conventie/verweerder reconventie] zelf. Tegenover de verzekeraar heeft [eiser conventie/verweerder reconventie] over de vechtpartij verklaard: “Omdat hij weg wilde gaan, heb ik geprobeerd hem tegen te houden en hem bij de achterzijde van het shirt gepakt. Hierdoor viel [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] en ik viel op hem. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] trok mij van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] af. Daarna hielden [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en ik elkaar vast. Ik stond recht tegenover [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stond bij [naam echtgenote eiser] [rechtbank: [naam echtgenote eiser] ]. Wij duwden en trokken wat aan elkaar. Ik noem dat ‘oude mannen worstelen’. Plotseling voelde ik een hevige pijn in mijn oog. Ik weet niet of ik één of meerdere klappen heb gevoeld. Wel weet ik dat ik ben gevallen en dat het slaan ophield.” Nadien heeft [eiser conventie/verweerder reconventie] tegenover de politie verklaard: “Ik heb toen de jongen van achteren bij zijn kraag of shirt gepakt. Hierdoor viel de jongeman van zijn fiets. Door zijn val viel ik op hem. Toen ik op de jongeman lag ben ik door iemand van hem afgetrokken, dit bleek de andere fietser. Hierdoor kwam ik weer op mijn benen te staan. Wat er toen gebeurde kan ik denk ik het beste omschrijven als oude mannen vechten/ worstelen. Ik weet niet meer precies wat er is gebeurd maar het zal waarschijnlijk wel wat duw en trekwerk zijn geweest. Ik hoorde mijn vrouw tijdens dit geheel roepen. Ik weet niet of dit roepen van mijn vrouw tegen mij of tegen de andere personen is geweest, of beide. Op een bepaald moment lag ik op de grond en hield het "vechten" op. Hierop ben ik gaan staan en voelde ik een koud gevoel aan mijn linkeroog.” Deze verklaringen van [eiser conventie/verweerder reconventie] laten ruimte voor de mogelijkheid dat [eiser conventie/verweerder reconventie] eenmaal door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] op zijn hoofd is geslagen en niet tevens door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] , zoals ook [gedaagden conventie/eisers reconventie] beiden hebben verklaard.

3.15.3.
Ook de aard van het letsel dat bij [eiser conventie/verweerder reconventie] is vastgesteld - een ernstig beschadigd oog, een hersenschudding, drukpijn op de borstkas rechts en een blauwe plek op het rechter scheenbeen - toont niet aan dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] hem op het hoofd heeft geslagen. Het oogletsel en de hersenschudding kunnen zijn veroorzaakt door de vuistslag van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] tegen het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] , waarvan vaststaat dat die is gegeven. Daarbij is dan vermoedelijk de bril van [eiser conventie/verweerder reconventie] gebroken en heeft een scherp gedeelte van deze bril [eiser conventie/verweerder reconventie] in het oog geraakt. Dat dit letsel niet door deze ene vuistslag kan zijn ontstaan, maar dat [eiser conventie/verweerder reconventie] daarvoor meermaals op het hoofd moet zijn geslagen, ook door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] , is door [eiser conventie/verweerder reconventie] niet gesteld of onderbouwd. De andere verwondingen van [eiser conventie/verweerder reconventie] (aan borst en scheenbeen) kunnen niet het gevolg zijn geweest van klappen op het hoofd.

