RBNHO 310523 Portier heeft niet onrechtmatig gehandeld bij het naar buiten werken van klant
- Meer over dit onderwerp:
RBNHO 310523 Portier heeft niet onrechtmatig gehandeld bij het naar buiten werken van klant
De zaak in het kort
[eiser] vordert vergoeding van de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van een mishandeling door een portier bij café Bugsy’s in Haarlem. [eiser] stelt dat hij hardhandig naar buiten is gewerkt en daardoor ten val is gekomen. Het glas bier in zijn rechterhand is kapot gegaan, waarbij hij ernstig letsel heeft opgelopen aan zijn rechterhand. De rechtbank oordeelt dat Bugsy’s niet is gehouden de schade aan [eiser] te vergoeden, omdat de portier niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] .
1De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 19 oktober 2022, waarbij de rechtbank Bugsy’s heeft toegestaan [naam] , in vrijwaring op te roepen en de kosten van het incident tussen partijen heeft gecompenseerd;
- de conclusie van antwoord met producties 1-13;
- het tussenvonnis van 4 januari 2023, waarbij de rechtbank een mondelinge behandeling heeft bevolen.
1.2.
Op 19 april 2023 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Op de zitting zijn verschenen [eiser] , vergezeld van mr. B. Wernik, en namens Bugsy’s de heer [leidinggevende] , (mede)eigenaar en leidinggevende, vergezeld van mr. H. Boone.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank partijen meegedeeld dat op 31 mei 2023 vonnis zal volgen.
2De feiten
2.1.
Bugsy’s exploiteert een café aan de Smedestraat 19 in Haarlem.
2.2.
Voor het deurbeleid en de beveiliging van het café maakt Bugsy’s gebruik van portiers die werkzaam zijn bij beveiligingsbedrijf HLM Security (hierna: HLM) te Velserbroek.
2.3.
In de nacht van zaterdag 10 januari op zondag 11 januari 2020 waren de heren [portier 1] (hierna: [portier 1] ) en [portier 2] (hierna: [portier 2] ) als portiers door HLM ter beschikking gesteld aan café Bugsy’s.
2.4.
[eiser] was die nacht ook aanwezig in café Bugsy’s. Rond 03.58 uur is [eiser] door [portier 1] vastgepakt en naar buiten gewerkt, terwijl hij in zijn rechterhand een glas bier had.
2.5.
[eiser] viel en is buiten op de grond terecht gekomen. Het glas bier is in zijn rechterhand kapot gegaan. [eiser] heeft letsel aan zijn rechterhand opgelopen.
2.6.
Naar aanleiding van dit incident heeft zowel [eiser] als [portier 1] aangifte bij de politie gedaan: [eiser] van eenvoudige mishandeling en [portier 1] van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
2.7.
Het proces-verbaal van aangifte van [portier 1] van 11 januari 2020 houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“(..) Op zaterdag 11 januari 2020 omstreeks 03.30 uur, hoorde ik van een vaste klant dat zij en een vriend van haar een akkefietje hadden gehad met een andere man. Dit akkefietje had plaatsgevonden in het rokershok in Café Bugsy’s. Ik hoorde haar zeggen dat ze het onderling uitgesproken hadden.
Ongeveer een kwartier later, dus omstreeks 03:45 uur, hoorde ik van diezelfde vaste klant dat zij weer een aanvaring had gehad met diezelfde man. Om deze reden heb ik deze man aangesproken. Dit gesprek verliep later niet goed, aangezien hij begon te ontkennen en te schreeuwen. Om deze reden heb ik hem verzocht om weg te gaan. Dit deed hij niet. Hierop pakte ik hem bij zijn arm. De man rukte zijn arm los. Hierna pakte ik de man bij zijn keel en duwde ik hem met mij mee naar buiten. Buiten struikelde de man door het afstapje. Hierdoor kwam hij ten val. Ik zag dat hij zijn glas met drinken nog vasthield toen hij viel. Ik zag dat het glas door de val ook brak. Vervolgens zag ik dat zijn rechterhand onder het bloed zat. Hierna hoorde ik hem allemaal bedreigingen naar mij roepen (..)”
