Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Haarlem, 140410 werkgever vordert schade aan leaseauto van werknemer

Rb Haarlem, 140410 werkgever vordert schade aan leaseauto van werknemer
De feiten
1.  In het kader van een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst heeft Peak aan [A.] een lease-auto, model [XXX.] met kenteken [YYY.] (hierna: de auto) ter beschikking gesteld. Partijen hebben daartoe op 11 oktober 2007 een Gebruiksovereenkomst Bedrijfswagen (hierna: gebruikersovereenkomst) ondertekend, waarin is opgenomen:
“(…) 6.3 Indien Schades het gevolg van roekeloosheid en/of nalatigheid zijn, komen de werkelijke kosten voor rekening van werknemer (…)”
2.  Op 4 november 2007 rond 04:00 uur is schade ontstaan aan de auto als gevolg van een aanrijding. De politie heeft proces verbaal opgemaakt van het ongeval. Tijdens de aanrijding was [A.] inzittende van de auto. De bestuurder van de auto, [B.], was ten tijde van de aanrijding niet in het bezit van een geldig rijbewijs en onder invloed van alcohol.
3.  Op het schadeformulier is achter de tekst ‘Gebruik tijdens het voorval:’ omcirkeld ‘overig particulier gebruik’.
4.  Bij brief van 7 februari 2008 heeft VVS Verzekeringen aan Euromobil Nederland Auto Muntstad (als leasemaatschappij, hierna Muntstad) geschreven:
“(…) Zoals uit het politierapport blijkt, beschikte de bestuurder [B.] niet over een geldig rijbewijs ten tijde van de aanrijding. Tevens was de heer [B.] onder invloed van alcohol. Op grond van artikel 5 sub g van onze polisvoorwaarden is van de verzekering uitgesloten de schade die is veroorzaakt door een bestuurder die niet in het bezit was van een geldig rijbewijs ten tijde van de aanrijding. De schade aan uw [XXX.] is daarom niet gedekt. (…)”
5.  Muntstad heeft op 19 december 2008 € 5.993,28, nog te vermeerderen met btw, in rekening gebracht aan Peak onder vermelding van ‘ongedekte schade 04-11-2007
[YYY.]’.
6.  Op 11 maart 2009 heeft Peak een factuur gezonden aan [A.] voor een bedrag van € 7.132,00 onder vermelding van ‘Doorbelasting total-loss [XXX.] [YYY.] Wegens geen dekking door de verzekering.’ Op de factuur is een betalingstermijn van 14 dagen vermeld.
7.  [A.] heeft deze factuur niet voldaan.
8.  Bij brief van 8 april 2009 heeft Peak aan [A.] geschreven:
“(…) Er is blijkbaar bij jou de indruk ontstaan dat de voorlopige schadeafhandeling met een inhouding van € 250 zou zijn afgesloten. Wij kunnen echter geen (schriftelijke) toezegging van een daartoe bevoegde persoon vinden. (…) Na aftrek van de reeds ingehouden € 250 resteert er dus een bedrag van € 6.882. (…)”
9.  Bij e-mailbericht van 27 april 2009 heeft [A.] aan Peak geschreven:
“(…) Hierop heeft mevrouw [P.] tegen mij verteld dat alles geregeld zou kunnen worden door alleen het eigen risico bedrag van 250,- euro te betalen. Hiermee ben ik akkoord gegaan en daarna is dit bedrag afgeschreven van mijn loon. (…)”

De vordering
Peak vordert (samengevat) veroordeling van [A.] tot betaling van € 8.007,85 (bestaande uit € 7.132,00 aan hoofdsom inclusief btw, € 175,85 aan rente en € 700,00 aan buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met verdere rente en kosten. Peak legt aan de vordering ten grondslag dat de schade aan de auto op grond van artikel 6 van de tussen partijen gesloten gebruikersovereenkomst voor rekening van [A.] komt. Ondanks aanmaningen heeft [A.] niet betaald, zodat Peak tevens aanspraak maakt op buitengerechtelijke incassokosten en rente.

(...) Gedaagde voert als primair verweer dat hij met betrekking tot de schade met eiser een overeenkomst heeft gesloten ter finale kwijting. De kantonrechter laat gedaagde toe toe het bewijs van die stelling.

3.   [A.] voert verder aan dat hij niet aansprakelijk is voor de schade aan de auto. Ter onderbouwing verwijst hij naar artikel 7:661 BW, de gebruikersovereenkomst en naar de omstandigheid dat [B.] als bestuurder aansprakelijk is voor de schade op grond van onrechtmatige daad.

4.  Artikel 7:661 BW bepaalt dat de werknemer, die bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan de werkgever, hiervoor niet tegenover de werkgever aansprakelijk is behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid. De vraag is derhalve of [A.] op het moment van de aanrijding bezig was met het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst.

5.  Vaststaat dat op het schadeformulier is vermeld dat de auto tijdens het voorval particulier werd gebruikt. Ook de omstandigheid dat de aanrijding plaatsvond om 4:00 uur ’s nachts duidt op particulier gebruik van de auto. [A.] heeft ook niet gesteld dat hij bezig was met de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten tijde van de aanrijding. Nu niet is gesteld of gebleken dat de schade is veroorzaakt tijdens de uitoefening van werkzaamheden, faalt reeds hierom het verweer van [A.] dat hij op grond van artikel 7:661 BW niet aansprakelijk is voor de schade.

6.  Evenmin sluit de gebruikersovereenkomst aansprakelijkheid van [A.] als bijrijder uit. In de gebruikersovereenkomst is opgenomen dat schades die het gevolg zijn van roekeloosheid en/of nalatigheid volledig voor rekening van ‘de werknemer’ komen. Uit deze bewoordingen en de strekking ervan volgt dat deze aansprakelijkheid niet beperkt is tot het geval dat [A.] bestuurder van de auto is, maar ook ziet op het geval dat [A.] bijrijder is of de auto ter beschikking heeft gesteld aan een derde. Vast staat dat [A.] de auto heeft laten besturen door iemand die niet in het bezit was van een geldig rijbewijs. De kantonrechter is van oordeel dat dit roekeloos en nalatig is. Voor zover het [A.] was toegestaan om iemand anders dan zichzelf de auto te laten besturen, had [A.] zich ervan moeten vergewissen dat deze persoon hiertoe bevoegd en in staat was. Vast staat dat de verzekering de schade niet heeft vergoed, omdat deze is veroorzaakt door een bestuurder die niet in het bezit was van een geldig rijbewijs ten tijde van de aanrijding. Daarom doet niet ter zake dat volgens [A.] niets bekend is over het alcoholpromillage, de politie geen verband heeft gelegd tussen het ongeval en het alcoholgebruik van de bestuurder, in het proces-verbaal is opgenomen dat de auto door onbekende oorzaak is gaan slippen en [A.] niet wist dat [B.] had gedronken.

7.  Uit het voorgaande volgt dat [A.] aansprakelijk is voor de schade. Daaraan doet niet af dat Peak [B.] als bestuurder van de auto kan aanspreken tot vergoeding van deze schade op grond van onrechtmatige daad. LJN BP8064