RBAMS 020821 wg-er aansprakelijk voor ontploffing confettikanon in gezicht werknemer
- Meer over dit onderwerp:
RBAMS 020821 wg-er aansprakelijk voor ontploffing confettikanon in gezicht werknemer
Feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[eiseres] is op 20 juli 2015 in dienst getreden bij Action als winkelmedewerkster. Haar werkzaamheden bestonden onder meer uit het aanvullen en sorteren van producten in schappen, opruimen en bedienen van de kassa.
1.2.
Op 3 november 2018 heeft [eiseres] tijdens haar werkzaamheden een confettikanon uit een schap met huishoudartikelen gepakt, omdat het daar niet hoorde te liggen. Terwijl [eiseres] met het confettikanon in haar handen langs de schappen liep, is het confettikanon tot ontploffing gekomen in haar gezicht.
1.3.
Als gevolg van deze ontploffing heeft [eiseres] ernstig letsel aan haar linkeroog opgelopen.
1.4.
Het arbeidsongeval is op 15 november 2018 gemeld bij de Inspectie SZW. De arbeidsinspecteur M. Lauret heeft op 21 november 2018 nadere informatie ingewonnen. Naar aanleiding van zijn bevindingen schrijft de arbeidsinspecteur het volgende:
Op de hoofdvestiging in Zwaagdijk-Oost de beelden bekeken van het ongeval. Ik zag het slachtoffer met een losse partypopper in haar hand door de winkel lopen. Ik zag dat ze in de partypopper keek en het leek alsof ze met haar hand een draaiende beweging maakte, waardoor de partypopper in haar gezicht ontplofte. We hebben één partypoper ter plaatse laten ontploffen in een vuilniszak en de confetti vloog dwars door de vuilniszak heen. Het was een vrij heftige knal. Vervolgens hebben we de partypopper uit elkaar gehaald. Ik zag onderin een metalen busje waarop een rubberen dopje zat, die met een metalen draaidop op het flesje gedrukt was. Je moet bewust aan de partypopper draaien om deze te laten ontploffen. (…)
Telefonisch contact gehad met het slachtoffer. (…) Slachtoffer vond een losse partypopper in een schap in de winkel waar deze niet thuishoorde. De folie aan de bovenzijde van de partypopper was verwijderd. Ze vroeg zich af wat er met de partypopper aan de hand was en keek er daarom in, terwijl ze tegelijkertijd onbewust aan de partypopper heeft gedraaid. Ik heb aangegeven dat ik het ongeval zie als een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat ik er daarom geen nader onderzoek naar zal doen. (…)
De vordering en het verweer
2. [eiseres] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I te verklaren voor recht dat Action aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval dat haar is overkomen op 3 november 2018;
II met veroordeling van Action in de proceskosten en de wettelijke rente over de proceskosten indien en voor zover betaling van de proceskostenveroordeling niet binnen twee weken na aanschrijving van het ten dezen te wijzen vonnis heeft plaatsgevonden;
III met veroordeling van Action in de nakosten, te begroten op € 120,00, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt.
3. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat Action op grond van artikel 7:658 lid 2 BW als werkgever aansprakelijk is voor schade die zij tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden heeft geleden. Action heeft [eiseres] niet gewaarschuwd voor het gevaar dat gepaard gaat met het werken met confettikanonnen. Evenmin heeft Action instructies gegeven aan [eiseres] om op een veilige wijze met confettikanonnen te werken.
4. Action voert verweer. Zij stelt dat Action haar zorgplicht niet heeft geschonden. Action hoeft als werkgever geen maatregelen te nemen tegen of te waarschuwen voor algemene bekende gevaren /risico’s die bij de werknemer bekend mogen worden verondersteld. Het is een feit van algemene bekendheid dat er een gevaar op letsel ontstaat wanneer iemand een confettikanon met beide handen vasthoudt, op het gezicht richt en door met de handen in tegengestelde richting te draaien het ontploffingsmechanisme activeert. Ook de Inspectie SZW spreekt van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, hetgeen in alle redelijkheid niet door een werkgever voorkomen had kunnen worden.
De beoordeling
5. Partijen zijn het er over eens dat het oogletsel dat [eiseres] heeft opgelopen is ontstaan in de uitoefening van haar werkzaamheden voor Action. Op grond van het tweede lid van artikel 7:658 BW is het aan Action om te bewijzen dat zij aan haar verplichting om voor een veilige werkplek en arbeidsomstandigheden te zorgen heeft voldaan. Dat Action geen specifieke instructies of waarschuwingen heeft gegeven aan [eiseres] met betrekking tot de wijze waarop met een confettikanon als het onderhavige moet worden omgegaan, staat niet ter discussie.
6. Partijen verschillen wel van mening over hoe het confettikanon tot ontploffing is gekomen. Waar [eiseres] ontkent dat zij aan het confettikanon heeft gedraaid en het confettikanon in haar beleving spontaan tot ontploffing kwam, meent Action dat op de camerabeelden te zien in dat [eiseres] haar handen in tegengestelde richting heeft gedraaid. Daardoor heeft zij het ontploffingsmechanisme geactiveerd.
7. De kantonrechter heeft de beelden die door een beveiligingscamera zijn gemaakt en waarop een deel van het ongeval is te zien bestudeerd. Daarop is het volgende te zien:
Na 22 seconden verschijnt een vrouw (partijen zijn het er over eens dat dit [eiseres] is) rechts onder in beeld en loopt voor de camera langs naar links. Zij houdt haar hoofd gebogen en kijkt al lopend naar een voorwerp (volgens partijen: het confettikanon) in haar handen. Haar linkerhand houdt het confettikanon aan de bovenkant vast en haar rechterhand aan de onderkant. De hoek waarin zij het confettikanon vasthoudt is zodanig dat zij de zijkant ervan kan bekijken.
