Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 090118 val van ongeschikte ladder; ervaringsfeit dat wn-er eerst tbs gesteld materiaal gebruikt

RBDHA 090118 val van ongeschikte ladder; ervaringsfeit dat wn-er eerst tbs gesteld materiaal gebruikt 
- verzocht 19 u x € 245,00, + 7% kantoorkosten + 21% btw toegewezen 15 uur x 245,00 + 7 + 21%


De feiten

2.1.
Op 30 september 2015 heeft een ongeval plaatsgevonden waarbij [verzoeker] letsel heeft opgelopen.

2.2.
[verzoeker] was op de dag van het ongeval in dienst bij uitzendbureau Flextra, dat [verzoeker] had uitgeleend aan Het Nieuwe Ambacht om diverse onderhoud- en schilderwerkzaamheden te verrichten aan een woning in Dordrecht.

2.3.
In het rapport van de Inspectie SZW van 23 februari 2016 staat, voor zover relevant, het volgende:

( ... ) Op het moment voor het ongeval bevond het slachtoffer zich op een ladder, welke u ter beschikking had gesteld aan het slachtoffer.

Hij wilde het tweede kozijn, vanaf de vloer gezien, op een hoogte van zo’n 3,5 meter, gaan schuren om deze vervolgens te schilderen.

Tijdens de gang naar boven, op de ladder, had het slachtoffer schuurpapier bij zich.

Het slachtoffer gaf in zijn verklaring aan dat hij was begonnen met het schuren van het betreffende kozijn en vervolgens bijkwam op de vloer van de binnenplaats.

Het slachtoffer gaf aan dat hij zich niet wist te herinneren wat er gebeurd was in het tijdvak tussen het schuren en het moment dat hij bijkwam op de vloer.

Het slachtoffer is waarschijnlijk van hoogte gevallen, onduidelijk is gebleken de toedracht waardoor dit kon gebeuren.

Tevens is gebleken dat:
- De ladder, van het merk Hymer, in een goede deugdelijke staat verkeerde.
- U voorafgaande aan het uitvoeren van de werkzaamheden deze werkzaamheden had geïnventariseerd aan de hand van een opgestelde offerte, en op de hoogte was van de situatie van deze arbeidsplaats.
- De ladder ten tijde van het gebruik gekeurd was tot de datum 03-2016 door BPO-Axsys.
- Het slachtoffer deze, en soortgelijke, werkzaamheden voor u uitvoert sinds jaren, veel ervaring heeft, in het bezit was van VCA en een cursus van Altrex heeft gevolg met betrekking tot het werken op het hoogte.
( ... )

2.4.
Zowel Flextra als Het Nieuwe Ambacht heeft de aansprakelijkheid afgewezen.


Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoekt bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w-1019cc Rv, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat Flextra en Het Nieuwe Ambacht aansprakelijk zijn voor het ontstaan en de gevolgen van het [verzoeker] overkomen ongeval, en dat Flextra, Achmea, Het Nieuwe Ambacht en Reaal hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot alle nog nader vast te stellen ongevalgerelateerde schade te vergoeden, met begroting en hoofdelijke veroordeling van Flextra, Achmea, Het Nieuwe Ambacht en Reaal in de kosten van € 5.931,67 nog te vermeerderen met het griffierecht.

3.2.
[verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat Het Nieuwe Ambacht tekort geschoten is in de op haar rustende zorgplicht ex artikel 7:658 BW door een onveilig arbeidsmiddel ter beschikking te stellen voor de door [verzoeker] te verrichten werkzaamheden. Op grond van bestendige rechtspraak heeft het tekortschieten van Het Nieuwe Ambacht tevens als tekortschieten van Flextra te gelden, aldus [verzoeker] . De beide aansprakelijkheidsverzekeraars zijn op grond van de directe actie gehouden om naast Het Nieuwe Ambacht en Flextra de schade van [verzoeker] te vergoeden.