2.8.
Het proces-verbaal van aangifte van [eiser] van 12 januari 2020 houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“(..) In de nacht van vrijdag 10 op zaterdag 11 januari ben ik met twee vrienden op stap gegaan in Haarlem. Vanaf het station, de Jansweg zijn we meteen naar de Bugsy’s gegaan. In de Bugsy’s is er een gedeelte waar gerookt mag roken. In dit gedeelte staan twee gokkasten en één van mijn vrienden was op de gokkast aan het spelen. Omstreeks 2.30 uur op zaterdag 11 januari ging ik ook het rookgedeelte in om een sigaret te roken. Ik had toen een shotje gedronken en 2 biertjes en had op het moment dat ik ging roken een biertje bij me. In het rookgedeelte waren ook een jongen en meisje aanwezig. (..) Uit het niets zei die jongen ineens schatje tegen mij. Omdat ik daar niet van gediend was zei ik: hé noem me geen schatje, maakt me niet uit wat of hoe je bent maar ik vind dat niet oké. Het meisje ging daarna meteen in de aanval en vroeg wat ik tegen de homo wereld had waarop ik zei dat ik daar niets tegen had. Zij vond dat ik mijn mening daar niet over mocht geven en ook dat ik m’n stem niet mocht verheffen. Ik heb toen mijn stem aangepast, omdat ik het niet door had. Ik heb haar verder niet uitgescholden of zoiets. Een ander meisje trok mij toen weg en zei dat het het niet waard was. Ik ben toen naar de bar gegaan, naar de dansvloer, welke buiten het rookgedeelte zijn. Ik heb toen met het andere meisje staan praten.
Nadat ik naar de toilet gegaan was, ben ik weer een sigaretje gaan roken in het rookgedeelte en ben toen naar de bar terug gegaan vlak bij de jassen. Ik heb over de hele avond 10 tot 12 biertjes gedronken. Omstreeks sluitingstijd, rond 4 uur kwam het meisje van het rookhok weer naar mij toe. Ze kwam dicht bij me staan en zei weer dat ik mijn excuus aan haar vriend aan moest bieden. Ik zag dat ze raar uit haar ogen keek, het zag er uit alsof ze me kwaad wilde doen. Ik zei zelf ook tegen haar dat ik bang van haar werd. Zij vertelde dat als ik geen excuus zou aanbieden zij ervoor zou zorgen dat de portier mij eruit zou zetten. (..) Omdat ik mijn excuus niet ging aanbieden, liep het meisje naar de portier, welke niet veel later naar mij toe kwam. (..) Nader te noemen portier 1.
Portier 1 stapte op mij af en zei: ‘Eruit, jij gaat eruit nu’. Ik probeerde mijn verhaal te vertellen van wat er gebeurd was en dat er eigenlijk niets aan de hand was, maar hij wilde niet luisteren naar mijn kant van het verhaal. Ik gaf aan dat ik eerst mijn jas wilde, maar hij zei dat dat niet kon. Ik zei; “maar dat kan toch niet.” toen pakte hij mij met kracht bij mijn keel en duwde me naar buiten. Ik voelde meteen dat dit pijn deed en liep meteen mee, naar waar hij me naar toe duwde. Ik had nog een glas bier in mijn handen. Hij duwde mij tot de voordeur met zijn hand tegen mijn keel en gaf me toen nog extra harde duw. Ik viel tegen een meisje die voor de Bugsy’s stond en we vielen samen op straat, zij brak dus mijn val. Ik kwam op de grond en schrok van hetgeen gebeurd was en hielp het meisje overeind. Ik heb haar toen geholpen met opstaan en zij zag toen dat mijn hand bloedde waardoor ik toen ook pas doorhad dat mijn hand gewond was. Door de val was het bierglas gebroken en was er glas in mijn hand gekomen. Hierdoor had ik meerdere snijwonden aan mijn hand, maar door het bloed kon je de wonden niet goed zien. Het deed pijn en ik schrok van het al het bloed en werd toen ontzettend boos. Ik ben toen gaan dreigen naar portier 1. (..)”
2.9.
