Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 090108 aanrijding tussen auto en scooter bij wegversmalling

Rb Utrecht 090108 aanrijding tussen auto en scooter bij wegversmalling; eiseres verwijt gemeente onduidelijkheid fietssuggestiestroken
5.7.  In het geschil tussen [eiseres] en de Gemeente Baarn baseert [eiseres] haar vordering op de stelling dat onduidelijk was of zij over de fietssuggestiestroken mocht rijden nu deze stroken aan weerszijden van de wegversmalling rood gekleurd waren en geen verkeersborden geplaatst om deze situatie te verduidelijken. Bovendien zou de weginrichting in strijd zijn met de toepasselijke regelgeving.
De rechtbank is van oordeel dat – zelfs als wordt aangenomen dat de stellingen van [eiseres] op dit punt juist zijn – dit hooguit tot gevolg kan hebben gehad dat [eiseres] in de veronderstelling verkeerde dat zij niet over het fietspad mocht rijden, waardoor zij op de rijbaan is gaan rijden. Eenmaal op de rijbaan aangekomen, gold echter dat [eiseres] er op bedacht moest zijn dat [gedaagde sub 3] de wegversmalling als eerste zou passeren en dat zij haar snelheid hierop moest aanpassen, zoals de rechtbank hiervoor onder ?5.2 en ?5.3 heeft overwogen. Het ongeval zelf is daarom niet aan te merken als een gevolg van het feit dat bij [eiseres] – al dan niet terecht – verwarring is onstaan over de vraag of zij op het fietspad mocht rijden. Het enkele feit dat het ongeval zou zijn voorkomen als [eiseres] op het fietspad was gaan rijden, maakt dit niet anders. De rechtbank is om deze reden van oordeel dat geen causaal verband bestaat tussen de door [eiseres] aan de Gemeente Baarn verweten gedraging en de ontstane schade. Derhalve kan in het midden blijven of de weginrichting in strijd was met de door [eiseres] aangehaalde regelgeving.
Gezien het vorenstaande zullen ook de vorderingen tegen de Gemeente Baarn worden afgewezen.
LJN BC1570