3.3.
Zowel Flextra en Achmea als Het Nieuwe Ambacht en Reaal hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Dat komt er kortweg op neer dat de ter beschikking gestelde ladder een veilig en geschikt arbeidsmiddel is, [verzoeker] een ervaren kracht is en er in de gegeven omstandigheden voldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen teneinde het ongeval te voorkomen. Het Nieuwe Ambacht en Reaal hebben bovendien nog aangevoerd dat de toedracht niet vast staat.


De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat zowel een formele als een materiële werkgever ervoor moet zorgdragen dat het gebruik van een arbeidsmiddel, in casu een ladder, geen gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van een werknemer en dat de werkgever verantwoordelijk is voor de (technische) veiligheid van het arbeidsmiddel. Welke (veiligheids)maatregelen van de werkgever mogen worden verlangd hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij als uitgangspunt geldt dat de werkgever rekening moet houden met het ervaringsfeit dat werknemers niet altijd de noodzakelijke voorzichtigheid zullen betrachten.

4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat Het Nieuwe Ambacht onder de gegeven omstandigheden geen veilig arbeidsmiddel ter beschikking heeft gesteld aan [verzoeker] . [verzoeker] had ten minste moeten beschikken over een arbeidsmiddel waarmee hij veilig de onderhoud- en schilderwerkzaamheden aan het manshoge raam op een hoogte van 3,5 meter waar hij ten tijde van het ongeval aan werkte had kunnen uitvoeren.

4.3.
[verzoeker] heeft in dit verband onbestreden gesteld dat hij over een ladder beschikte met een afstandshouder die minder breed was dan het bewuste raam. Daardoor kon hij de ladder niet voor het raam plaatsen en heeft hij, naar eigen zeggen, door op de één na laatste trede van de ladder te staan en zonder dat hij met zijn handen de ladder kon vasthouden het bovenste gedeelte van het raam moeten schuren.

4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] onder de gegeven omstandigheden, waar hij met een ladder een groot raam diende te schuren en schilderen, ten minste de beschikking had moeten hebben over een ladder die voor dat raam kon worden geplaatst (met behulp van een afstandshouder voorzien van een balk die breder was dan het bedoelde raam). Een dergelijke ladder had [verzoeker] op elke gewenste hoogte voor het raam kunnen plaatsen en zodoende had hij met voldoende houvast (en dus veilig) de onderhoud- en schilderwerkzaamheden aan het gehele raam kunnen uitvoeren.

4.5.
Het was de verantwoordelijkheid van Het Nieuwe Ambacht om [verzoeker] van een dergelijke ladder te voorzien, hetgeen zij niet heeft gedaan. Om die reden is Het Nieuwe Ambacht op grond van artikel 7:658 lid 4 BW aansprakelijkheid voor de gevolgen daarvan. Flextra is als formele werkgever eveneens aansprakelijk, nu Het Nieuwe Ambacht in de relatie tot [verzoeker] heeft te gelden als een hulppersoon van Flextra.

4.6.
Dat, zoals Flextra aanvoert, de toedracht van het ongeval niet kan worden vastgesteld en het mogelijk is dat [verzoeker] bijvoorbeeld zelf van de ladder is gevallen bij het omhoogklimmen, leidt niet tot een ander oordeel. Het Nieuwe Ambacht heeft haar zorgplicht heeft geschonden door [verzoeker] niet een (voldoende) veilig arbeidsmiddel ter beschikking te stellen en heeft daarmee de situatie in het leven heeft geroepen dat het ongeval daardoor kan zijn veroorzaakt. Nu in casu de feitelijke toedracht van het ongeval op basis van de beschikbare bewijsmiddelen niet met zekerheid kan worden vastgesteld, komt de mogelijkheid dat de feitelijke toedracht is gelegen in een andere (niet aan de werkgever te wijten) oorzaak voor rekening en risico van Het Nieuwe Ambacht als werkgever. Ook de omstandigheid dat de ladder zelf in deugdelijke staat verkeerde, leidt niet tot een ander oordeel, nu een andere, voor heb uitgevoerde werk voldoende veilige ladder ter beschikking had moeten worden gesteld.

