RBMNE 150921 843a verzoek tzv intern onderzoek naar omgangsscultuur toegewezen, geanonimiseerd, en zonder verklaringen van personen (2)
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 150921 843a verzoek tzv intern onderzoek naar omgangsscultuur toegewezen, geanonimiseerd, en zonder verklaringen van personen
1.
Verder verloop van de procedure
1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 24 april 2019 heeft de kantonrechter op verzoek van [ verzoeker ] een voorlopig getuigenverhoor bevolen. Naar aanleiding daarvan zijn op 23 augustus 2019, 22 november 2019, 5 februari 2021 en 7 mei 2021 getuigen gehoord. Van de getuigenverhoren zijn processen-verbaal opgemaakt.
1.2.
Partijen hebben de kantonrechter laten weten dat de getuigenverhoren kunnen worden gesloten.
1.3.
In zijn verzoekschrift, binnengekomen bij deze rechtbank op 7 januari 2019, heeft [ verzoeker ] de kantonrechter tevens verzocht Connexxion te veroordelen om binnen twee weken na de uitspraak een kopie van het volledige GIMD-rapport van medio 2011 aan hem, althans aan zijn advocaat, te verstrekken op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per week na afloop van deze termijn. Hij baseert dit verzoek op artikel 843a Rv.
1.4.
Mr. Gruben heeft bij brief van 9 januari 2020 namens Connexxion op het verzoek van [ verzoeker ] ex artikel 843a Rv gereageerd en geconcludeerd tot afwijzing daarvan.
1.5.
Het verzoek ex artikel 843a Rv is met de kantonrechter besproken op 7 mei 2021, na afloop van het laatste getuigenverhoor. Daarbij waren aanwezig [ verzoeker ], vergezeld van zijn echtgenote en bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Knotter, en mr. Gruben namens Connexxion. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.
1.6.
Tot slot is een datum voor de beschikking bepaald.
2.
Het verzoek en de gronden daarvan
2.1.
Het standpunt van [ verzoeker ] en het daarop gebaseerde verzoek laten zich als volgt samenvatten. [ verzoeker ] is gerekend vanaf 1 december 1990 tot 1 oktober 2013 bij Connexxion in dienst geweest als medewerker behandelploeg/garageassistent. Per deze laatste datum is het dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid met toestemming van het UWV geëindigd. [ verzoeker ] stelt dat hij gedurende het dienstverband door zijn collega's en leidinggevenden bij voortduring is gepest, vernederd, geïntimideerd, gediscrimineerd en racistisch bejegend waardoor hij ernstige psychische klachten heeft ontwikkeld en uiteindelijk is uitgevallen. Op grond van (daarna) aanhoudende klachten is hij, na beoordeling door de verzekeringsarts van het UWV, vanwege een ernstige depressieve stoornis volledig arbeidsongeschikt bevonden. Hij ontvangt momenteel een WIA-uitkering.
2.2.
[ verzoeker ] verwijt Connexxion veronachtzaming van (onder andere) artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet als gevolg waarvan hij (gezondheids)schade heeft opgelopen. Voor de daardoor ontstane materiële en immateriële schade houdt hij Connexxion aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW.
2.3.
Connexxion (c.q. haar rechtsvoorganger GVU) heeft medio 2011 door GIMD onderzoek laten doen naar discriminatie en racisme op de werkvloer. De bevindingen en conclusies van GIMD zijn neergelegd in een rapport (het GIMD-rapport). [ verzoeker ] heeft GVU/Connexxion gevraagd om een kopie van dit rapport maar afgifte is tot nu toe geweigerd. Wel heeft Connexxion de conclusies van het rapport aan [ verzoeker ] ter beschikking gesteld (productie 3 bij het verzoekschrift).
2.4.
[ verzoeker ] stelt belang te hebben bij kennisneming van het volledige GIMD-rapport om de haalbaarheid van een eventuele aansprakelijkheidsprocedure te kunnen beoordelen. Hij verzoekt daarom op grond van artikel 843a Rv afgifte van het volledige rapport. Zijn belang bij kennisneming van het volledige rapport moet volgens hem prevaleren boven het mogelijke belang van privacybescherming waarop Connexxion zich beroept.
3.
Het verweer
3.1.