Na 23 seconden is de hoek waarin zij het confettikanon vasthoudt iets gewijzigd, zodanig dat zij al lopend de bovenkant ervan kan bekijken.
Na 25 seconden brengt zij, al lopend, het confettikanon dichter bij haar hoofd en lijkt zij de bovenkant van het confettikanon te bestuderen.
Na 26 seconden is [eiseres] zodanig van de camera afgedraaid dat haar handen niet langer te zien zijn.
Na 27 seconden is [eiseres] helemaal links onderin beeld, haar rug schuin naar de camera gedraaid. Op dat moment ontploft het confettikanon, hetgeen te zien is aan de confettiregen die in beeld verschijnt.
8. Uit de beelden kan de kantonrechter opmaken dat [eiseres] het confettikanon van verschillende kanten bekijkt. Zelf heeft zij daarover verklaard dat zij wilde weten of het confettikanon nog heel was en dus in het juiste schap kon worden teruggelegd, of dat het naar de afdeling voor kapotte spullen moest. Dat [eiseres] met haar hand(en) een draaiende beweging maakt, waardoor het ontploffingsmechanisme geactiveerd wordt, is op de beelden niet te zien. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit de beelden niet worden afgeleid dat [eiseres] bewust het ontploffingsmechanisme in werking heeft willen stellen. Tegelijkertijd sluiten de beelden niet uit dat zij dat mogelijk onbewust, met een lichte beweging van haar handen, heeft gedaan.
9. Action voert aan dat het algemeen bekend is dat het ontploffingsmechanisme van een confettikanon in werking wordt gesteld door met beide handen in tegengestelde richting aan de koker te draaien en dat zij haar werknemers niet op dit risico hoefde te wijzen. De kantonrechter deelt deze opvatting niet. Hoe een confettikanon tot ontploffing kan worden gebracht is geen feit van algemene bekendheid, maar kan daarentegen op relatief eenvoudige wijze worden begrepen door de aanwijzingen op de verpakking te lezen. Van een klant die een dergelijk voorwerpt koopt, mag worden verwacht dat deze eerst de aanwijzingen op de verpakking leest, alvorens het confettikanon te gebruiken. Van een werknemer wiens taak het is de veelheid aan steeds wisselende producten die Action verkoopt op te ruimen, hoeft echter niet te worden verwacht dat deze steeds de verpakking bestudeert alvorens een artikel te verplaatsen. In zoverre slaagt het verweer van Action niet.
10. Action voert verder aan dat het ongeval moet worden beschouwd als een ongelukkige samenloop van omstandigheden, zodat redelijkerwijs niet van Action gevergd kon worden maatregelen ter voorkoming daarvan te treffen. Ook dat verweer wordt verworpen. De werkzaamheden van [eiseres] hielden onder meer in dat zij de producten in de schappen moest sorteren en kapotte producten moest wegbrengen. Onder die omstandigheden lag het in de lijn der verwachting dat [eiseres] het confettikanon oppervlakkig onderzocht om te beoordelen of het weer terug in het schap gelegd kon worden. Dat een werknemer bij een oppervlakkig onderzoek van het confettikanon een zodanige beweging maakt dat deze onbedoeld tot ontploffing komt, is uiterst ongelukkig, maar niet zodanig onwaarschijnlijk dat redelijkerwijs niet van Action gevergd kan worden maatregelen te treffen ter voorkoming van een dergelijk ongeval. Daarbij weegt mee dat de camerabeelden er geen blijk van geven dat [eiseres] bewust een draaiende beweging heeft gemaakt met haar handen en er daarentegen weinig voor nodig leek om het confettikanon te doen ontploffen.
11. De conclusie van de Inspectie van SZW dat je bewust aan het confettikanon moet draaien om deze te laten ontploffen, leidt niet tot een ander oordeel. Onduidelijk is waar deze conclusie op is gebaseerd. De Inspectie heeft een vergelijkbaar confettikanon (de Inspectie spreekt over een partypopper) uit elkaar gehaald en constateert dat er onderin de partypopper een metalen busje zat waarop een rubberen dopje zat, die met een metalen draaidop op het flesje gedrukt was. Waarom deze alleen tot ontploffing komt als men er bewust aan draait (en een onbewuste beweging daarvoor dus onvoldoende is) wordt niet verder onderbouwd. Deze conclusie strookt in elk geval niet met de camerabeelden. Bovendien sluit het onderzoek van de Inspectie niet uit dat het confettikanon dat [eiseres] in haar handen had, waarvan het folie was verwijderd en waar dus een ander vóór haar aan had gezeten, met een onbewuste, lichte beweging van de handen tot ontploffing kon komen.
12. Action voert in dit verband nog aan dat zij duizenden artikelen in haar schappen heeft liggen en dat het confettikanon slechts één van die producten is. De kantonrechter overweegt hierover het volgende. Action kiest er voor een zeer divers en steeds wisselend winkelaanbod te hebben. Dat Action het vervolgens ondoenlijk vindt om haar werknemers te instrueren over het gevaar van één enkel product tussen de veelheid aan artikelen in haar schappen, ligt in haar risicosfeer en ontslaat haar niet van haar verantwoordelijkheid als werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving waar ongevallen als de onderhavige zich niet kunnen voordoen.
13. Gelet op het hiervoor overwogene heeft Action haar zorgplicht jegens [eiseres] geschonden en is zij op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor het ongeval dat haar is overkomen. De vorderingen van [eiseres] worden toegewezen. ECLI:NL:RBAMS:2021:4091