4.7.
De kantonrechter volgt Flextra niet in haar ingenomen standpunt dat [verzoeker] had moeten weigeren zijn werkzaamheden te verrichten als hij de ladder onveilig vond en dat de gevolgen van het ongeval om die reden (deels) voor zijn rekening en risico dienen te komen. In dit verband is van belang dat op Het Nieuwe Ambacht de primaire verplichting rust om een voor de uit te voeren werkzaamheden veilig arbeidsmiddel ter beschikking te stellen nog voordat de werkzaamheden aanvangen en dat een werknemer er in beginsel op mag vertrouwen dat het ter beschikking gestelde arbeidsmiddel geschikt is voor een veilige uitvoering van de opgedragen werkzaamheden. Daarnaast is van belang dat [verzoeker] ter zitting onbestreden heeft gesteld dat hij in verband met andere werkzaamheden aan dezelfde woning al een bepaalde door Het Nieuwe Ambacht voorgestelde werkwijze heeft geweigerd. Daaruit blijkt dat [verzoeker] zich bewust is geweest van mogelijke gevaren en daarop heeft gehandeld. Onder de gegeven omstandigheden kan Het Nieuwe Ambacht (en ook Flextra) [verzoeker] niet met een beroep op eigen schuld verwijten dat hij heeft nagelaten bezwaar te maken tegen het gebruik van de door Het Nieuwe Ambacht aan hem ter beschikking gestelde ladder.

4.8.
Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat een werknemer in eerste instantie zal proberen om de werkzaamheden uit te voeren met de arbeidsmiddelen die hem ter beschikking zijn gesteld, ook als die arbeidsmiddelen minder of niet geschikt zijn en ook als de werknemer daarmee meer risico dient te nemen dan bij gebruik van de juiste arbeidsmiddelen. Dat is nu juist de reden dat op de werkgever de zorgplicht rust om werknemers (direct) te voorzien van voor de uit te voeren werkzaamheden veilige arbeidsmiddelen en op hen de verplichting legt om daartoe het nodige onderzoek te doen voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden. Onder de gegeven omstandigheden acht de kantonrechter het begrijpelijk dat [verzoeker] heeft geprobeerd om de onderhoud- en schilderwerkzaamheden aan het bewuste raam uit te voeren met de door Het Nieuwe Ambacht ter beschikking gestelde ladder.

4.9.
Nu Het Nieuwe Ambacht en Flextra jegens [verzoeker] aansprakelijk zijn, kan [verzoeker] Achmea en Reaal op grond van de directe actie van artikel 7:954 BW aanspreken en zijn zij jegens [verzoeker] gehouden om de schade waarvoor hun verzekerden aansprakelijk zijn te vergoeden.

4.10.
Het voorgaande leidt ertoe dat de verzoeken worden toegewezen. Aan behandeling van de overige stellingen en weren van partijen wordt dan ook niet toegekomen.

Kosten deelgeschil

4.11.
[verzoeker] heeft verzocht de kosten te begroten op € 5.931,67 waarbij is uitgegaan van 19 uur tegen een uurtarief van € 245,00, inclusief 7% kantoorkosten en 21% btw. Dit bedrag dient nog vermeerderd te worden met een aanvullende kostenvergoeding van € 2.854,81 (inclusief kantoorkosten en btw) en het betaalde griffierecht van € 78,00.

4.12.
De kantonrechter acht het door mr. Kolder gehanteerde aantal uren, voor een particuliere cliënt in een niet bijzonder complexe zaak als deze, bovenmatig en zal het aantal uren vaststellen op 15, uitgaande van een uurtarief van € 245,00. De kantonrechter begroot de kosten dan ook op een bedrag van € 4.758,02 (15 uren x € 245,00 x 7% kantoorkosten x 21% btw), te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 78,00, zijnde derhalve in totaal een bedrag van € 4.836,02.

4.13.
Aangezien het verzoek is toegewezen, komen de kosten van dit deelgeschil voor vergoeding in aanmerking. ECLI:NL:RBDHA:2018:13273