3.15.4.
[eiser conventie/verweerder reconventie] beroept zich er op dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zich na de vechtpartij meer als een dader dan als een slachtoffer heeft gedragen. De rechtbank overweegt dat het ‘vluchtgedrag’ van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] er op kan wijzen dat hij zich wilde onttrekken aan de consequenties van wat er was voorgevallen. Dat hoeft evenwel niet te hebben gezien op zijn eigen gedrag maar kan ook verband hebben gehouden met het gedrag van zijn zoon. Dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] wilde vluchten kan ook zijn voortgekomen uit angst voor [eiser conventie/verweerder reconventie] , zoals [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stelt. Een feit is dat [eiser conventie/verweerder reconventie] tijdens de tocht naar het huis nog fysiek geweld heeft gebruikt tegenover [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] door hem van zijn fiets te duwen en door hem ‘stevig bij de arm te pakken’. Onweersproken is gesteld dat de onderarm van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] blauw was doordat deze door [eiser conventie/verweerder reconventie] was omgedraaid, en dat hij een bloeduitstorting had over de gehele lengte van zijn been die hij opliep toen hij door [eiser conventie/verweerder reconventie] van zijn fiets af tegen een afrastering werd gegooid. Dit wijst er op dat [eiser conventie/verweerder reconventie] na het incident nog niet rustig was, zoals [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stelt, en bij het beletten van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] om te vluchten fors geweld heeft toegepast. Hieruit blijkt ook dat [eiser conventie/verweerder reconventie] kennelijk niet bang was voor [gedaagden conventie/eisers reconventie] , ondanks dat hij naar eigen zeggen kort daarvoor door hen samen zou zijn mishandeld. Aangezien [eiser conventie/verweerder reconventie] zichtbaar letsel had en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] direct erkende hem te hebben geslagen, is het niet verwonderlijk dat de politie [eiser conventie/verweerder reconventie] als slachtoffer heeft gezien. Uit de niet weersproken stellingen van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] volgt dat hij en zijn zoon wel degelijk direct aan de politie te kennen hebben gegeven zich (ook) slachtoffer te voelen en aangifte te willen doen, maar dat zij daarvoor op dat moment geen gehoor vonden bij de politie en dat zij zich daar voor dat moment bij hebben neergelegd.

3.15.5.
De rechtbank is gelet op voorgaande van oordeel dat [eiser conventie/verweerder reconventie] zijn stelling dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] hem meermaals op het hoofd heeft geslagen, en daarmee zijn beroep op artikel 6:162 BW, onvoldoende heeft onderbouwd.

3.16.
De rechtbank is verder van oordeel dat [eiser conventie/verweerder reconventie] ook zijn stellingen ten aanzien van het optreden van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] in gezamenlijkheid met zijn zoon, waarbij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zijn zoon zou hebben gesterkt in diens onrechtmatige gedrag, onvoldoende heeft onderbouwd. Hieromtrent overweegt de rechtbank het volgende.

3.16.1.
Door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] is onweersproken gesteld dat hij zijn zoon heeft geprobeerd terug te roepen toen deze zich omkeerde om [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] achterna te fietsen, en dat hij na een onplezierig gesprek met [eiser conventie/verweerder reconventie] aan zijn zoon heeft voorgesteld om te vertrekken. Dit wijst er niet op dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] de confrontatie met [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft gezocht of zijn zoon hiertoe heeft aangemoedigd. Het gedrag van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] tot dat moment wijst er veeleer op dat hij heeft geprobeerd een confrontatie met [eiser conventie/verweerder reconventie] te vermijden. Partijen zijn het er niet over eens wie als eerste de fysieke confrontatie is aangegaan: [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] , door bij het passeren van [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] met zijn fietsstuur tegen hen aan te duwen, of [eiser conventie/verweerder reconventie] , door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] van achteren bij zijn jas te pakken en omver te trekken toen hij weg wilde gaan. Wie van hen beiden het ook is geweest die de confrontatie is aangegaan, dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] hierbij een rol heeft gespeeld, door wat hij op dat moment heeft gedaan of gezegd, is door [eiser conventie/verweerder reconventie] niet gesteld en blijkt ook uit geen van de verklaringen.

