Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 050314 vrijwilliger reisorganisatie aangevallen door verstandelijk beperkte man; reisorganisatie heeft aan zorgplicht tegenover vrijwilliger voldaan

Rb Oost-Brabant 050314 vrijwilliger reisorganisatie aangevallen door verstandelijk beperkte man; curator en aansprakelijkheidsass man aansprakelijk; 
- reisorganisatie (wg-er vrijwilliger) heeft aan zorgplicht tegenover vrijwilliger voldaan; niet aansprakelijk; 
- vrijwaring; reisorganisatie is zorgplicht tov reiziger en haar verplichtingen uit de reisovereenkomst nagekomen

de vorderingen jegens Set-Reizen en Goudse
4.7.
Set-Reizen wordt door [X] aansprakelijk gehouden op grond van het bepaalde in artikel 7:658 BW. Tussen Set-Reizen en [X], die als vrijwilliger, zonder dat met Set-Reizen een arbeidsovereenkomst was gesloten, voor Set-Reizen arbeid heeft verricht, is niet in geschil dat deze bepaling ook van toepassing is in hun verhouding. [X] moet worden geacht de door hem gestelde schade te hebben geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor Set-Reizen. Dit brengt mee dat Set-Reizen voor deze schade aansprakelijk is, tenzij zij, voor zover hier van belang, aantoont dat zij de verplichtingen is nagekomen om voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat [X] in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
4.8.
Volgens Set-Reizen heeft zij aan deze verplichting voldaan, hetgeen door [X] is betwist. Set-Reizen heeft in dit verband op de volgende, niet betwiste, omstandigheden gewezen. Met [X] is na zijn aanmelding bij Set-Reizen een intakegesprek gehouden. In dat gesprek is [X] gewezen op de handleiding voor begeleiders en is hij er op gewezen dat hij kennis moet nemen van de informatie die aanwezig is op de interne website van Set-Reizen alvorens zij als begeleider aan een reis kunnen deelnemen. Set-Reizen heeft gecontroleerd of [X] beschikte over de vereiste kwaliteiten, waaronder ervaring met mensen met autisme, om de reizen als die waaraan [K] deelnam, te begeleiden. [X] was al vier jaar werkzaam als woonbegeleider bij de Stichting Reinarde, een stichting die dienstverlening en ondersteuning biedt op het terrein van wonen, werken, dag- en vrijetijdsbesteding aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap. Hij had zijn opleiding SPH/SPW bijna afgerond, tijdens welke opleiding autisme en gedragsstoornissen ook aan bod komen. [A] had ook gewerkt met mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking. [R] beschikte over de vereiste kwaliteiten en was bekend met autisme. De begeleider van [K] bij Cello heeft contact opgenomen met Set-Reizen, waarbij de reis is doorgenomen. Daarna is het aanmeldingsformulier van [K] ontvangen. [K] had al twee eerdere vakanties met Set-Reizen ondernomen die zonder problemen waren verlopen. De boeking vond plaats in de categorie ‘Support’. Na ontvangst van het aanmeldingsformulier heeft een consulent van Set-Reizen beoordeeld of de reis paste bij [K] en de voor hem benodigde zorg, zoals aangegeven op het boekingsformulier. Daarbij zijn ook evaluaties van eerdere reizen bekeken. Kort voorafgaand aan de reis heeft [R] nog contact gehad met de begeleider van [K] bij Cello om te horen of er nog veranderingen of bijzonderheden waren. Die waren er niet. [R] heeft aan [X] en [A] een overzicht verstrekt van de beperking van [K] en de wijze waarop er met hem moest worden omgegaan.
4.9.