Een hoofdagent van politie Eenheid Noord-Holland heeft op 20 april 2020 een tweetal door Bugsy’s ter beschikking gestelde camerabeelden uitgekeken. De beelden van 11 januari 2020 (voordeur en buiten) betreffen het conflict tussen de beveiliging en [eiser] . De hoofdagent heeft blijkens een proces-verbaal van bevindingen van 23 april 2020, voor zover van belang, het volgende verklaard:
“Tijdaanduiding in het beeldscherm 11-01-2020 0.358.56 en opschrift voordeur. [portier 2] staat in de deuropening links naast een onbekende man. [portier 2] draait zich plotseling om. [portier 1] heeft [eiser] vast. [portier 1] heeft [eiser] met zijn linkerhand bij [eiser] zijn nek vast. [portier 1] zijn rechter arm heeft hij om [eiser] zijn middel. [portier 1] duwt met zijn linker hand [eiser] naar voren. [eiser] blijft met zijn rechtervoet haken achter de deurpost en valt achterover de Smedestraat op. [eiser] valt tegen een onbekende dame en vervolgens op de grond. (..)”
2.10.
In het strafrechtelijk onderzoek zijn getuigen door de politie gehoord.
2.11.
Getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor getuige van 23 april 2020, voor zover van belang, het volgende verklaard:
“V. Wat kunt u vertellen van het incident van 11 januari 2020?
A. Ik was op stap met wat vrienden en een vriend. Wij stonden in het rokershok (..) Een van mijn vriendinnen stond per ongeluk op iemands tenen. Deze man werd erg boos. Ik suste de situatie, waarna de man zijn schoenen wilde uitdoen. Een vriend van mij, die homoseksueel is, zei tegen hem dat dit niet hoefde en eindigde zijn zin met ‘schatje’. Hier reageerde de man heel heftig op.
Wij zijn toen uit het rookhok gegaan. Ik ben toen naar de beveiliger gegaan om te vertellen wat er was gebeurd en dat het nu weer rustig was. Ik ken de beveiliger met de naam [portier 1] vrij goed en hij zei dat als het weer gebeurde dat ik naar hem toe kon komen. Ik ging een uur later drinken halen en trof weer deze man. Ik hoorde de man zeggen: “Nu durf je niet meer nu je alleen bent he kankerwijf!” Ik ben toen weer naar de beveiliger gelopen, omdat ik dit niet vond kunnen. Ik moest de man aanwijzen van [portier 1] . Ik wijste hem aan en [portier 1] vroeg om bevestiging. Ik zei inderdaad dat is hem. Ik zag dat [portier 1] hem mee naar buiten nam.
V. Was de man gelijk agressief naar [portier 1] ?
A. In mijn beleving liep de man gewoon mee. Ik heb alleen het begin gezien dat de man werd weggevoerd naar buiten. Hij maakte wel handgebaren en zei hoezo moet ik eruit. Dit zei hij wel harder dan normaal wat ik hoorde het boven de muziek uit.
(..)
V. Was deze man dronken?
A. Ik denk het wel. Ik zag dat hij onvast te been was en zijn opvliegende houding. Ik zag hem wel staan met een glas in zijn hand. (..)”
2.12.
Getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ) heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor getuige van 23 april 2020, voor zover van belang, het volgende verklaard:
“V. Wat kunt u vertellen van het incident van 11januari 2020?
A. Ik ben gaan stappen met [getuige 1] en een paar klasgenoten van vroeger. (..) Wij gingen naar de rookruimte in de betreffende kroeg. Een van mijn vriendinnen stond per ongeluk op de schoenen van de persoon die later met de beveiliging een conflict had. Dit monde uit op een conflict. Ik hoorde hem zeggen dat zij zijn mooie voeten had verpest en dat hij zijn schoenen ging uittrekken. Ik zei dat dat niet hoefde en zei er schatje achteraan. (..) Ik zag dat hij boos werd en hoorde hem veel schreeuwen. Ik hoorde hem zeggen: “kanker homo, kanker homo.” Ik ben vervolgens van dit conflict weg gelopen omdat het toch geen zin had om met hem het gesprek aan te gaan.
