RBROT 300119 Verzoek om tussentijds hoger beroep toe te staan na het aanbrengen van de dagvaarding in de bodemzaak
- Meer over dit onderwerp:
RBROT 300119 Verzoek om tussentijds hoger beroep toe te staan na het aanbrengen van de dagvaarding in de bodemzaak..
2 De overwegingen
2.1.
Bij beschikking van 7 juni 2017 in de deelgeschilprocedure met zaaknummer / rolnummer C/10/516984 / HA RK 16-1112 (geen vindplaats bekend, red LSA-LM) heeft deze rechtbank, voor zover van belang, voor recht verklaard dat er (juridisch) causaal verband bestaat tussen de klachten van [gedaagde] (zoals beschreven in de expertiserapportages van Bruins d.d. 3 juni 2016 en Bernsen d.d. 17 november 2016) en het ongeval van 3 november 2011. Tevens is voor recht verklaard dat de sinds het ongeval bestaande (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van [gedaagde] en de daardoor veroorzaakte schade van arbeidsvermogen aan het ongeval toegerekend dient te worden.
2.2.
Bij brief van 17 december 2018 heeft Allianz de rechtbank verzocht toe te staan dat zij in hoger beroep mag komen van voornoemde beschikking van 7 juni 2017. [gedaagde] heeft de rechtbank en Allianz bij faxbericht van 16 januari 2018 bericht dat hij zich refereert aan het door Allianz gedane verzoek.
2.3.
Tegen de beslissing op een verzoek in de deelgeschilprocedure staat op grond van artikel 1019bb Rv, onverminderd artikel 1019cc lid 3 Rv geen voorziening open. In artikel 1019cc lid 1 Rv wordt de deelgeschilbeschikking voor de bindende kracht van daarin opgenomen beslissingen over geschilpunten die de materiële rechtsverhouding betreffen, gelijkgesteld met (eind)beslissingen in een tussenvonnis. Op grond van het derde lid van artikel 1019cc Rv kan in de bodemprocedure hoger beroep worden ingesteld tegen de beschikking in het deelgeschil, althans tegen de daarin opgenomen bindende eindbeslissingen over de materiële rechtsverhouding van partijen, als van een tussenvonnis. Daartoe is verlof van de bodemrechter nodig, ingevolge artikel 1019cc lid 3 en onder a Rv. De rechtbank stelt vast dat het verzoek tot verlof tijdig is gedaan.
2.4.
In de beschikking in de deelgeschilprocedure is onder meer beslist over het causaal verband tussen de klachten van [gedaagde] en het ongeval op 3 november 2011. Hiermee is een beslissing gegeven over de materiële rechtsverhouding tussen partijen, zoals bedoeld in artikel 1019cc lid 1 Rv. Voor de gevolgen van het ongeval heeft Allianz immers aansprakelijkheid erkend. Nu de rechter in de bodemprocedure in beginsel gebonden is aan de in het deelgeschil gegeven beslissing en Allianz te kennen heeft gegeven zich met deze beslissing niet te kunnen verenigen en dit aan een hogere instantie te willen voorleggen, ziet de rechtbank om redenen van proceseconomische aard aanleiding tussentijds hoger beroep toe te staan van de beschikking van 7 juni 2017. Dit zal leiden tot een efficiëntere rechtsgang, hetgeen uiteindelijk in het belang van beide partijen zal zijn.
2.5.
De zaak zal in afwachting van het hoger beroep in de deelgeschilprocedure worden verwezen naar de parkeerrol. ECLI:NL:RBROT:2019:704