Set-Reizen heeft aldus voldoende gemotiveerd onderbouwd dat zij voldoende maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat [X] in de uitvoering van zijn werkzaamheden schade zou lijden. Het lag op de weg van [X] om daartegenover gemotiveerd te betwisten dat Set-Reizen voldoende maatregelen heeft getroffen. Daaraan heeft hij niet voldaan. [X] heeft gesteld dat hij ongeveer twee weken voor aanvang van de reis een intakegesprek had bij Set-Reizen dat niet veel voorstelde omdat er bijvoorbeeld geen vereiste was om een verklaring omtrent het gedrag te overhandigen. Dat het intakegesprek niet veel voorstelde is onvoldoende geconcretiseerd en niet valt in te zien dat een verklaring omtrent het gedrag een maatregel is die dient om schade als hier aan de orde, te voorkomen. [X] heeft bij dagvaarding gesteld dat hij geen speciale uitleg of nadere instructies heeft gekregen over specifieke problemen van reizigers. Uit hetgeen Set-Reizen bij conclusie van antwoord heeft gesteld en hetgeen namens haar ter comparitie is opgemerkt, een en ander onder verwijzing naar haar productie 6 en door [X] niet althans niet gemotiveerd weersproken, blijkt dat dergelijke informatie wel is verstrekt, voor zover die door en namens [K] aan Set-Reizen was verstrekt. [X] heeft nog gesteld dat hij deelnam aan een reis in de categorie ‘Support’, waaraan reizigers deelnemen met meer beperkingen dan reizigers in de categorie ‘High 5’, hetgeen voor Set-Reizen een grotere zorgplicht meebracht om hem te voorzien van extra instructies. [X] heeft niet gesteld op welke extra instructies hij in dit verband doelt, gegeven de informatie die bij Set-Reizen over [K] bekend was en de instructies die hem zijn verstrekt door Set-Reizen. [X] heeft verder nog gesteld dat de moeder van [K] na het voorval heeft verklaard dat [K] al eens eerder agressief gedrag had vertoont, hetgeen volgens [X] laat zien dat Set-Reizen navraag had moeten doen bij de ouders/verzorgers van [K] om aan de hand van die informatie hem nadere instructies te geven. Vast staat echter dat Set-Reizen van de begeleiders van [K] bij Cello informatie heeft ontvangen en aan de hand daarvan [X] heeft geïnstrueerd. Onweersproken is dat Cello niet bekend was met fysiek agressief gedrag van [K] en dat op het aanmeldformulier is vermeld dat [K] geen agressief gedrag vertoont. Van Set-Reizen kan niet verlangd worden dat zij, naast informatie die zij van Cello en [K] had ontvangen, alsmede de eerdere reiservaringen die zij met [K] had, zich nog tot de ouders van [K] zou richten om nadere informatie. Uit informatie die bij Set-Reizen bekend was volgt niet dat risico van fysieke agressie bestond en dat risico volgt evenmin zonder meer uit de omstandigheid dat er sprake was van een verstandelijke beperking en een autistische stoornis bij [K]. Er bestaat geen enkele grond voor de aanname dat er gevaar bestond voor geweldpleging van [K] tegen begeleiders, zodat in redelijkheid niet van Set-Reizen kon worden verlangd dat zij zich hieromtrent nader zou informeren dan wel [X] nader zou instrueren.
Namens [X] is ter comparitie opgemerkt dat [K] was geplaatst in een groep waarin hij niet thuis hoorde. Voor zover deze stellingname is gebaseerd op de ‘Behandelvisie [K] [K]’ gaat deze niet op omdat die informatie, zoals hiervoor reeds overwogen, niet bij Set-Reizen bekend was terwijl Set-Reizen van die onbekendheid geen verwijt kan worden gemaakt. Dat bij Cello niet zou zijn doorgevraagd op agressie levert geen gebrek aan zorg op aangezien daar geen aanleiding voor bestond gelet op verstrekte gegevens en eerdere ervaringen met [K]. Bovendien is namens [X] ter comparitie opmerkt dat hij ook bij nadere instructie zou hebben gehandeld zoals hij heeft gedaan.
4.10.
Nu Set-Reizen heeft aangetoond dat zij haar verplichtingen als bedoeld in artikel 7:685, eerste lid, BW tegenover [X] is nagekomen, is zij niet aansprakelijk voor de schade die [X] als gevolg van het voorval stelt te hebben geleden. De vordering tegen Set-Reizen zal daarom worden afgewezen, hetgeen meebrengt dat de vordering tegen Goudse, die als aansprakelijkheidsverzekeraar van Set-Reizen door [X] is aangesproken op grond van het bepaalde in artikel 7:954 BW, eveneens moet worden afgewezen.

ECLI:NL:RBOBR:2014:982