Ik hoorde later van [getuige 1] dat zij hem tegen was gekomen aan de bar. Hier was weer een conflict ontstaan. [getuige 1] was vervolgens naar de beveiliging toe gelopen om hem uit de kroeg te zetten. Dit was ongeveer 10 minuten later.
Ik was gaan roken en zag later dat er een persoon hardhandig uit de kroeg werd gezet. Ik zag dat de persoon werd opgetild en vervolgens de kroeg werd uitgedragen. Ik zag dat de persoon zich erg verzette. Ik zag dat hij om zich heen sloeg.
De beveiliging kwam heel normaal over voor zover ik kon inschatten dus ik ging er vanuit dat het terecht was. Ik had ook toen nog niet door dat het de persoon was die mij had uitgescholden.
(..)
V. Denkt u dat deze persoon dronken was?
N. Hij keek niet recht uit zijn ogen en praatte met een dubbele tong. Dronken was zeker een understatement.”
2.13.
Getuige [portier 2] heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor getuige van 23 april 2020, voor zover van belang, het volgende verklaard:
“V. Wat kunt u vertellen van het incident van 11 januari 2020?
A. (..) Hij werd door mijn collega [portier 1] uit het café gezet. Hij werd eruit gezet omdat een klant eerder die avond een conflict met hem had. Dit was onderling opgelost. Later kwam een andere klant die had ook een conflict met deze jongen. Ik ken deze klant goed en hij heeft nooit problemen. [portier 1] ging naar deze jongen toe om met hem het gesprek aan te gaan. Dit hielp niet omdat hij niets wilde en veel schreeuwde. Mijn collega heeft hem vervolgens naar buiten gebracht, waarbij hij veel tegenwerkte. Uiteindelijk viel hij over een opstapje bij de ingang van het café, waarna hij achterover op de straat viel. (...)“
2.14.
[eiser] heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor verdachte van 19 mei 2020, voor zover van belang, nog het volgende verklaard:
“V: Na dit conflict zou u later op dezelfde avond weer toenadering hebben gezocht naar een van de personen waar u eerder een conflict mee had. Wat wil u hierover verklaren?
A: Totaal niet zij heeft mij opgezocht na anderhalf uur.
V: De beveiliging wilde u toen uit de kroeg zetten. Volgens getuige wilde u hieraan niet meewerken. Wat wil u hierover verklaren?
A: Hij kwam naar mij toe. Ik vertelde mij verhaal dat er niets aan de hand was. Hij zei maakt niet uit je gaat weg. Ik wilde meelopen waarna ik omdraaide om te vragen of ik mijn jas mocht. Dat was niet mogelijk. Ik zei: “dat kan toch niet.” Hij keek erg geagiteerd naar mij. Hierna pakte hij mij volop bij mijn keel vast en hij duwde mij naar buiten. Ik werd meegenomen naar de voordeur waar ik een extra duw kreeg, waardoor ik samen met een vrouw op straat viel. (..)
V: de portier pakte je eerst bij je arm om je de kroeg uit te zetten. Deze rukte je los waarna hij je meenam. Wat wil je hierover verklaren?
A: Dat klopt niet. Hij was erop uit om mij wat aan te doen. Al had ik zijn arm weggeslagen. Geeft niemand het recht om mij zo bij mijn keel te pakken.(..)
A: De beveiliging gaf een extra zet. Hij pakte mij bij mijn keel. Ik vloog uit de kroeg. (..)
V: Op camerabeelden is te zien dat u valt over een drempel nadat u naar buiten wordt begeleid. Wat wil u hierover verklaren?
A: Ik ben geduwd. Je kan niet zo hard vallen als je struikelt. (..)”
2.15.
[portier 1] heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor verdachte van 19 mei 2020, voor zover van belang, nog het volgende verklaard:
“V: U bent ontboden in verband met een mishandeling. Op 11 januari 2020 omstreeks 03:30 uur vond er een incident plaats bij het café genaamd de Bugsy’s. Wat kunt u daarover vertellen?
