Rb Noord-Holland 190315 ervaren kraanmachinist breekt heup bij omvallen mobiele kraan; vennoten vof hoofdelijk aansprakelijk; voorschot € 10.000
- Meer over dit onderwerp:
Rb Noord-Holland 190315 ervaren kraanmachinist breekt heup bij omvallen mobiele kraan; vennoten vof hoofdelijk aansprakelijk; voorschot € 10.000
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partijen het volgende vast:
Mick Kraanverhuur is een bedrijf dat is gespecialiseerd in de verhuur van mobiele torenkranen en mobiele kranen; deze kranen worden inclusief kraanmachinisten eventueel verder bedienende medewerkers en hulpmaterialen verhuurd.
[werknemer] - thans 48 jaar - is op 1 april 2009 voor onbepaalde tijd als kraanmachinist in dienst getreden bij Mick Kraanverhuur. [werknemer] is een gediplomeerd/gecertificeerd en ervaren kraanmachinist.
Op 23 november 2011 heeft [werknemer] in de uitoefening van zijn werkzaamheden (de mobiele kraan is omgevallen) zijn rechter heup gebroken; hierna volgde een ziekenhuisopname tot 29 november 2011; sinds het ongeval is [werknemer] arbeidsongeschikt (op 13 augustus 2013 is bij hem een prothese rechter heup geplaatst).
Op 28 november 2011 heeft de Arbeidsinspectie een rapportage uitgebracht.
Op 15 maart 2012 hebben medewerkers van Mick Kraanverhuur een op 21 november 2011 gedateerd "VGM overleg" getekend voor "Aanwezig en gelezen". De medewerkers hebben op 15 maart 2012 ook getekend voor een "Toolboxmeeting" van laatstgenoemde datum.
Op 31 oktober 2012 is [werknemer], na verkregen toestemming van UWV Werkbedrijf, door Mick Kraanverhuur, ontslagen wegens bedrijfseconomische omstandigheden; sindsdien is [werknemer] werkloos.
Op 5 februari 2014 heeft de arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. een ongevalsrapport uitgebracht, waarin is geconcludeerd: "Tijdens mijn onderzoek heb ik geen verband kunnen vaststellen tussen een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet door de werkgever en de oorzaak van het, ingevolge artikel 9, 1e lid van diezelfde wet, meldingsplichtige arbeidsongeval, zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, onder i, Arbowet. In verband hiermee heb ik volstaan met het opmaken van dit ongevalsrapport."
Op 11 september 2014 heeft [werknemer] aanspraak gemaakt op een voorschot "onder algemene titel" ten bedrage van € 12.500,--.
De vordering
[werknemer] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. zal verklaren voor recht dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [werknemer] als gevolg van het arbeidsongeval op 23 november 2011;
b. gedaagden hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding onder algemene titel van € 12.500,-- met dient verstande dat de één betalend de ander zal zijn gekweten;
c. gedaagden - eveneens hoofdelijk - zal veroordelen tot vergoeding van de schade die [werknemer] heeft geleden, lijdt en nog zal lijden voortvloeiende uit het hem overkomen bedrijfsongeval van 23 november 2011, zowel de vermogensschade als het nadeel niet in vermogensschade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet; een en ander met veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
[werknemer] heeft tegen de achtergrond van de vaststaande feiten het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd:
Mick Kraanverhuur is tekortgeschoten in haar zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving ex artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek (BW), nu [werknemer] op 23 november 2011 zijn heup heeft gebroken door een hijskraan die omviel tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden. Toen [werknemer] de giek wilde inkorten om de kraan gereed te maken voor vertrek, kantelde deze door het ballastgewicht. [werknemer], die een gekwalificeerde en ervaren kraanmachinist is, had de stempelpoten van de kraan vanuit de cabine te vroeg ingeschoven. De door [werknemer] gemaakte fout is ontstaan door het ontbreken van voorzorgsmaatregelen, zoals een wegafzetting door linten en/of pilonnen en de hulp van een aanpikker en de hectiek van de haastklus. [werknemer] had net een opdracht uitgevoerd in Broek in Waterland toen hem werd opgedragen deze niet routinematige klus - twee houten masten van een schip op de wal hijsen - op 23 november 211 voor Mick Kraanverhuur uit te voeren. Het werk was niet voorbereid, er was geen werkplan en van enige coördinatie van de te verrichten werkzaamheden was geen sprake. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [werknemer] hierover nog opgemerkt dat hij moeilijk aan zijn werkelijke werkzaamheden toekwam, omdat hij meerdere malen naar de schipper (opdrachtgever) moest lopen om te vragen wie het verkeer zou tegenhouden. Je hebt op die locatie een scheepswinkel, die ten tijde van de werkzaamheden bevoorraad werd, er is op die plek een kinderopvangplaats en er lopen vooral veel voetgangers.
