Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 290921 Eiser heeft gestelde mishandeling onvoldoende onderbouwd

RBLIM 290921 Eiser heeft gestelde mishandeling onvoldoende onderbouwd

2
De feiten

2.1.
Op 12 juli 2015 heeft na afloop van een concert van André Rieu ’s nachts op of omstreeks 2.00 uur een voorval plaatsgevonden tussen [eiser] en [gedaagde] . Aanleiding was het verzoek van [gedaagde] aan [eiser] om een aansteker te mogen lenen om zijn sigaret mee aan te steken. Over hetgeen daarna gebeurde hebben partijen elk een heel andere lezing.

2.2.
Na het voorval hebben partijen diezelfde nacht nog met de politie gesproken en (aanvankelijk) de intentie uitgesproken om het buitengerechtelijk af te handelen.

2.3.
[eiser] heeft diezelfde nacht op of omstreeks 3.40 uur een bezoek gebracht aan de huisartsenpost. In de door de huisartsenpost opgemaakte rapportage is, voor zover hier van belang, het navolgende opgenomen (productie 1 dagvaarding).

( ... )

Contactdetails Contact: 12-07-2015 03:16

Urgentie U4 – Niet dringend

Afspraakdatum 12-07-2015 03:40

( ... )

Subjectief DA Klacht/beloop: is op gezicht geslagen geworden, heeft tand los zitten, is bij politie geweest (..) is even buiten bewustzijn geweest, duizelig, misselijk-, hoofdpijn-, verklaring nodig voor aangifte ( ... )

( ... )

Objectief: (..) Neuro ga Otoscopie ga Geen epistaxis Mond: twee tanden los: centrale en laterale snijtand re bovenkaak Geen snij/schaafwonden te zien

Evaluatie Ongeval/letsel ( ... )

Plan Wekadvies uitgelegd ( ... ) Co met tandarts maandag voor verder beleid. ( ... )

2.4.
[eiser] heeft vervolgens op 27 augustus 2015 in het politiebureau, Prins Bisschopsingel 53 Maastricht, aangifte gedaan van mishandeling. In het door de politie over die aangifte opgemaakte proces-verbaal is, voor zover hier van belang, onder meer het navolgende opgenomen (productie 2 dagvaarding).

“ ( ... ) Op zondag 12 juli 2015, omstreeks 02.00 uur, bevond ik mij op de hoek van de Platielstraat/Leliestraat. Ik werd aangesproken door een vreemde man. Deze man vroeg aan mij of ik een vuurtje had. Ik heb die onbekende man mijn aansteker gegeven. Vervolgens liep die man weer weg zonder ook maar iets te zeggen. Ik heb de man vervolgens nageroepen en ik riep tegen hem: “Nu kost het wel vijf euro.” Toen ik dat zei draaide die man zich om en kwam op me afgelopen en gaf me een slag in mijn gezicht met zijn vlakke hand. Ik voelde geen pijn van de slag. Die man zei hierna tegen mij: “Jij brutale snotaap je krijgt helemaal niks van mij.” De man draaide zich toen om en liep verder. Ik heb die man toen nageroepen en nu is het helemaal een tientje. De man draaide zich weer om, liep naar me toe en opeens voelde ik dat ik werd geslagen aan de rechterzijde van mijn gezicht. Ik voelde toen wel meteen pijn in mijn gezicht. (..) Een collega van me heeft me toen weggetrokken.

Ik ben toen achter de man aangelopen en wilde de politie bellen om het op te lossen. De man was samen met een vrouw. De man negeerde mij. Vervolgens stapte die man in een taxi en wilde wegrijden. Ik heb tegen de taxichauffeur gezegd dat hij moest wachten want de politie zou komen. ( ... )

Ik heb aan de politie uitgelegd wat er gebeurd was. Ik heb toen tegen de politie gezegd dat ik aangifte wenste te doen. De politie heeft toen gezegd dat ik eerst naar AZM moest gaan voor een medisch rapport of ik kon het met de man zo onderling regelen. (..) Ik ben toen wel naar het AZM gegaan. Daar hebben ze een medisch rapport opgesteld en bleek dat er schade was aan mijn rechter voor en snij tand maar kon niet specifiek zeggen wat want daarvoor moest ik naar de tandarts. ( ... ) Afgelopen dinsdag 25 augustus 2015 heb ik van de tandarts te horen gekregen dat mijn rechtervoortand niet meer te redden was. De tandarts deelde mij mede dat dit in verband stond met de mishandeling.