3.16.2.
Vast staat dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zich pas in de fysieke confrontatie heeft gemengd nadat [eiser conventie/verweerder reconventie] [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] van zijn fiets had getrokken en op hem was beland. Over wat daarna precies is gebeurd lopen de verklaringen wederom uiteen, maar wel staat vast dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] aan [eiser conventie/verweerder reconventie] is gaan trekken om zijn zoon te ontzetten en dat [eiser conventie/verweerder reconventie] en [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] vervolgens met elkaar hebben staan duwen en trekken. Volgens [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] ging het hier om een ‘redelijk beschaafd’ soort ‘oude mannen worstelen’, [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] daarentegen stelt dat hij daarbij door [eiser conventie/verweerder reconventie] in een wurggreep is genomen waarbij zijn hoofd naar achteren werd getrokken. Vast staat dat het vervolgens [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] is geweest die [eiser conventie/verweerder reconventie] tegen het hoofd heeft geslagen. Door [eiser conventie/verweerder reconventie] is niet gesteld op welke wijze [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] er door zijn gedrag op dat moment aan heeft bijgedragen dat zijn zoon een klap uitdeelde aan [eiser conventie/verweerder reconventie] , met letsel voor [eiser conventie/verweerder reconventie] tot gevolg. Voor zover [eiser conventie/verweerder reconventie] bedoelt te stellen dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] hem heeft vastgehouden met de bedoeling dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] [eiser conventie/verweerder reconventie] zou kunnen slaan, overweegt de rechtbank dat voor die lezing van de feiten onvoldoende steun is te vinden in de verschillende verklaringen.

3.16.3.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat over het beweerdelijk onrechtmatig handelen van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] als bedoeld in artikel 6:166 BW door [eiser conventie/verweerder reconventie] onvoldoende is gesteld en onderbouwd.

3.17.
Uit het voorgaande volgt dat [eiser conventie/verweerder reconventie] ten aanzien van zijn beroep op de artikelen 6:162 en 6:166 BW voor zover het [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] betreft, niet aan zijn stelplicht heeft voldaan. De vorderingen van [eiser conventie/verweerder reconventie] tegenover [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] moeten daarom worden afgewezen. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.

Aansprakelijkheid [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2]

3.18.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] op 27 maart 2016 een klap op het hoofd van [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft gegeven. Ook staat vast dat [eiser conventie/verweerder reconventie] door deze klap letsel heeft opgelopen (al twisten partijen nog over de aard en ernst van dat letsel). Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank in beginsel vast dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] onrechtmatig tegenover [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade die [eiser conventie/verweerder reconventie] door die klap op zijn hoofd heeft geleden en mogelijk nog zal lijden.

3.19.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] doet evenwel een beroep op noodweer(exces) en dus op de aanwezigheid van een rechtvaardigheidsgrond als bedoeld in artikel 6:162 lid 2 BW die het onrechtmatig karakter aan de gedragingen van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zou ontnemen. Subsidiair doet [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] een beroep op eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW.

3.20.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt, uitgaande van zijn relaas (zoals verkort weergegeven onder 3.6), dat de gebeurtenissen moeten worden gekwalificeerd als noodweersituatie. Hij werd door [eiser conventie/verweerder reconventie] immers eerst verbaal bedreigd en vervolgens van zijn fiets getrokken, waarna hij op de grond viel en door [eiser conventie/verweerder reconventie] met de vuist werd geslagen terwijl hij in hulpeloze situatie lag. Daarna zag hij dat zijn vader werd aangevallen en in een wurggreep werd genomen door [eiser conventie/verweerder reconventie] . Hij zag zich genoodzaakt zichzelf en zijn vader te verdedigen tegen de aanval van [eiser conventie/verweerder reconventie] . Dit heeft hij gedaan door één vuistslag te geven in het gezicht van [eiser conventie/verweerder reconventie] . [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] is geen geoefende vechter en hoefde niet te verwachten dat die ene vuistslag ernstig letsel zou veroorzaken bij [eiser conventie/verweerder reconventie] . Voor zover zijn reactie niet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voldeed, kwam dit doordat hij door het hele voorval, zoals dat door [eiser conventie/verweerder reconventie] werd veroorzaakt, in een hevige gemoedstoestand verkeerde. Op grond van dit alles kan de vuistslag die hij [eiser conventie/verweerder reconventie] gaf hem niet worden toegerekend omdat schuld ontbreekt, aldus [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] Althans is [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] van mening dat uit zijn relaas volgt dat de escalatie van het incident geheel te wijten is aan [eiser conventie/verweerder reconventie] .

