Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 240523 bewindvoerder is formele procespartij

RBZWB 240523  kop-staartbotsing na invoegen op snelweg; niet is komen vast te staan dat achteropkomend bestuurder gevaarzettend en/of onzorgvuldig heeft gehandeld;
- bewindvoerder is formele procespartij

locatie ongeval: www.google.com/maps/

2 De feiten

2.1.

Op 13 augustus 2019 heeft een kopstaartbotsing plaatsgevonden tussen de Opel Corsa van Directlease, bestuurd door mevrouw [naam] , en de Opel Combo Van, bestuurd door [gedaagde sub 1] . De botsing vond plaats op de N59, tussen de zijweg naar Sint-Philipsland en hectometerpaal 32.4, in de richting van Bruinisse. Die zijweg staat haaks op de N59 (hierna ook: de kruising). De N59 is een voorrangsweg met één baan, buiten de bebouwde kom, waar ter hoogte van de kruising een maximumsnelheid geldt van 70 km per uur. Vlak daarvoor en vlak daarna geldt een maximumsnelheid van 100 km per uur. Vanaf de N59 is een uitvoegstrook om af te slaan naar de zijweg. De zijweg is, waar ze aansluit op de N59, voorzien van haaientanden en aan weerszijden een b06 verkeersbord. Vanaf de zijweg is geen invoegstrook naar de N59. Op de N59 staat direct na die zijweg hectometerpaal 32.5. Vlak voor de aanrijding reed [gedaagde sub 1] op de N59 achter een vrachtwagen. Deze vrachtwagen nam voor de kruising de uitvoegstrook naar Sint-Philipsland en minderde vaart om de afslag naar rechts te nemen. [gedaagde sub 1] , die zijn weg over de hoofdbaan vervolgde, passeerde links van de vrachtwagen. Op enig moment daarna is [gedaagde sub 1] met de voorkant van zijn auto tegen de achterkant van de auto, bestuurd door [naam] , gebotst. [naam] was even daarvoor vanuit de zijweg de N59 opgereden. De auto van [gedaagde sub 1] is na de botsing tot stilstand gekomen tussen hectometerpaal 32.5 en het verkeersbord met de maximumaanduiding van 100 km per uur. De auto van [naam] is na de botsing tot stilstand gekomen tussen het genoemde 100 km verkeersbord en hectometerpaal 32.4. Het 100 km bord staat ongeveer in het midden tussen beide genoemde hectometerpalen. Beide voertuigen zijn als gevolg van de botsing total loss verklaard.

3 Het geschil

3.1.

Directlease vordert bij vonnis - samengevat - uitvoerbaar bij voorraad, om gedaagde te veroordelen om tegen bewijs van kwijting aan Directlease te betalen een bedrag van € 5.245,01 ter zake voertuigschade, te vermeerderen met rente en kosten, alsmede gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure. Met gedaagde – zo begrijpt de kantonrechter – wordt gedaagde c.s. bedoeld.

3.2.

Directlease legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde sub 1] 60 tot 100 meter na de kruising met te hoge snelheid dan wel kennelijk onoplettend althans onvoorzichtig achterop [naam] is gereden. Dat is volgens Directlease onrechtmatig. Daarbij stelt Directlease dat [gedaagde sub 1] op het moment van de aanrijding een snelheid had van minstens 60 km per uur, omdat hij al geruime tijd (minstens zes seconden) op de N59 reed. Directlease heeft voertuigschade geleden, waarvan thans vergoeding wordt gevorderd.

3.3.

[gedaagden] betwist dat hij te hard heeft gereden dan wel gevaarzettend en/of onzorgvuldig heeft gehandeld. Ook betwist hij de stelling dat de aanrijding 60 tot 100 meter na de kruising heeft plaatsgevonden. De aanrijding vond plaats op de kruising, nadat [naam] vanaf de zijweg de N59 opreed zonder voorrang te verlenen aan [gedaagde sub 1] , terwijl ze daartoe wel gehouden was, en zonder zicht op tegemoetkomend verkeer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Nu Directlease gevestigd is in België draagt deze procedure een internationaal karakter. Allereerst dient de kantonrechter ambtshalve te beoordelen of zij rechtsmacht heeft. Dat is het geval. Gezien het geldende recht is de Nederlandse rechter bevoegd van de onderhavige zaak kennis te nemen, nu het verkeersongeval zich heeft voorgedaan in Nederland. De plaats van het ongeval brengt tevens mee, dat de onderhavige zaak beoordeeld dient te worden naar Nederlands recht. Dit is ook niet tussen partijen in geschil.

4.2.

[gedaagden] voert aan dat de vorderingen jegens de bewindvoerder reeds dienen te worden afgewezen, omdat het geschil niet ziet op een (vermeende) onrechtmatige daad van de bewindvoerder. In dat kader overweegt de kantonrechter als volgt.

Vast staat dat ten behoeve van [gedaagde sub 1] bewind is ingesteld. De onderhavige vordering tot schadevergoeding heeft betrekking op het vermogen van [gedaagde sub 1] waarover het ingestelde bewind zich uitstrekt. Een gerechtelijke procedure over zo’n vordering kan op grond van het bepaalde in artikel 1:441 BW slechts door of tegen de bewindvoerder, die [gedaagde sub 1] als onderbewindgestelde in en buiten rechte vertegenwoordigt, worden ingesteld. De bewindvoerder treedt dan ook in dit geding op als formele procespartij ten behoeve van de rechthebbende [gedaagde sub 1] . Het ter zake gevoerde verweer van [gedaagden] treft dan ook geen doel.

ECLI:NL:RBZWB:2023:6232