Ik heb wel nog telefonisch contact gehad met de man welke mij heeft geslagen. De man en ik wilden het onderling op te lossen. ( ... ) Op 13 juli 2015 heb ik ( ... ) contact gehad met de man en hij stuurde toen een sms bericht met de tekst: “Hallo, ( ... ) We hebben afgesproken dat je contact kon opnemen met een tandarts. Graag een offerte laten maken opmaken ( ... ) Dinsdag 25 augustus heb ik meneer [gedaagde] ( ... ) meegedeeld wat de schade was. Meneer [gedaagde] deelde mij mede: “Dacht het niet vriend.” Ik heb hem toen gezegd dat ik aangifte ging doen ( ... )”.

2.5.
De tandarts van [eiser] , [naam tandarts] , heeft in een brief van 21 december 2015 het navolgende geschreven (productie 3 dagvaarding).

( ... ) Toestand van 11 na fronttandtrauma door slag in het gezicht:

11 werd beschadigd en naar binnen gedrukt. Daardoor is een zenuwbeschadiging ontstaan ( ... ) Tand endodontisch behandeld in meerdere zittingen ( ... )

De tand kleurde donker door het trauma en een bloeduitstorting.

De volgende therapie is gedaan: bleeching

Als er geen verdere klachten ontstaan na de wortelkanaalbehandeling wordt deze tand binnenkort verzorgd met een individuele stift en zirkonium kroon.

De te verwachten kosten kunnen ca. € 900,00 bedragen.

Een endodontische behandeling is altijd een poging om de tand te behouden. In dit bijzondere geval bestaat het risico dat de tand verloren gaat en dan geextraheert moet worden. De daardoor ontstane opening in het gebit moet dan door een implantaat opgevuld worden met eventuele botopbouw. Daardoor kunnen verdere kosten ontstaan die ca. € 3.000,00 bedragen. ( ... )

2.6.
De (toenmalige) gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] bij brief van 29 februari 2016 bericht dat [eiser] hem aansprakelijk stelt voor de door hem als gevolg van het voorval op 12 juli 2015 geleden schade ad (voorlopig) in totaal € 2.161,98 (productie 1 conclusie van antwoord).

2.7.
De gemachtigde van [gedaagde] heeft de (toenmalige) gemachtigde van [eiser] bij brief van 22 maart 2016 bericht dat [gedaagde] geen aansprakelijkheid erkent (productie 2 conclusie van antwoord).

2.8.
De huidige gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] in een brief van 20 mei 2020 als volgt bericht. [eiser] is voornemens om een procedure op te starten ter zake van het voorval op 12 juli 2015, waar al eerder over is gecorrespondeerd, en ten aanzien waarvan [gedaagde] destijds niet bereid was om [eiser] schadeloos te stellen (productie 3 conclusie van antwoord).

3
Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,:
I. voor recht verklaart dat [gedaagde] een onrechtmatige daad jegens hem heeft gepleegd en aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade;
II. [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding aan [eiser] van de materiële en immateriële schade als gevolg van de mishandeling, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure.

3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen onrechtmatige daad ten grondslag.

In de nacht van 12 juli 2015 heeft [gedaagde] hem twee keer in het gezicht geslagen. [eiser] werd bij zijn mond geslagen. [eiser] bloedde en had een kapotte snijtand, dat wil zeggen een tand die tegen het gehemelte zat. Van het letsel zijn destijds geen foto’s gemaakt. [eiser] is achter [gedaagde] aan richting Vrijthof gelopen en daar hebben zij samen met de politie gesproken. Voor de toedracht kan worden uitgegaan van het proces-verbaal van aangifte. Na het voorval is [eiser] naar huis ( [adres] ) gelopen. [eiser] heeft thuis in de spiegel gekeken en is toen flauwgevallen. Hij vond zichzelf op de grond terug. Er was verder niemand bij. [eiser] is toen met een taxi naar de huisartsenpost gegaan.