3.21.
[eiser conventie/verweerder reconventie] verweert zich tegen dit beroep op noodweer(exces) en eigen schuld en voert aan dat het incident niet is verlopen zoals [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] en zijn vader beschrijven. [eiser conventie/verweerder reconventie] bepleit, uitgaande van zijn relaas (zoals verkort weergegeven onder 3.3) dat van een noodweer(exces) situatie geen sprake was. Hij betwist onder meer met klem dat hij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zou hebben geslagen en dat hij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zou hebben geslagen of in een wurggreep zou hebben genomen. Ook betwist hij dat de escalatie van het incident aan hem te wijten zou zijn.

3.22.
De rechtbank is van oordeel dat indien komt vast te staan dat het incident zo is verlopen als [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt, daarmee tevens vaststaat dat sprake is geweest van een noodweersituatie. Alsdan kan [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] een geslaagd beroep doen op de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond als bedoeld in artikel 6:162 lid 2 BW.

3.23.
Het is aan [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] , die een beroep doet op noodweer, om zijn relaas voldoende te onderbouwen en zo nodig bewijs daarvan leveren. De rechtbank overweegt over het beroep van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] op noodweer en het daartegen gevoerde verweer het volgende.

3.23.1.
[eiser conventie/verweerder reconventie] voert aan dat aan de geloofwaardigheid van het relaas van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] moet worden getwijfeld omdat [gedaagden conventie/eisers reconventie] pas op 6 april 2016 voor het eerst een verklaring hebben afgelegd. Toen wisten zij al dat [eiser conventie/verweerder reconventie] aangifte had gedaan en hadden zij al contact gehad met een advocaat. Zij hebben hun relaas dus op elkaar kunnen afstemmen en kunnen aanpassen, aldus [eiser conventie/verweerder reconventie] , die benadrukt dat [naam echtgenote eiser] haar verklaring al kort na het incident heeft afgelegd zonder dat zij dit kon afstemmen met [eiser conventie/verweerder reconventie] , die immers met zwaar letsel in het ziekenhuis lag en niet aanspreekbaar was.
De rechtbank overweegt dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zich niet alleen beroept op de verklaringen die hijzelf en zijn vader op 14 juli 2016 hebben afgelegd tegenover hun verzekeraar, maar ook op de schriftelijke weergave van de gebeurtenissen zoals zijn vader die mede namens [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] al op 30 maart 2016 heeft verstuurd aan de wijkagent. De verklaringen zoals [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] en zijn vader die hebben afgelegd bij de politie op 6 april 2016 zijn niet in het geding gebracht. De door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] overgelegde verklaringen en schriftelijke weergave komen met elkaar overeen en bieden steun voor het relaas van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] Het is juist, zoals [eiser conventie/verweerder reconventie] aanvoert, dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] en zijn vader na het incident in de gelegenheid zijn geweest om over hun weergave van de gebeurtenissen na te denken en hierover met elkaar te overleggen, voordat zij op 30 maart 2016 met hun eerste verklaring zijn gekomen. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de waardering van de bewijskracht van hun verklaringen maar vormt geen reden om deze verklaringen als ongeloofwaardig te beschouwen.

3.23.2.
[eiser conventie/verweerder reconventie] voert aan dat in het relaas van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] niet valt te begrijpen waarom hij en zijn vader na de eerste woordenwisseling met [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] niet zijn omgekeerd om hun weg via het heuvelpaadje te vervolgen, maar er voor kozen om in dezelfde richting als [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] verder te rijden.
De rechtbank is met [eiser conventie/verweerder reconventie] van oordeel dat dit niet heel logisch voorkomt, temeer niet omdat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt dat hij en zijn vader op dat moment al bang waren voor [eiser conventie/verweerder reconventie] , die hen zou hebben opgedragen terug te fietsen. De reden die [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] heeft gegeven voor de keuze om niettemin in dezelfde richting als [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] te fietsen, te weten dat hij en zijn vader via het brede pad hun weg naar Maashorst wilden vervolgen, komt de rechtbank echter ook niet heel ongeloofwaardig voor.

