RBDHA 180124 10% ES voor onvoldoende rechts houden overstekende bromfiets; linksafslaande auto na bill. corr. 100% aansprakelijk
- Meer over dit onderwerp:
RBDHA 180124 10% ES voor onvoldoende rechts houden overstekende bromfiets; linksafslaande auto na bill. corr. 100% aansprakelijk
- Verzocht 16 uur x € 265,00 + 21%, toegewezen 14 uur x € 265 + 21% = € 4.489,10
2De feiten
2.1.
Op 24 januari 2023 is [verzoeker] (geboren op [geboortedatum] 1960) omstreeks 12:19 uur betrokken geraakt bij een verkeersongeval op de Slachthuislaan in Den Haag. [verzoeker] kwam op zijn bromfiets uit een zijstraat van de Slachthuislaan (de Stieltjesstraat) en reed rechtdoor de Slachthuislaan op om over te steken. Op datzelfde moment kwam vanuit de tegenoverliggende zijstraat van de Slachthuislaan (de Tak van Poortvlietstraat) een door de heer [naam] (hierna: [naam] ) bestuurde auto eveneens de Slachthuislaan opgereden, met de bedoeling linksaf te slaan. Ter hoogte van de op de Slachthuislaan aanwezige verhoogde middenberm zijn [verzoeker] en [naam] met elkaar in botsing gekomen (hierna: het ongeval). De volgende foto geeft de situatie weer, gezien vanuit [verzoeker] :
2.2.
[verzoeker] is door de botsing ten val gekomen. Na het ongeval zijn de politie, een ambulance en een traumahelikopter gearriveerd. Nadat [verzoeker] door de trauma-arts is gestabiliseerd, is hij met de ambulance naar het [Ziekenhuis] gebracht. Daar bleek dat [verzoeker] als gevolg van de aanrijding een dubbele (open) botbreuk aan zijn linker onderbeen had opgelopen. [verzoeker] is direct geopereerd en moest tot 8 februari 2023 in het ziekenhuis blijven. Op 1 maart 2023 is [verzoeker] opnieuw geopereerd, waarna [verzoeker] een infectie heeft opgelopen. [verzoeker] is uiteindelijk tot 18 maart 2023 in het ziekenhuis opgenomen geweest.
2.3.
In een door de politie op 25 januari 2023 opgemaakt proces-verbaal van bevindingen is onder meer het volgende opgenomen:
“Omschrijving weg
De Slachthuislaan bestaat uit twee rijbanen waarvan één gaande in de richting van de Neherkade en de andere in de richting van de Gouverneurlaan. Deze twee rijbanen worden gescheiden door middel van een verhoogd middenberm.
Op het punt Slachthuislaan, Tak van Poortvlietstraat en Stieltjesstraat is er geen middenberm aanwezig. (…)
Vanuit de Tak van Poortvlietstraat kom je uit op de rijbaan van de Slachthuislaan gaande in de richting van de Neherkade. Vanuit de Stieltjesstraat kom je uit op de rijbaan van de Slachthuislaan gaande in de richting van de Gouverneurlaan.
Camerabeelden
Ik bekeek op woensdag 25 januari 2023 omstreeks 08.00 uur de beelden die waren gemaakt vanuit een dashcam die aan de achterzijde van het voertuig was bevestigd.
Ik zag dat er een witte scooter uit de Stieltjesstraat kwam (…), gaande in de richting van de Slachthuislaan. (…)
Ik zag dat er een zwart voertuig uit de richting van de Tak van Poortvlietstraat kwam en der rijbaan van Slachthuislaan gaande in de richting van de Neherkade overstak en af wilde slaan naar de rijbaan van de Slachthuislaan in de richting van de Gouverneurlaan (…).
Ik zag dat het zwarte voertuig met zijn linker voorbumper de witte scooter raakte aan de linker voorzijde. Ik zag dat door de klap de persoon op de scooter tegen de motorkap van het voertuig kwam (…).”
2.4.
Op 10 februari 2023 heeft [verzoeker] InShared, de aansprakelijkheidsverzekeraar van [naam] , aansprakelijk gesteld voor zijn letselschade als gevolg van het ongeval. InShared heeft geen aansprakelijkheid erkend. Wel heeft InShared een voorschot aan [verzoeker] betaald van € 2.000.