[eiser] heeft als gevolg van de mishandeling letsel opgelopen en de (vermogens)schade die hij daardoor heeft geleden, dient door [gedaagde] vergoed te worden. [eiser] verwijst voor de door hem geleden (blijvende) schade naar de informatie van de tandarts. De schade kan nog verder oplopen. [eiser] heeft nog dagelijks last van pijn aan zijn tand. Hij kan nog steeds niet alles goed kauwen en kan niet in een appel bijten. Hij kan geen koude/hete dranken verdragen, heeft een verstoorde nachtrust en moet voorzichtig zijn met sporten. De betreffende voortand is bovendien bruin van kleur en moet regelmatig worden gebleekt. [eiser] heeft de zaak zo lang laten liggen, omdat hij eerst nog student was en hij destijds van zijn rechtsbijstandsverzekeraar te horen had gekregen dat deze hem niet verder kon helpen.

3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] betwist uitdrukkelijk het door [eiser] geschetste feitenrelaas. De toedracht van het voorval is aldus [gedaagde] als volgt. [gedaagde] heeft [eiser] na afloop van het concert van André Rieu vriendelijk gevraagd of hij een vuurtje voor hem had. Nadat [gedaagde] de aansteker aan [eiser] teruggaf, en hem had bedankt, reageerde deze met de opmerking, dat kost dan € 10,-, of woorden van gelijke strekking. Hierop heeft [gedaagde] een hand op de schouder van [eiser] gelegd en met een lach gereageerd dat dat wel erg duur zou zijn. Toen [gedaagde] zich wilde omdraaien om weg te lopen, reageerde [eiser] woedend, nam [gedaagde] vast bij de schouder en zei op dreigende toon “dan is het nu € 20,00 klootzak”. [gedaagde] en zijn vrouw voelden zich bedreigd en [gedaagde] heeft geprobeerd [eiser] van zich af te schudden door een draaiende beweging te maken. Dat was de enige keer dat hij in de buurt van het gezicht van [gedaagde] is geweest. Hierna ontstond er een woordenwisseling en probeerde [gedaagde] weer weg te lopen. [gedaagde] en zijn vrouw probeerden een taxi te bereiken. Zij werden achtervolgd door [eiser] en zijn vriend. Die hebben zijn vrouw meermaals in haar oor bedreigd en [eiser] probeerde [gedaagde] te pakken. [eiser] bleef [gedaagde] uitdagen en achtervolgen. [gedaagde] is tijdens de achtervolging zelfs op de grond gevallen. [gedaagde] en zijn vrouw wisten uiteindelijk een taxi te bereiken en namen daarin plaats. Op dat moment heeft [eiser] de bij de dagvaarding gevoegde foto’s van hen gemaakt. [gedaagde] zag toen hij in de taxi zat een politieagent op het Vrijthof staan. [gedaagde] heeft hem benaderd en de agent heeft beide partijen gehoord. [eiser] gaf toen aan dat [gedaagde] hem zou hebben geraakt en dat hij in zijn gezicht bloedde. Er was niets te zien, (ook) geen bloed. Toen [eiser] zei dat hij een tand los had, mocht [gedaagde] in zijn mond kijken. [gedaagde] mocht aan de tand voelen, maar deze zat niet los. Ook de politieagent zag niets. [eiser] gaf desgevraagd aan geen aangifte te willen doen. De agent heeft partijen toen geadviseerd om het zelf te regelen. Partijen hebben toen telefoonnummers uitgewisseld en [gedaagde] is daarna weggegaan.

[gedaagde] betwist dat hij [eiser] heeft mishandeld en dat er sprake was van (letsel)schade (die in causaal verband staat met het voorval). [gedaagde] heeft helemaal geen klap(pen) uitgedeeld. [gedaagde] heeft die nacht ook geen letsel waargenomen bij [eiser] . Juist [gedaagde] en zijn vrouw zijn de bewuste nacht door [eiser] en zijn vriend(en) bedreigd en achtervolgd om voor [gedaagde] onbekende redenen. [gedaagde] heeft geprobeerd de confrontatie uit de weg te gaan door weg te lopen. Dat hij zich heeft omgedraaid en is weggelopen, wordt ook door [eiser] erkend. Mocht het (echter) al zo zijn dat [eiser] letsel(schade) heeft opgelopen tijdens het afschudden van [eiser] dan kan dit [gedaagde] niet worden toegerekend.