3.23.3.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] voert aan dat het pad waar zij stonden breed was, dat twee mensen wel erg dicht bij elkaar moeten staan wil er te weinig ruimte zijn om daar met een fiets met een stuur van ongeveer 60 cm tussendoor te kunnen, en dat als dat zo zou zijn geweest, dat het dan volstrekt onlogisch zou zijn dat hij daar dan toch tussendoor had gewild terwijl het pad daar breed was en hij dus ook op een andere manier langs [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] had kunnen wegfietsen. Ook acht hij het in het relaas van [eiser conventie/verweerder reconventie] onlogisch dat [eiser conventie/verweerder reconventie] hem zou tegenhouden door hem bij zijn jas te pakken terwijl hij volgens [eiser conventie/verweerder reconventie] zou koken van woede en juist wilde wegfietsen. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt dat hij niemand heeft geraakt met zijn stuur maar dat [eiser conventie/verweerder reconventie] hem tegenhield omdat [eiser conventie/verweerder reconventie] nog niet klaar was met zijn tirade. Uit het feit dat [eiser conventie/verweerder reconventie] hem van achteren bij de jas vastpakte, volgt volgens [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] dat hij [eiser conventie/verweerder reconventie] inmiddels voorbij was. [eiser conventie/verweerder reconventie] betwist dat het pad op de plek van het incident zo breed was dat er alle ruimte was om te passeren. [eiser conventie/verweerder reconventie] stelt dat hij het stuur van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] in zijn buik kreeg en hem daarna bij zijn jas heeft gepakt.
De rechtbank overweegt dat uit de stellingen van partijen niet goed valt op te maken hoe zij met hun fiets ten opzichte van elkaar stonden op de plaats van het incident, hoeveel ruimte er tussen en naast hen was en hoe het passeren door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] van [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] en het vastpakken van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] door [eiser conventie/verweerder reconventie] precies in zijn werk is gegaan. Ook ter zitting is dit niet helemaal helder geworden. Het staat wel vast dat het pad ter plekke breed was, nu zowel [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] , [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] als [naam echtgenote eiser] dit hebben verklaard. Dat het daarom onlogisch zou zijn voor [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] om tussen [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] door te gaan als de ruimte tussen hen niet heel groot was moge zo zijn, dit wil niet zeggen dat het niet is gebeurd. Daarbij moet in het oog worden gehouden dat vast staat dat de situatie gespannen was. Het is mogelijk dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] bij het passeren [eiser conventie/verweerder reconventie] met zijn stuur in diens buik heeft geraakt, maar het staat niet vast. [naam echtgenote eiser] heeft bij de politie verklaard te hebben gezien en gevoeld dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] haar een duw gaf, en ook zou zij hebben gezien dat [eiser conventie/verweerder reconventie] een duw van hem kreeg. Later heeft [naam echtgenote eiser] verklaard dat zowel zij als [eiser conventie/verweerder reconventie] het stuur van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] in de buik kregen, waarbij zij heeft verklaard niet te weten of [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] lopend of fietsend tussen hen door ging. Het feit dat [eiser conventie/verweerder reconventie] [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] van achteren bij zijn jas heeft kunnen pakken lijkt er op te wijzen dat deze hem inmiddels (grotendeels) was gepasseerd en hem niet meer kon bezeren, en dat er dus geen goede reden (meer) was om [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] bij zijn jas te pakken, maar ook dat is niet met zekerheid te zeggen, terwijl ook de positie van [naam echtgenote eiser] in dit verband niet duidelijk is geworden.

3.23.4.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] voert aan dat de verklaringen van [eiser conventie/verweerder reconventie] en [naam echtgenote eiser] over het verloop van de vechtpartij niet consistent zijn. [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft dit gemotiveerd betwist.
De rechtbank verwijst in deze naar hetgeen hiervoor is overwogen ter zake van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] onder 3.15.1 en 3.15.2. Ook voor wat betreft de vraag welke conclusie getrokken zou moeten worden uit het gedrag van [gedaagden conventie/eisers reconventie] na het incident verwijst de rechtbank naar wat daarover hiervoor is overwogen ter zake van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] onder 3.15.4.