A: (..) Maar die avond werd ik benaderd door een klant die werd lastig gevallen omdat haar vriend anders geaard was. Ik was toen hiervan op de hoogte en zou het in de gaten houden. Later kwam zij weer naar mij toe waardoor ik naar binnen ben gegaan om met deze man in gesprek te gaan. Ik benaderde de man waarna hij gelijk ontkende terwijl ik nog niets tegen hem had gezegd. Ik wilde met de man naar buiten lopen maar dit weigerde hij. Ik wilde hem namelijk naar buiten hebben omdat binnen harde muziek draait. Ik legde mijn hand op de schouder van de man om hem naar buiten te geleiden. Ik zag dat hij mijn hand wegsloeg. Ik pakte de man waarna hij tegenstribbelde. Ik pakte hem steviger vast en nam hem mee naar buiten. Ik doe dit vaker vanuit mijn beroep en weet hoeveel kracht wel en niet van belang zijn om iemand de kroeg uit te zetten. Ik liep met hem naar de voordeur van de Bugsy’s. Ik liep met hem tot de deur en hij probeerde steeds toenadering te zoeken waardoor hij met zijn gezicht in mijn richting stond. Ik liep met hem naar buiten toen hij plotseling achterover viel. Ik vermoed dat hij over het randje van de deurpost was gevallen. Ik zag dat hij op straat viel waarna hij opstond. Ik hoorde dat de man schreeuwde met scheldwoorden. (...) Ik zag dat de man naar zijn hand keek en vervolgens begon te dreigen. (..)
V: Waarom zette u deze man uit de kroeg?
A: Zoals ik al zei hij was twee keer agressief in de kroeg. Ik wilde toen zijn kant van het verhaal horen maar hij reageerde gelijk agressief. Hierom heb ik hem gelijk uitgezet. Als hij normaal in gesprek kon gaan was het misschien wel gebleven bij een waarschuwing. (..)
V. Zag u dat hij dronken was?
A. Ik merkte dat hij onder invloed was van alcohol. Ik zag namelijk dat hij onvast te been was en rood doorbloeden ogen had. Ook zijn onvoorspelbare en agressieve houding. (..)”
2.16.
De officier van justitie heeft op 5 juni 2020 besloten om [portier 1] niet verder te vervolgen, omdat er onvoldoende bewijs is. [eiser] heeft over het niet vervolgen van [portier 1] bij het gerechtshof Amsterdam geklaagd op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Die klacht heeft er niet toe geleid dat [portier 1] alsnog vervolgd is.
2.17.
Met betrekking tot de aangifte van [portier 1] heeft het Openbaar Ministerie besloten om [eiser] wel verder te vervolgen.
2.18.
Blijkens de ‘Aantekening mondeling vonnis’ heeft de politierechter van deze rechtbank op 19 februari 2021 [eiser] wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht bij verstek veroordeeld tot betaling van een geldboete ter hoogte van € 250,00, subsidiair 5 dagen hechtenis, en tot betaling van een schadevergoeding aan [portier 1] van € 250,00 voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
[eiser] heeft hoger beroep ingesteld tegen dit eindvonnis.
2.19.
Bij brief van 16 januari 2020 heeft [eiser] Bugsy’s aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen van [portier 1] . Bugsy’s heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
3Het geschil
3.1.
[eiser] vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Bugsy’s veroordeelt tot het betalen van schadevergoeding aan [eiser] , zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2020;
II. Bugsy’s veroordeelt tot het betalen van € 5.000,00 aan [eiser] bij wege van voorschot op de door [eiser] geleden en nog te lijden immateriële schade;
III. Bugsy’s veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen - samengevat - het volgende ten grondslag.
3.2.1.
[eiser] is in de nacht van 10 op 11 januari 2020 door [portier 1] , werkzaam als portier bij café Bugsy’s, zonder een deugdelijke grond hardhandig naar buiten gewerkt. [eiser] is door [portier 1] bij zijn keel gegrepen en naar buiten geduwd, terwijl hij in zijn rechterhand nog een glas bier had. Ten gevolge van deze harde duw is [eiser] buiten ten val gekomen en is het glas in zijn rechterhand kapot gegaan. Daarbij heeft hij ernstig letsel opgelopen aan zijn rechterhand. Er is sprake van blijvende klachten, waaronder pijnklachten, tintelingen en krachtsverlies aan zijn rechterhand. [portier 1] heeft jegens [eiser] onrechtmatig gehandeld als bedoeld in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Bugsy’s is als opdrachtgever van [portier 1] aansprakelijk voor de schade als gevolg van dit onrechtmatig handelen.
