nlarbeidsinspectie.nl 260824 Monitor arbeidsongevallen 2023; de meeste ongevallen bij vallen, met vorkheftrucks/pallethefwagens en ladders
nlarbeidsinspectie.nl 260824 Monitor arbeidsongevallen 2023; de meeste ongevallen bij vallen, met vorkheftrucks/pallethefwagens en ladders
Er gebeuren dagelijks ongevallen op de werkvloer die in veel gevallen voorkomen hadden kunnen worden. Het is belangrijk dat arbeidsveiligheid een prominente plek heeft in het beleid van de werkgever.
Samenvatting en conclusies
De Nederlandse Arbeidsinspectie wil arbeidsongevallen voorkomen. Daarvoor gebruikt zij de informatie die inspecteurs verzamelen bij ongevalsonderzoeken. Op basis hiervan maakt de Inspectie informatieproducten over de kenmerken van ongevallen, die gebruikt worden voor interventies om de arbeidsveiligheid te vergroten.
Een van die informatieproducten is deze jaarlijkse Monitor Arbeidsongevallen. Hiermee geeft de Arbeidsinspectie inzicht in de afgeronde ongevalsonderzoeken. In deze rapportage staan aantallen, trends en achtergrondkenmerken van bedrijven en slachtoffers. De cijfermatige overzichten in de bijlagen worden gebruikt voor gesprekken over arbeidsveiligheid met branches. Daarnaast draagt de Monitor Arbeidsongevallen bij aan kennis over ongevalstypen en ongevallen onder kwetsbare groepen. Dit jaar gaat bijzondere aandacht uit naar ongevallen met arbeidsmigranten in de Registratie Niet Ingezetenen (hierna: RNI).
Aantal ongevalsonderzoeken
In 2023 rondde de Arbeidsinspectie 2.448 ongevalsonderzoeken af. Daarbij waren 2.386 slachtoffers betrokken1, waarvan 69 dodelijk. Het gaat om 27 slachtoffers per 100.000 banen. Bij bijna één vijfde van de ongevallen is er blijvend letsel en bij 3% van de ongevallen overlijdt het slachtoffer. De meeste ongevallen per 100.000 banen vinden plaats in de sector Waterbedrijven en afvalbeheer, gevolgd door Bouwnijverheid en Landbouw, bosbouw en visserij. Dit patroon komt overeen met 2022 en eerdere jaren.
Evenals in eerdere jaren is ‘Vallen’ het meest voorkomende ongevalstype. Kijkend naar alle ongevalsonderzoeken zijn een aantal veelvoorkomende arbeidsmiddelen vorkheftrucks/pallethefwagens en allerlei soorten ladders. Verder zijn mannen relatief vaker slachtoffer, ook gecorrigeerd voor sector. Oudere werknemers (55+) zijn ook vaker slachtoffer, maar bijvoorbeeld in de sector Landbouw, bosbouw en visserij zijn juist de jongeren (<25) vaker slachtoffer.
Arbeidsmigranten in de RNI
De Arbeidsinspectie vermoedt dat werknemers uit de groep arbeidsmigranten in de RNI relatief vaak slachtoffer zijn van ongevallen. Arbeidsmigranten doen namelijk vaak ongeschoold, laagbetaald en tijdelijk werk, en dan ook nog in sectoren waar het risico op ongevallen al relatief groot is, zoals de Bouwnijverheid, Landbouw, bosbouw en visserij en Industrie.2 Verder is op grond van ervaring de verwachting dat arbeidsmigranten door taal- en cultuurverschillen in sommige gevallen instructies en waarschuwingen mogelijk niet goed begrijpen. Ook kan er sprake zijn van een mogelijke afhankelijkheidssituatie van de werkgever, waardoor zij minder geneigd zullen zijn te klagen over onveilige omstandigheden. Wanneer de werkgever nalatig is de risico’s hiervan goed in te schatten en daar maatregelen op te nemen, kunnen deze factoren mogelijk oorzaken zijn van een arbeidsongeval.
De RNI is onder andere bedoeld voor personen die korter dan vier maanden in Nederland verblijven en hier willen werken. Wanneer dit personen met een niet-Nederlandse nationaliteit zijn en zij betrokken zijn bij een arbeidsongeval, worden zij in dit onderzoek beschouwd als arbeidsmigranten in de RNI. In dit onderzoek is dan ook geselecteerd op deze twee kenmerken: niet-Nederlanderschap3 en registratie in de RNI zonder tijdelijk verblijfsadres op het moment van het ongeval. Ongevallen met deze groep zijn vergeleken met ongevallen van de groep andere slachtoffers (hierna: de restgroep), waar Nederlandse werknemers bij zitten, en ook arbeidsmigranten die wél ingeschreven staan bij een gemeente.
Er vinden relatief veel ongevallen plaats met arbeidsmigranten in de RNI. Het aantal ongevallen per 100.000 banen bedraagt namelijk 37, waar dit bij de restgroep 26 is. Daar komt nog bij dat het bij arbeidsmigranten in de RNI ook iets vaker gaat om ernstige ongevallen. Dat is te zien aan het hogere overlijdenspercentage bij die groep: van alle ongevallen met arbeidsmigranten in de RNI (N=208) overlijdt 4%, bij de restgroep 2%. Ook wordt er bij de onderzoeken van ongevallen met arbeidsmigranten in de RNI vaker een boete opgelegd dan bij de restgroep (82% t.o.v. 75%). De resultaten wijzen verder uit dat ongevallen met arbeidsmigranten in de RNI vaker plaatsvinden in de Industrie (met name vervaardiging van metalen constructies en slachterijen) en de Landbouw, bosbouw en visserij. Slachtoffers uit de groep arbeidsmigranten in de RNI zijn vaker uitzendkracht, jongere en erg kort in dienst op het moment dat het ongeval plaatsvindt. www.nlarbeidsinspectie.nl