3Het geschil
3.1.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank bij wijze van deelgeschil op grond van artikel 1019w van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
voor recht te verklaren dat InShared aansprakelijk is voor het ongeval en de gevolgen daarvan;
-
InShared te veroordelen tot vergoeding van alle door [verzoeker] als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden schade;
-
de kosten verbonden aan de behandeling van het deelgeschil te begroten en InShared te veroordelen om die kosten aan [verzoeker] te voldoen.
3.2.
[verzoeker] legt aan zijn verzoek, samengevat, het volgende ten grondslag. Uit het proces-verbaal van de politie, de foto’s die na het ongeval zijn gemaakt en de dashcambeelden van de passerende auto, blijkt duidelijk dat [naam] op de Slachthuislaan zonder naar links te kijken naar links is afgeslagen en daardoor tegen [verzoeker] is aangereden. [verzoeker] reed toen hij de Slachthuislaan overstak rechtdoor en hield daarbij voldoende rechts aan. Van een verwijtbare gedraging van [verzoeker] is geen sprake. Als dat al anders is, dan geldt dat de mogelijke fouten van [verzoeker] in geen verhouding staan tot de fouten van [naam] . InShared is dus volledig aansprakelijk voor het ongeval. Als de rechtbank er toch van uit gaat dat [verzoeker] voor een deel eigen schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval, is [verzoeker] van mening dat op grond van de billijkheidscorrectie alsnog volledige aansprakelijkheid van InShared moet worden aangenomen.
3.3.
InShared voert verweer. Primair betwist InShared dat zij aansprakelijk is voor het ongeval. Subsidiair is InShared van mening dat sprake is van eigen schuld van [verzoeker] voor ten minste 75%.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4De beoordeling
4.1.
Dit deelgeschil gaat over de vraag of en zo ja voor welk percentage Inshared aansprakelijk kan worden gehouden voor het ongeval.
Heeft [naam] een verkeersfout gemaakt?
4.2.
Vast staat dat [naam] vanuit de Tak van Poortvlietstraat de Slachthuislaan kwam opgereden met de bedoeling om na de kruising linksaf de Slachthuislaan (richting de Gouverneurlaan) op te slaan. Op datzelfde moment reed [verzoeker] vanuit de Stieltjestraat eveneens de Slachthuislaan op. Toen [naam] en [verzoeker] zich allebei in het midden van de kruising bevonden, zijn zij met elkaar in botsing gekomen. Anders dan InShared stelt is het niet zo dat [naam] zich al volledig op dat middelste weggedeelte bevond en stil stond toen [verzoeker] de Stieltjesstraat kwam uitrijden en dat [verzoeker] had moeten wachten totdat [naam] was afgeslagen. Uit de camerabeelden blijkt dat [naam] al rijdend een bocht naar links heeft gemaakt en daarbij onvoldoende oplettend is geweest op het mogelijke verkeer dat vanuit de Stieltjesstraat kwam. Hierdoor heeft [naam] [verzoeker] niet gezien en is hij tegen hem aangereden, terwijl hij [verzoeker] als rechtdoor gaand verkeer voorrang had moeten verlenen. [naam] heeft dus een verkeersfout gemaakt. Dit betekent dat InShared als verzekeraar van [naam] aansprakelijk is tegenover [verzoeker] .
Is er sprake van eigen schuld van [verzoeker] ?
4.3.
Vervolgens is de vraag of ook [verzoeker] verwijtbaar heeft gehandeld waardoor hij heeft bijgedragen (eigen schuld heeft) aan het ontstaan van het ongeval. Volgens InShared is dit het geval. Zij heeft er in dit verband op gewezen dat [verzoeker] het overige verkeer niet voor heeft laten gaan bij het verrichten van een bijzondere manoeuvre. Verder is [verzoeker] volgens InShared onvoldoende oplettend geweest op het verkeer om hem heen. Tot slot heeft [verzoeker] in de visie van InShared niet voldoende rechts gehouden.
4.4.