De schade van en voor [werknemer] was en is aanzienlijk, zowel in vermogensschade als in niet-materiële zin. [werknemer] stelt dat hij de definitieve schade nog niet kan begroten, reden waarom hij - naast een voorschot onder algemene titel ten bedrage van € 12.500,-- euro - verwijzing naar de schadestaatprocedure vordert. Bij brief van 11 september 2014 is Mick Kraanverhuur (nogmaals) door [werknemer] aansprakelijk gesteld en is betaling van het voorschot gevraagd. [werknemer] heeft operaties moeten ondergaan – er is een kunstheup geplaatst - en is thans nog steeds arbeidsongeschikt en werkeloos.
Het verweer
Mick Kraanverhuur betwist de vordering. Zij voert - samengevat - aan alles te hebben gedaan om een fout, zoals de ervaren [werknemer] heeft begaan, te voorkomen. Zo organiseerde zij maandelijks toolboxmeetings, waarbij problemen die haar werknemers ondervonden en veiligheidsaspecten werden besproken. In de periode voor het ongeval heeft [werknemer] enkele meetings (om privé redenen) gemist. Na de toolboxmeetings waar [werknemer] niet bij kon zijn, heeft Mick Kraanverhuur telkens aan hem een samenvatting verstrekt die hij na lezing hiervan moest ondertekenen. Mick Kraanverhuur werkte altijd zeer nauwgezet en conform de geldende regels, zij heeft de veiligheid hoog in het vaandel. [werknemer] stond bekend als een zeer ervaren kraanmachinist, die vanzelfsprekend niet keer op keer als hij een klus ging verrichten, hoefde te worden gewezen op de veiligheidsrisico's en de wijze waarop hij zijn werkzaamheden diende te verrichten. Omdat het een standaardklus betrof, was het niet nodig dat Mick Kraanverhuur voordat zij [werknemer] naar Volendam stuurde, instrueerde over de veiligheidsaspecten en de werkwijze die hij in acht moest nemen. Er was voor deze eenvoudige klus ook geen inzet van extra medewerkers nodig. In het bijzonder was bij deze opdracht geen "aanpikker nodig, zoals [werknemer] hier beweert. In de kraanwagen bevinden zich pylonen en een afzetlint. Naar de mening van Mick Kraanverhuur is het al dan niet afzetten van de weg irrelevant bij de beoordeling van dit ongeval.
Overigens dient [werknemer] in zijn vordering jegens de vennoten van Mick Kraanverhuur niet-ontvankelijk te worden verklaard. Ten onrechte heeft [werknemer] op voet van artikel 18 Wetboek van Koophandel de vennoten van Mick Kraanverhuur in deze procedure betrokken. Dit artikel ziet op hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten in verband met verbintenissen die de vennootschap onder firma is aangegaan (lees: een overeenkomst met bijvoorbeeld een leverancier of een klant). Daarvan is bij de onderhavige vordering ex artikel 7:658 BW vanzelfsprekend geen sprake.
Indien en voor zover de rechtbank onverhoopt van oordeel mocht zijn dat Mick Kraanverhuur aansprakelijk is uit hoofde van artikel 7:658 BW, dan geldt dat het door [werknemer] gevorderde voorschot vooralsnog niet voor toewijzing in aanmerking komt. Er blijkt geenszins dat [werknemer] schade lijdt die een voorschot van € 12.500,- rechtvaardigt. Hij heeft geen bewijs van de door hem gepretendeerde schade overgelegd.
