Overslaan en naar de inhoud gaan

PHR 170622 maaltijdbezorgers van Deliveroo zijn werkzaam op basis van arbeidsovereenkomst

PHR 170622 maaltijdbezorgers van Deliveroo zijn werkzaam op basis van arbeidsovereenkomst

1
Inleiding en samenvatting

1.1
Het gaat in deze zaak om de vraag of de maaltijdbezorgers van Deliveroo (platformwerkers) in Nederland1 werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Zowel rechtbank als hof hebben die vraag bevestigend beantwoord. Mijns inziens kan het arrest van het hof in stand blijven.

1.2
Bij de beantwoording van de vraag of de maaltijdbezorgers een arbeidsovereenkomst hebben met Deliveroo, draait het vooral om de invulling van het gezagscriterium. In lijn met mijn conclusie voor het Participatieplaats-arrest2bepleit ik dat het bij het gezagscriterium niet zozeer gaat om de instructiebevoegdheid van de werkverschaffer ten opzichte van de werker. Veel belangrijker is of het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkverschaffer. Als de werkzaamheden een wezenlijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering, zal daar snel sprake van zijn. Deze benadering sluit aan bij het wettelijke criterium, of het werk wordt verricht ‘in dienst van een ander’.3

1.3
Alleen als de werker als zelfstandig ondernemer kan worden beschouwd, is géén sprake van organisatorische inbedding van het werk in de onderneming van de werkverschaffer. Het is als uitgangspunt het een of het ander: de werker werkt ‘in dienst van een ander’ doordat het werk is ingebed in de onderneming van die ander, of de werker heeft zijn of haar eigen onderneming. Hierbij geldt het primaat van de feiten: er moet gekeken worden naar de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden.

1.4
De contractsbepaling van Deliveroo dat de maaltijdbezorger vrij is om zich te laten vervangen, staat niet in de weg aan de kwalificatie als arbeidsovereenkomst. Dat geldt ook voor de contractuele vrijheid van de bezorger om te werken (‘in te loggen’) wanneer hij of zij dat wil.

1.5
De procedure is gevoerd door FNV. Daarmee is ook aan de orde of art. 3:305a BW (oud) ruimte biedt voor het verkrijgen van een verklaring voor recht dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers, in afwijking van het schriftelijke contract, geldt als arbeidsovereenkomst. Mijns inziens is dat het geval. ECLI:NL:PHR:2022:578