3.23.5.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt dat hij door de mishandeling een hersenschudding en een pijnlijke kaak heeft opgelopen, en zijn vader nekletsel, door de wurggreep waarin hij werd genomen en het trekken aan zijn hoofd. Ter onderbouwing heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] overgelegd een ‘aanvraagformulier medische informatie’ van de politie ingevuld door zijn huisarts, en een brief van 26 mei 2016 van neuroloog [naam neuroloog] in verband met zijn vader.
De rechtbank overweegt dat uit het overgelegde ‘aanvraagformulier medische informatie’ volgt dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] op 31 maart 2016 en 8 april 2016 zijn huisarts mevrouw [naam huisarts] heeft bezocht. De huisarts schrijft in dit formulier dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] melding maakte van klachten die horen bij een hersenschudding, dat hij op zijn hoofd meerdere voelbare zwellingen had en een blauwe plek op zijn linkerknie. Naar het oordeel van de rechtbank biedt dit stuk steun voor de stelling van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] dat hij door [eiser conventie/verweerder reconventie] op zijn hoofd is geslagen toen hij op de grond lag. In de brief van neuroloog [naam neuroloog] van 26 mei 2016 staat dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zich op 20 mei 2016 bij deze arts heeft gemeld met de klacht dat hij sinds een mishandeling van enkele weken daarvoor, waarbij hij dreigde te worden gewurgd en vrij gewelddadig aan zijn hoofd en nek werd getrokken, heftige pijn ervaarde in de linkerarm met uitstraling tot in de middelste vingers. Uit deze brief blijkt dat MRI-onderzoek van de cervicale wervelkolom geen bijzonderheden opleverde en dat de neuroloog concludeerde dat waarschijnlijk eerder sprake is geweest van een contusie of overrekking van de zenuwwortel en geen traumatische HNP. De rechtbank overweegt dat dit bezoek aan de neuroloog er op wijst dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] sinds het incident pijnklachten heeft ervaren in de linkerarm, mogelijk als gevolg van nekletsel, wat dan weer een aanwijzing kan zijn dat hij door [eiser conventie/verweerder reconventie] in een wurggreep is gehouden waarbij zijn hoofd naar achteren is getrokken. De neuroloog heeft echter met zijn onderzoek het bestaan van nekletsel en het moment van ontstaan daarvan niet kunnen objectiveren. Ook blijkt uit de brief van de neuroloog niet wat de oorzaak van het eventuele nekletsel is geweest.

3.23.6.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt dat zijn vader als gevolg van de mishandeling door [eiser conventie/verweerder reconventie] ook psychisch letsel heeft opgelopen in de vorm van een acuut stress syndroom met later een PTSS, in verband waarmee hij langdurig zijn werk als huisarts en huisartsonderzoeker niet heeft kunnen doen. Ter zitting heeft [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] verklaard nog altijd onder behandeling te staan en zijn werk nog niet volledig te hebben hervat.
De rechtbank overweegt dat de aanwezigheid van psychisch letsel bij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] niet met medische stukken is onderbouwd. Een onderbouwing van diens ziekteverzuim is wel gegeven door overlegging van stukken. De rechtbank overweegt dat de beweerdelijke aanwezigheid van psychisch letsel bij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] en zijn arbeidsongeschiktheid vanaf 4 april 2016 wel een aanwijzing vormt voor het relaas van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] , maar nog geen bewijs. Zonder nadere toelichting of onderbouwing valt immers niet uit te sluiten dat een en ander het gevolg is geweest van het incident zoals dat door [eiser conventie/verweerder reconventie] is beschreven.