Aan het eerste verwijt van InShared gaat de rechtbank voorbij. [verzoeker] was de Stieltjesstraat al uitgereden en bevond zich op het moment van de aanrijding net als [naam] in het midden van de Slachthuislaan waar partijen op de kruising met elkaar in botsing zijn gekomen. Van een bijzondere manoeuvre (doordat een straat werd uitgereden) van één van partijen was op dat moment geen sprake meer. Ook het verwijt dat [verzoeker] bij het oprijden van de Slachthuislaan onvoldoende oplettend is geweest en daardoor [naam] te laat heeft waargenomen acht de rechtbank niet terecht. Uit de camerabeelden blijkt wel dat [verzoeker] naar links heeft gekeken om zich ervan te vergewissen dat er geen verkeer van links kwam, maar de rechtbank ziet niet in dat [verzoeker] zijn blik daarna te laat weer naar voren heeft gericht.
4.5.
Wel blijkt uit de overgelegde foto’s en camerabeelden dat [verzoeker] bij het oversteken van de Slachthuislaan niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden. Wellicht geven de camerabeelden, zoals [verzoeker] stelt, door de positie van de dashcam in de passerende auto een ietwat vertekend beeld van de positie van [verzoeker] , maar ook vanaf de andere kant gezien was het voor [verzoeker] mogelijk geweest om meer rechts aan te houden. Dat het ongeval, zoals [verzoeker] stelt, ook zou hebben plaatsgevonden als [verzoeker] meer rechts had gereden, is door InShared betwist en onvoldoende door [verzoeker] onderbouwd. Ook [verzoeker] valt dus een verwijt te maken.
Causale verdeling
4.6.
Uit het voorgaande blijkt dat beide partijen een verwijt te maken valt. In zo’n geval moet de schade over de benadeelde ( [verzoeker] ) en de aansprakelijke partij ( [naam] ) worden verdeeld in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder van partijen toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen (artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek). Het gaat dan om de vraag in welke mate enerzijds het weggedrag van [naam] als automobilist en anderzijds het weggedrag van [verzoeker] als bestuurder van de bromfiets aan het ontstaan van het ongeval hebben bijgedragen.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat het ongeval in overwegende mate is veroorzaakt door [naam] . [naam] kwam vanuit de Tak van Poortvlietstraat en wilde links afslaan om de Slachthuislaan op te rijden. Zoals hiervoor al is overwogen, is het niet zo dat [naam] hierbij eerst stil heeft gestaan. [naam] heeft al rijdend de bocht naar links gemaakt waarbij hij kennelijk alleen naar het verkeer van rechts heeft gekeken en niet naar het verkeer dat mogelijk van de andere kant (de Stieltjesstraat) kwam. Juist op het moment dat [verzoeker] de kruising opreed maakte [naam] de bocht vrij scherp naar links en daarbij reed hij tegen [verzoeker] aan, terwijl hij hem, als rechtdoor gaand verkeer, voorrang had moeten verlenen. Dit weegt in de causale verdeling zwaar. Het klopt dat [verzoeker] ook een verwijt valt te maken omdat hij niet geheel rechts heeft gereden, maar dit heeft naar het oordeel van de rechtbank maar voor een klein deel bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de mate van aansprakelijkheid van InShared vast op 90%, met een eigen schuld van 10% aan de zijde van [verzoeker] .
Billijkheidscorrectie
4.8.
Tot slot moet de vraag worden beantwoord of, zoals [verzoeker] betoogt, op grond van de billijkheidscorrectie alsnog 100% aansprakelijkheid van InShared moet worden aangenomen. [verzoeker] heeft er in dit verband met name op gewezen dat het ongeval bij hem tot zeer ernstig letsel heeft geleid.
4.9.
Bij de toepassing van de billijkheidscorrectie moet het gaan om de aanwezigheid van specifieke, individuele omstandigheden die tot gevolg hebben dat de billijkheid een andere verdeling eist dan de uitkomst van de beoordeling op basis van causaliteit. Daarbij spelen de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten en de andere omstandigheden van het geval, zoals de ernst van het opgelopen letsel, een rol.
4.10.