3.3.
Bugsy’s stelt dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de (na)kosten van deze procedure. Bugsy’s voert daartoe - samengevat - het volgende aan.
3.3.1.
Bugsy’s betwist dat het handelen van [portier 1] onrechtmatig is geweest. Uit de diverse bij de politie afgelegde (getuigen)verklaringen en het proces-verbaal van bevindingen van de politie blijkt dat er geen sprake is geweest van disproportioneel handelen van [portier 1] . [eiser] was die nacht lastig, agressief, dronken en een gevaar voor zichzelf en voor de ongeveer 180 personen in het café, waardoor hij uit het café gezet moest worden. Hij verzette zich en weigerde mee te werken. [portier 1] heeft [eiser] daarom vastgepakt en naar voren richting de uitgang geduwd. [eiser] is buiten op de grond gevallen doordat hij is blijven haken achter de deurpost.
3.3.2.
Als er al sprake zou zijn van onrechtmatig handelen van [portier 1] , betwist Bugsy’s hiervoor aansprakelijk te zijn. [portier 1] was namelijk niet in loondienst bij Bugsy’s, maar bij beveiligingsbedrijf HLM die voor het handelen van zijn medewerkers verantwoordelijk is. Dat was ook duidelijk te zien op de bedrijfskleding van [portier 1] . [portier 1] had voor de waarborging van de veiligheid in café Bugsy’s een eigen beslissingsbevoegdheid wat betreft het toelatings- en uitzettingsbeleid.
Meer subsidiair geldt dat sprake is van eigen schuld van [eiser] als gevolg waarvan [eiser] zijn volledige schade zelf moet dragen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4De beoordeling
4.1.
In deze zaak gaat het om de door [eiser] gestelde aansprakelijkheid van Bugsy’s op grond van artikel 6:162 BW.
Onrechtmatig handelen?
4.2.
Allereerst moet er worden beoordeeld of er sprake is van onrechtmatig handelen van [portier 1] jegens [eiser] . Op grond van de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is het aan [eiser] om voldoende onderbouwd te stellen en zo nodig te bewijzen dat het gedrag van [portier 1] heeft plaatsgevonden zoals [eiser] stelt.
4.3.
Vast staat dat in de nacht van 10 op 11 januari 2020 in het rookgedeelte van café Bugsy’s er een aanvaring is geweest tussen onder meer [eiser] en [getuige 1] . [getuige 1] heeft hiervan melding gedaan bij [portier 1] . Korte tijd na dit incident heeft er op een andere plek in het café opnieuw een woordenwisseling plaatsgevonden tussen [eiser] en [getuige 1] . [getuige 1] heeft [portier 1] ook hiervan op de hoogte gesteld. [portier 1] heeft [eiser] vervolgens aangesproken en hem gevraagd mee te komen richting de uitgang. [eiser] weigerde dit zonder over zijn jas te beschikken. Er ontstond een woordenwisseling waarna [portier 1] [eiser] vastpakte. Over wat er vervolgens is voorgevallen, hebben partijen een andere lezing.
4.4.
De rechtbank oordeelt op basis van de (getuigen)verklaringen bij de politie dat voldoende is komen vast te staan dat [eiser] schreeuwde, tegensputterde en zich verzette, waarna [portier 1] [eiser] bij de keel vastgreep en hem stevig vasthoudend naar voren duwde. Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van de politie van 23 april 2020 is op de door een bewakingscamera gemaakte beelden zichtbaar dat [eiser] vervolgens bij de voordeur met zijn rechtervoet blijft haken achter de deurpost en achterover de Smedestraat op valt. De rechtbank neemt in rechte als vaststaand aan dat [eiser] het handletsel heeft bekomen als gevolg van deze struikeling en niet door onrechtmatig handelen van [portier 1] zoals door [eiser] gesteld. Dit licht de rechtbank als volgt toe.