3.24.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zijn relaas voldoende heeft onderbouwd en daarmee aan de stelplicht heeft voldaan. De juistheid van dit relaas is evenwel door [eiser conventie/verweerder reconventie] gemotiveerd betwist, zodat dit relaas niet als vaststaand kan worden aangenomen. Door [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zal bewijslevering moeten plaatsvinden.

3.25.
De rechtbank zal [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] bewijs opdragen van zijn stelling dat hij door [eiser conventie/verweerder reconventie] van zijn fiets werd getrokken, dat hij op de grond liggend door [eiser conventie/verweerder reconventie] werd geslagen, dat hij vervolgens zag dat zijn vader door [eiser conventie/verweerder reconventie] werd aangevallen en in een wurggreep werd genomen, en dat hij vervolgens één vuistslag heeft gegeven in het gezicht van [eiser conventie/verweerder reconventie] .

3.26.
Indien [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] in zijn bewijsopdracht slaagt, dan zal zijn beroep op een rechtvaardigingsgrond in de zin van artikel 6:162 lid 2 BW slagen en zullen de vorderingen van [eiser conventie/verweerder reconventie] tegenover [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] worden afgewezen.

3.27.
Indien [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] niet in zijn bewijsopdracht slaagt, dan is hij in beginsel aansprakelijk tegenover [eiser conventie/verweerder reconventie] . Alsdan zal de rechtbank nog wel dienen te beoordelen of, en zo ja in welke mate, sprake is geweest van eigen schuld aan de zijde van [eiser conventie/verweerder reconventie] . Ook zal de rechtbank dan moeten beoordelen of er voldoende zekerheid bestaat over de aard en ernst van het letsel van [eiser conventie/verweerder reconventie] , over het causaal verband tussen dit letsel en het incident, en over de schade die [eiser conventie/verweerder reconventie] als gevolg van dit letsel heeft geleden en mogelijk nog zal lijden, om een voorschotbetaling van € 50.000,- als gevorderd te kunnen toewijzen.

3.28.
Iedere verdere beslissing in conventie zal worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van deze bewijsopdracht.

In reconventie

3.29.
[gedaagden conventie/eisers reconventie] houden [eiser conventie/verweerder reconventie] aansprakelijk voor de schade die zij op hun beurt stellen te hebben geleden als gevolg van het incident op 27 maart 2016.

[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1]

3.30.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stelt dat [eiser conventie/verweerder reconventie] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem in een wurggreep te nemen en zijn hoofd naar achteren te trekken, en door hem nadien van zijn fiets tegen een paal te smijten en zijn arm ruw om te draaien. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stelt dat hij hierdoor lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen, als gevolg waarvan hij zijn werk als zelfstandig huisarts en als huisartsonderzoeker in loondienst gedurende langere tijd niet heeft kunnen doen.

3.31.
[eiser conventie/verweerder reconventie] erkent dat hij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] van zijn fiets heeft geduwd en ‘stevig bij de arm heeft genomen’. In beginsel kan dit worden aangemerkt als onrechtmatig handelen van [eiser conventie/verweerder reconventie] . Of dit handelen van [eiser conventie/verweerder reconventie] kan worden betiteld als een ‘burgerarrest’ waarbij [eiser conventie/verweerder reconventie] ‘gepast geweld’ heeft toegepast en daarom niet onrechtmatig was, zoals [eiser conventie/verweerder reconventie] ter verweer aanvoert, behoeft hier naar het oordeel van de rechtbank geen beoordeling omdat hoe dan ook niet aannemelijk is dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] als gevolg hiervan schade van betekenis heeft geleden.

3.32.
De schade die [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] stelt te hebben geleden houdt verband met het incident dat hieraan vooraf ging, te weten de worsteling met [eiser conventie/verweerder reconventie] , waarbij hij in een wurggreep zou zijn gehouden en waarbij [eiser conventie/verweerder reconventie] zijn hoofd naar achteren zou hebben getrokken. Zoals volgt uit hetgeen hiervoor in conventie is overwogen, zijn partijen het er niet over eens of de worsteling op die manier heeft plaatsgevonden.