In dit geval is het ongeval met name ontstaan doordat [naam] door onvoldoende oplettendheid tegen [verzoeker] is aangereden. [verzoeker] heeft hierdoor ernstig letsel opgelopen. De rechtbank wijst op de brief van 31 augustus 2023 van de traumachirurg van het [Ziekenhuis] , waarin onder meer is opgenomen: “Hij is gepresenteerd op onze Spoedeisende Hulp, alwaar hij een volledige traumascreening onderging. Daar kwam uit dat patiënt een mono-letsel had, maar wel een zeer ernstige in de vorm van een graad 3B open distale crurus/pilon tibiale fractuur links met een forse scheurwond aan de mediale zijde.” [verzoeker] is twee keer geopereerd en daarna voor langere tijd opgenomen geweest. In verband met een infectie na de tweede operatie heeft [verzoeker] drie maanden antibiotica moeten innemen. Vervolgens heeft [verzoeker] maandenlang moeten revalideren. Inmiddels is het voor [verzoeker] wel mogelijk om zonder krukken te lopen, maar hij kan zijn been en voet nog nauwelijks belasten en vreest dat hij nooit meer normaal zal kunnen lopen. Ter onderbouwing hiervan heeft [verzoeker] een brief van zijn medisch adviseur van 4 december 2023 overgelegd, waarin de medisch adviseur erop wijst dat bij een ernstige pilonfractuur het percentage blijvende invaliditeit volgens de AMA-guides kan oplopen tot 43% voor de onderste extremiteit, hetgeen gelijk is aan 17% voor de gehele persoon. Er zijn dus aanwijzingen dat [verzoeker] niet volledig zal herstellen en last van zijn been en voet zal blijven houden. Volgens [verzoeker] is daarnaast sprake van (nog niet onderzochte) schouderklachten en psychische klachten. Duidelijk is dat het ongeval een enorme impact heeft op het leven van [verzoeker] . De rechtbank ziet hierin aanleiding om een billijkheidscorrectie toe te passen, in die zin dat InShared gehouden is om de schade van [verzoeker] als gevolg van het ongeval volledig te dragen.
Slotsom
4.11.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat ( [naam] en daarmee) InShared voor 100% aansprakelijk is voor het ongeval en de gevolgen daarvan. De rechtbank zal aldus beslissen. Aangezien de schade als gevolg van het ongeval nog niet is onderbouwd, zal de rechtbank InShared niet tot schadevergoeding veroordelen. In plaats daarvan zal de rechtbank voor recht verklaren dat InShared gehouden is om de door [verzoeker] als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden schade volledig te vergoeden.
Kosten deelgeschil
4.12.
Op grond van artikel 1019aa Rv moet begroting plaatsvinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hierbij wordt de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd: het moet redelijk zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten moet eveneens redelijk zijn. Dit betekent dat als een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. In dit geval is niet in geschil dat de met deze procedure gemoeide kosten in redelijkheid zijn gemaakt. De rechtbank zal dan ook overgaan tot begroting van de kosten.
4.13.
Mr. Van Apeldoorn heeft de aan de behandeling van het verzoek verbonden kosten blijkens de specificatie van 5 december 2023 tot aan de mondelinge behandeling begroot op een bedrag van € 4.240 in totaal, uitgaande van een tijdsbesteding (vanaf 15 augustus 2023) van 16 uur (waarvan 12 uur voor het opstellen van het verzoekschrift) en een uurtarief van € 265.
4.14.
InShared heeft alleen bezwaar gemaakt tegen het aantal opgevoerde uren. Volgens InShared moet het aantal aan deze zaak bestede tijd worden gematigd tot 10 uur in totaal.
4.15.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de overzichtelijkheid van deze zaak, het aantal uren dat is besteed aan het opstellen van het verzoekschrift gematigd moet worden. De rechtbank acht het redelijk om voor het opstellen van het verzoekschrift uit te gaan van een tijdsbesteding van 8 uur. De overige tijdsbesteding van 4 uur tot aan de zitting acht de rechtbank redelijk. De rechtbank gaat dus uit van een tijdsbesteding van 12 uur tot aan de zitting. Daarbij zal de rechtbank nog 2 uur optellen voor de zitting zelf. Dit leidt ertoe dat de aan deze procedure verbonden kosten worden begroot op € 3.710 (14 uur x € 265) exclusief btw, oftewel € 4.489,10 inclusief btw. Deze kosten worden nog vermeerderd met het betaalde griffierecht van € 314, zodat het totaalbedrag uitkomt op € 4.803,10.
4.16.
Aangezien InShared voor 100% aansprakelijk is voor de schade van [verzoeker] als gevolg van het ongeval, zal InShared worden veroordeeld tot betaling van het volledige bedrag aan [verzoeker] . ECLI:NL:RBDHA:2024:2857