4.5.
Als portier/beveiliger bij een horecagelegenheid moet het uitgangspunt zijn om bij een incident op te treden in de-escalerende zin en geen geweld te gebruiken. Het fysiek ingrijpen, vastpakken en geven van een enkele duw kunnen op grond van de rechtspraak tot de bevoegdheden van een portier worden aangemerkt. Bij de uitoefening van het beroep van portier/beveiliger is een zekere mate van fysiek contact met (lastige/agressieve) bezoekers niet te vermijden.
4.6.
Tegen deze achtergrond is wat [eiser] heeft gesteld te weinig om te oordelen dat [portier 1] zich foutief en buitensporig heeft gedragen. Met het bij de keel grijpen en het hardhandig naar voren duwen van [eiser] richting de uitgang heeft [portier 1] naar het oordeel van de rechtbank onder de gegeven omstandigheden, waarbij sprake was van overmatig alcoholgebruik, verbale agressie en niet meewerken door [eiser] , niet gehandeld met overschrijding van de grenzen van betamelijkheid. Dat [eiser] , zoals hij heeft gesteld, vervolgens met een (extra) harde duw achterwaarts naar buiten is gewerkt en ‘uit de kroeg is gevlogen’ heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd. [eiser] volstaat met het aandragen van zijn eigen partijverklaring en laat na andere bewijsstukken ter ondersteuning van zijn stelling in te brengen. Er is ook geen aanvullend, ondersteunend bewijs te vinden in de overgelegde getuigenverklaringen, in onderling verband en samenhang overziende, noch in het proces-verbaal van bevindingen van de politie over de camerabeelden.
4.7.
Voor het (doen) opvragen van de camerabeelden bij de politie of het parket - zodat partijen en de rechtbank deze zelf kunnen bekijken - bestaat geen grond. Met Bugsy’s ziet de rechtbank het nut en de noodzaak daarvan niet in. De rechtbank gaat uit van de juistheid van de bevindingen van de hoofdagent die de beelden heeft gezien en omschreven in het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van 23 april 2020. Dat de hoofdagent de woorden ‘worp naar buiten’ in de fotobijlage vermeldt is onvoldoende om het hardhandig naar buiten werken van [eiser] als onrechtmatig te kwalificeren gedraging aan te merken. De duiding door de hoofdagent laat zijn omschrijving dat [eiser] met zijn rechtervoet bleef haken achter de deurpost onverlet. Deze omschrijving komt ook overeen met de verklaringen in het dossier dat [eiser] struikelde. Bovendien neemt de rechtbank in aanmerking dat de officier van justitie heeft geoordeeld - welk oordeel het gerechtshof Amsterdam in stand heeft gelaten - dat de beschikbare bewijsstukken, waaronder de camerabeelden, onvoldoende waren om [portier 1] te vervolgen. [portier 1] is verder zijn beveiligingspas als gevolg van het incident niet kwijt geraakt.
4.8.
Al met al concludeert de rechtbank dat de gedragingen van [portier 1] geen onrechtmatig handelen jegens [eiser] opleveren. [eiser] heeft ter zake niet aan zijn stelplicht voldaan, zodat geen plaats is voor bewijslevering. Het gaat om een ongelukkige val die niet aan [portier 1] en Bugsy’s moet worden toegerekend. Daarom is Bugsy’s niet gehouden de schade aan [eiser] te vergoeden.
Slotsom
4.9.
De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen. De overige verweren van Bugsy’s behoeven geen bespreking.
Proceskosten
4.10.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Bugsy's als volgt vastgesteld:
- griffierecht |
€ |
2.837,00 |
|
- salaris advocaat |
€ |
1.196,00 |
(2,00 punten × € 598,00) |
Totaal |
€ |
4.033,00 |
4.11.
De door Bugsy’s gevorderde nakosten zullen niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling worden vermeld, omdat die veroordeling ook voor de nakosten al een executoriale titel oplevert.1
ECLI:NL:RBNHO:2023:5249
1Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:HR:2022:853 ([leidinggevende]).