Connexxion van haar kant heeft aangevoerd dat [ verzoeker ] geen rechtmatig belang heeft bij afgifte van het GIMD-rapport. Volgens Connexxion heeft [ verzoeker ] onvoldoende duidelijk gemaakt welk concreet belang hij heeft bij afgifte van het rapport nu intussen een groot aantal getuigen is gehoord. Hierbij heeft Connexxion nog opgemerkt dat zij het GIMD rapport met [ verzoeker ] heeft besproken en dat zij de conclusies van GIMD aan [ verzoeker ] heeft verstrekt. Volgens Connexxion lijdt [ verzoeker ] geen onredelijk nadeel doordat hij niet beschikt over het volledige GIMD-rapport en heeft Connexxion daardoor geen onredelijk voordeel.
3.2.
Voorts heeft Connexxion zich beroepen op gewichtige redenen op grond waarvan zij het rapport niet zou behoeven over te leggen. Zij onderbouwt dit als volgt. Het door GIMD verrichte onderzoek heeft betrekking op de werksituatie bij Connexxion en de onderzoeksresultaten behoren tot de interne bedrijfsinformatie van Connexxion. Het rapport bevat onder meer verslagen van gesprekken met medewerkers aan wie vertrouwelijkheid is toegezegd. Connexxion moet die vertrouwelijkheid waarborgen. Het rapport bevat ook vertrouwelijke gegevens over de samenwerking binnen de betreffende afdelingen en hoe die wordt ervaren door de diverse medewerkers en leidinggevenden. Door het overleggen van het GIMD-rapport kan het rapport een eigen leven gaan leiden zonder dat Connexxion daar invloed op heeft.
3.3.
Connexxion heeft verder aangevoerd dat [ verzoeker ] voldoende mogelijkheden heeft om zijn procespositie te beoordelen nu diverse getuigen zijn gehoord en Connexxion hem de conclusies van GIMD beschikbaar heeft gesteld. Bovendien had [ verzoeker ] nog meer getuigen kunnen laten horen.
4.
Beoordeling van het verzoek
4.1.
Artikel 843a BW luidt voor zover van belang als volgt:
"“1.
Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.
2.
De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop inzage, afschrift of uittreksel zal worden verschaft.
3. ( ... )
4.
Degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd."
4.2.
Aan toewijsbaarheid van de vordering stelt het artikel dus drie voorwaarden: (i) rechtmatig belang, (ii) bepaalde bescheiden en (iii) partij zijn bij de rechtsbetrekking waarop de bescheiden betrekking hebben. Bovendien moet de partij van wie afgifte of inzage wordt gevorderd over de bescheiden beschikken. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, behoeven de stukken niet te worden afgegeven (dat is lid 4) wanneer gewichtige redenen zich daartegen verzetten of aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder de gevraagde stukken is gewaarborgd.
4.3.
De rechter zal in elk concreet geval moeten toetsen of aan de drie voorwaarden is voldaan en of de uitzonderingsbepaling van lid 4 van toepassing is. Aan toewijzing van de vordering (het verzoek) kan hij beperkende voorwaarden verbinden. De kantonrechter overweegt in dit verband het volgende.
4.4.
Partijen discussiëren niet over de vraag of aan de hierboven onder (ii) en (iii) genoemde voorwaarden is voldaan. Zij verschillen wel van mening over de vraag of [ verzoeker ] een rechtmatig belang heeft bij afgifte van het GIMD-rapport en voorts over de vraag of Connexxion gewichtige redenen heeft om afgifte te weigeren en of afgifte voor [ verzoeker ] nodig is voor (in de woorden van lid 4) een behoorlijke rechtsbedeling.
4.5.
De kantonrechter is van oordeel, anders dan Connexxion, dat [ verzoeker ] een rechtmatig belang heeft bij afgifte van het GIMD-rapport. Hij is volgens zijn stellingen tijdens zijn dienstverband bij (de rechtsvoorganger van) Connexxion gediscrimineerd en racistisch bejegend. Voor de gevolgen daarvan voor zijn gezondheid houdt hij Connexxion aansprakelijk. Onbetwist staat vast dat GIMD in 2011 in opdracht van (toen) GVU onderzoek heeft gedaan naar de omgangscultuur op de werkvloer, dit naar aanleiding van klachten van [ verzoeker ]. GIMD heeft onder andere geconcludeerd dat er sprake is van een ruwe omgangscultuur, waarin men geen blad voor de mond neemt en vaak grappen maakt op basis van etnische achtergrond. Zij heeft ook geconcludeerd dat de onderlinge omgangsvormen hebben geleid tot normvervaging waarna zij in haar conclusie schrijft dat medewerkers beschadigd kunnen raken en daarmee (langdurig) kunnen uitvallen. Om de haalbaarheid van een eventuele aansprakelijkheidsprocedure te beoordelen wil [ verzoeker ] over het GIMD-rapport beschikken en de kantonrechter kan hem daarin volgen. [ verzoeker ] zal in een eventuele procedure de door hem gestelde feiten moeten onderbouwen, evenals het causaal verband met de door hem gestelde (gezondheids)schade, en de bevindingen van GIMD kunnen daaraan bijdragen. Bij kennisneming van het rapport heeft [ verzoeker ] zodoende belang.