Uit fatsoen heeft [gedaagde] contact opgenomen met [eiser] , en hem aangeraden naar de tandarts te gaan indien hij last bleef houden. [gedaagde] heeft hem niet gevraagd een offerte te laten opmaken door de tandarts. [eiser] gaf vervolgens aan forse schade te hebben geleden en eiste meer dan € 2.000,- en eventuele toekomstige schade. [gedaagde] schrok van het bedrag en kon ook niet geloven dat [eiser] effectief schade had geleden en heeft toen aangegeven dat dit niet minnelijk te regelen viel.

3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4
De beoordeling

4.1.
[eiser] vordert een verklaring voor recht dat [gedaagde] een onrechtmatige daad jegens hem heeft gepleegd, alsmede veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de door hem als gevolg daarvan geleden schade, op te maken bij staat.

4.2.
[eiser] stelt daartoe dat [gedaagde] jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door hem in de nacht van 12 juli 2015 twee keer te slaan, met (blijvend) letsel aan zijn (snij)tand tot gevolg. Volgens [eiser] kan voor het feitenrelaas van de toedracht van het voorval worden uitgegaan van het proces-verbaal van aangifte (zie r.o. 2.4).

4.3.
[gedaagde] betwist gemotiveerd het feitenrelaas dat [eiser] aan de door hem gestelde onrechtmatige gedraging ten grondslag heeft gelegd. [gedaagde] betwist meer in het bijzonder dat hij [eiser] heeft geslagen en dat er na het voorval (waarbij er een woordenwisseling was en er geduwd is) bij [eiser] sprake was van enig (zichtbaar) letsel, zoals een bebloede mond of gezicht (zie r.o. 3.3). Van een loszittende tand was volgens [gedaagde] evenmin sprake. Hij heeft na het voorval immers in de mond van [eiser] mogen kijken en aan de betreffende tand mogen voelen. Deze zat niet los (zie proces-verbaal).

4.4.
Het is aan [eiser] als degene die zich op de rechtsgevolgen van de door hem gestelde onrechtmatige gedraging (mishandeling) beroept, om, bij voldoende betwisting, die gestelde onrechtmatige gedraging te bewijzen. [eiser] heeft in de dagvaarding volstaan met een uiterst algemeen bewijsaanbod. [eiser] heeft voorts (desgevraagd) ter zitting expliciet aangegeven dat hij meent dat hij voldoende bewijsmateriaal heeft overgelegd voor een beslissing in deze zaak.

4.5.
In de door [eiser] ter onderbouwing van zijn vordering ingebrachte stukken zitten geen (objectieve) aanknopingspunten die zijn feitenrelaas op het punt van de gestelde mishandeling door [gedaagde] bevestigen en die de door [gedaagde] gedetailleerd geschetste toedracht ontkrachten. De huisartsenpost heeft in het verslag van het consult op 12 juli 2015 om 03:40 uur niets genoteerd over een verwonding aan het gezicht en/of de mond van [eiser] . Er wordt alleen melding gemaakt van twee losse (snij)tanden, niet van een tand die tegen het gehemelte ligt. Van het gesprek dat partijen die nacht met een politieagent hadden, waarbij [eiser] naar eigen zeggen een zichtbaar bebloed gezicht zou hebben gehad, is (door die politieagent) geen mutatierapport gemaakt. Ook is niet uit te sluiten dat het door [eiser] gerapporteerde letsel door de val bij hem thuis is veroorzaakt (zie r.o. 3.2).

Aldus is niet komen vast te staan dat sprake is van een onrechtmatige gedraging van [gedaagde] jegens [eiser] .

4.6.
De vorderingen van [eiser] zullen gelet op het voorgaande (integraal) worden afgewezen. ECLI:NL:RBLIM:2021:7494