De beoordeling
Niet betwist wordt dat het letsel dat [werknemer] heeft opgelopen en wat heeft geleid tot de heupoperaties en de thans nog voortdurende arbeidsongeschiktheid het gevolg zijn van het ongeval op 23 november 2011. Mick Kraanverhuur betwist echter dat zij daarvoor aansprakelijk is.
Vast staat dat [werknemer] een ervaren kraanmachinist is die goed op de hoogte was van de bedieningswijze van de onderhavige kraan. Eveneens staat vast dat Mick Kraanverhuur geregeld binnen haar bedrijf de veiligheidsvoorschriften en de bedieningsinstructies communiceerde met haar personeel. Wel is twijfelachtig of dit altijd iedereen voldoende bereikte, maar het onderhavige ongeval is naar het oordeel van de kantonrechter niet het gevolg van een gebrek aan voorlichting van de zijde van de werkgever.
Dat ongeval is het rechtstreekse gevolg van het niet volgen door [werknemer] van de juiste volgorde bij het “inpakken” van de kraan. Vast staat dat hij de gebruikte kleine stempels heeft ingetrokken voor het contragewicht was losgekoppeld.
Nu niet is gesteld en uit niets blijkt dat [werknemer] opzettelijk de juiste volgorde van de werkzaamheden niet heeft gevolgd, wat ook niet door Mick Kraanverhuur is gesteld, moet dit geweten worden aan de omstandigheden waaronder het werk plaatsvond.
Mick Kraanverhuur heeft er voor gekozen het werk door Mick Kraanverhuur alleen te laten uitvoeren, zonder wegafzetting en zonder inpikker. Aannemelijk is dat [werknemer] zich hierdoor gehaast voelde bij het opruimen van de kraan. Mick Kraanverhuur heeft dit niet onderkend bij het geven van de opdracht. In het algemeen heeft te gelden dat ook ervaren medewerkers fouten maken.
De omstandigheden die tot de door [werknemer] gemaakte fouten hebben geleid komen naar het oordeel van de kantonrechter voor rekening van Mick Kraanverhuur. Zij heeft de werkomstandigheden ter plaatse onjuist ingeschat. Aangenomen mag worden dat het ongeval had kunnen worden voorkomen door voor een wegafzetting te zorgen en/of een tweede man mee te sturen.
Mick Kraanverhuur moet dan ook ten volle aansprakelijk worden geoordeeld voor de door [werknemer] geleden schade, voor welke schade zij overigens verzekerd is.
Mick Kraanverhuur moet worden nagegeven dat de voorlopige onderbouwing van de door [werknemer] geleden schade wel wat summier is. Wel is aannemelijk geworden dat er sprake is van aanzienlijke inkomensschade en van immateriële schade. De kantonrechter zal een voorschot van € 10.000,00 toekennen en voorts schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zoals gevorderd, toewijzen.
Mick Kraanverhuur heeft aangevoerd dat de vennoten van de vennootschap onder firma Mick Kraanverhuur VOF niet hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventuele aansprakelijkheid van die vennootschap onder firma voor de gevolgen van het ongeval van [werknemer]. Die aansprakelijkheid die volgt uit artikel 18 WvK zou zijn beperkt tot de verbintenissen die voortkomen uit door de vennootschap onder firma met derden gesloten overeenkomsten. De kantonrechter kan Mick Kraanverhuur niet in dit verweer volgen. Immers, de tekst van artikel 18 WvK luidt: In vennootschappen onder eene firma is elk der vennooten, wegens de verbindtenissen der vennootschap, hoofdelijk verbonden. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van de verbintenis. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten is dan ook van gelding voor alle verbintenissen van de vennootschap onder firma, hetzij uit overeenkomst, hetzij voortvloeiend uit de wet. Ook verbintenissen tot schadevergoeding vallen daar onder. De gevorderde verklaring voor recht zal dan ook worden toegewezen.
De proceskosten komen voor rekening van Mick Kraanverhuur omdat deze grotendeels in het ongelijk wordt gesteld.
Waar hetgeen partijen voor het overige naar voren hebben gebracht niet tot een andere beslissing kan leiden, behoeft dit geen nadere bespreking. ECLI:NL:RBNHO:2015:4631