3.33.
Het is aan [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] , die schadevergoeding vordert, om zijn stellingen over het onrechtmatig handelen van [eiser conventie/verweerder reconventie] voldoende te onderbouwen en bij betwisting te bewijzen. Gelet op wat hiervoor in conventie is overwogen over hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd over het ontstaan en het verloop van hun fysieke confrontatie, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zijn relaas voldoende heeft onderbouwd en daarmee aan zijn stelplicht heeft voldaan. De juistheid van dit relaas is evenwel door [eiser conventie/verweerder reconventie] gemotiveerd betwist, zodat dit relaas niet als vaststaand kan worden aangenomen. Aan [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] zal daarom een bewijsopdracht worden verstrekt.

3.34.
De rechtbank zal [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] bewijs opdragen van zijn stelling dat [eiser conventie/verweerder reconventie] hem in een wurggreep heeft genomen en daarbij zijn hoofd naar achteren heeft getrokken.

3.35.
Indien [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] in zijn bewijs slaagt, dan is [eiser conventie/verweerder reconventie] in beginsel aansprakelijk voor zijn schade. Alsdan zal de rechtbank nog moeten beoordelen of er voldoende zekerheid bestaat over de aard en ernst van het letsel van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] , over het causaal verband tussen dit letsel en het incident, en over de schade die [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] als gevolg van dit letsel heeft geleden en mogelijk nog zal lijden, om een voorschotbetaling van € 60.000,- als gevorderd te kunnen toewijzen.

3.36.
Indien [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 1] niet in zijn bewijs slaagt dan zal zijn beroep op onrechtmatig handelen door [eiser conventie/verweerder reconventie] niet slagen en zullen zijn vorderingen worden afgewezen.

[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2]

3.37.
[gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt dat [eiser conventie/verweerder reconventie] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem van zijn fiets te trekken en hem vervolgens, toen hij op de grond lag, te slaan. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt dat hij hierdoor een hersenschudding en een pijnlijke kaak heeft opgelopen, en dat hij immateriële schade heeft geleden.

3.38.
[eiser conventie/verweerder reconventie] erkent dat hij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] van zijn fiets heeft getrokken. In beginsel kan dit worden aangemerkt als onrechtmatig handelen van [eiser conventie/verweerder reconventie] . Of en zo ja in welke mate de aansprakelijkheid van [eiser conventie/verweerder reconventie] moet worden verminderd wegens eigen schuld van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] , waar door [eiser conventie/verweerder reconventie] een beroep op is gedaan, behoeft hier naar het oordeel van de rechtbank geen beoordeling omdat hoe dan ook niet aannemelijk is dat [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] als gevolg hiervan schade van betekenis heeft geleden.

3.39.
De schade die [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt te hebben geleden houdt naar moet worden aangenomen met name verband met de klappen op zijn hoofd die [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] stelt te hebben gekregen van [eiser conventie/verweerder reconventie] toen hij op de grond lag. Deze klappen zouden hebben geleid tot een hersenschudding en voelbare zwellingen op het hoofd van [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] Zoals volgt uit hetgeen hiervoor in conventie is overwogen, betwist [eiser conventie/verweerder reconventie] dat hij [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] heeft geslagen toen die op de grond lag. Aan [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zal daarom bewijs worden opgedragen van zijn stelling dat hij door [eiser conventie/verweerder reconventie] op zijn hoofd is geslagen toen hij op de grond lag.

3.40.
Indien [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] in zijn bewijs slaagt, dan is [eiser conventie/verweerder reconventie] in beginsel aansprakelijk voor zijn schade. Alsdan zal de rechtbank nog moeten beoordelen of [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] zijn vordering van € 1.750,- voldoende heeft onderbouwd.

3.41.
Indien [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] niet in zijn bewijs slaagt dan zal zijn beroep op onrechtmatig handelen door [eiser conventie/verweerder reconventie] niet slagen en zullen zijn vorderingen worden afgewezen.

3.42.
Iedere verdere beslissing in reconventie zal worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van deze bewijsopdrachten. ECLI:NL:RBOBR:2017:6040