4.6.
Connexxion heeft erop gewezen dat intussen een groot aantal (acht) getuigen is gehoord die over de gang van zaken op de werkvloer hebben verklaard. Dit betekent echter nog niet dat daarom afgifte van het GIMD-rapport onnodig is om in een eventuele procedure tot een juist oordeel te komen. De bevindingen van GIMD kunnen immers het inzicht in de omgangsvormen en -cultuur in het bedrijf en door de werkgever al dan niet getroffen maatregelen vergroten en van invloed zijn op de waardering van de afgelegde getuigenverklaringen. Afgifte van het rapport kan dan ook niet als onnodig voor een behoorlijke rechtsbedeling worden aangemerkt.
4.7.
Connexxion heeft nog een beroep gedaan op de aanwezigheid van gewichtige redenen als bedoeld in lid 4 van artikel 843a Rv. Zij heeft gesteld dat zij de door GIMD geïnterviewde medewerkers vertrouwelijkheid heeft toegezegd en dat het rapport ook vertrouwelijke gegevens bevat over de samenwerking binnen de betreffende afdelingen. Het ontgaat de kantonrechter hoe de samenwerking binnen de afdelingen, en hoe die door medewerkers en leidinggevenden wordt ervaren, een zodanig vertrouwelijk karakter kan hebben dat deze in een procedure niet zou kunnen worden geopenbaard. Connexxion heeft dit verder ook niet uitgelegd. Anders ligt het echter bij de door Connexxion aan de door GIMD geïnterviewde medewerkers toegezegde vertrouwelijkheid. Het is niet betwist dat vertrouwelijkheid aan de medewerkers is toegezegd en het is ook goed voorstelbaar dat een dergelijke toezegging is gedaan om het onderzoek van GIMD mogelijk te maken. Door onbeperkte openbaarmaking van het rapport zou die vertrouwelijkheid en daarmee ook die toezegging ongedaan worden gemaakt.
4.8.
De kantonrechter zal daarom Connexxion veroordelen aan de advocaat van [ verzoeker ] een afschrift van het GIMD-rapport te verschaffen, met de aantekening echter dat de namen van de geïnterviewde medewerkers en hun verklaringen door Connexxion uit het afschrift mogen worden geschrapt. Voorts zal de kantonrechter bepalen dat het aldus te verschaffen afschrift alleen mag worden gebruikt in een eventuele procedure tegen Connexxion (en niet daarbuiten). Dit laat de advocaat van [ verzoeker ] vrij het afschrift met zijn cliënt te bespreken en in de beoordeling van de proceskansen te betrekken.
4.9.
Aan de veroordeling van Connexxion zal de kantonrechter geen dwangsom verbinden. Er zijn geen aanwijzingen dat Connexxion niet vrijwillig aan deze veroordeling zal voldoen.
4.10.
De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding de proceskosten te compenseren.
4.11.
Met toepassing van artikel 288 Rv zal deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. [ verzoeker ] heeft er belang bij, mede gelet op de tijd die al is verstreken, dat hij zonder vertraging over een afschrift van het GIMD-rapport kan beschikken (met de beperkingen die hierboven zijn vermeld).
4.
Beslissing
De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt Connexxion om binnen twee weken na de datum van deze beschikking aan de advocaat van [ verzoeker ] een afschrift van het GIMD-rapport te verschaffen met bepaling dat: - Connexxion uit het afschrift de namen van de door GIMD geïnterviewde medewerkers mag schrappen alsmede hun verklaringen en - het aldus te verschaffen afschrift alleen mag worden gebruikt in een eventuele procedure tegen Connexxion zoals hierboven omschreven onder 4.8;
Met dank aan de heer mr. G.J. Knotter, Wout van Veen Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBMNE-150921