Hof Den Bosch 161110 whiplash; oordeel over letsel waarbij het in de normale lijn der verwachtingen liggende herstel uitblijft
- Meer over dit onderwerp:
Hof Den Bosch 161110 whiplash; oordeel over letsel waarbij het in de normale lijn der verwachtingen liggende herstel uitblijft
4.9. Wat betreft de gestelde psychische klachten van [X.] geldt dat deze, anders dan London stelt, bij de beoordeling van de vraag of [X.] ten gevolge van het ongeval arbeidsongeschikt is geworden wel van belang kunnen zijn. Volgens vaste jurisprudentie geldt immers dat als bij een onrechtmatige daad als de onderhavige – bestaande in het veroorzaken van letsel – het in de normale lijn der verwachtingen liggende herstel uitblijft als gevolg van de persoonlijkheidsstructuur van het slachtoffer of als gevolg van moeilijkheden in diens privéleven het – geheel dan wel gedeeltelijk - uitblijven van herstel niettemin als gevolg van de daad aan de dader moet worden toegerekend (HR 4 november 1988, NJ 1989, 751). Voor een – gehele dan wel gedeeltelijke – toerekening van deze omstandigheden aan het slachtoffer zelf is slechts plaats onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld indien het slachtoffer van zijn kant zich – mede in aanmerking genomen zijn persoonlijkheidsstructuur en privé-moeilijkheden – onvoldoende heeft ingespannen om een bijdrage te leveren aan het herstelproces. Dit betekent dat als deze klachten, althans de realiteit van de klachten, komen/komt vast te staan, moet worden beoordeeld of deze klachten op grond van het hiervoor vermelde uitgangspunt aan het ongeval kunnen worden toegerekend. Om die reden neemt het hof de conclusie van de deskundige dat een onderzoek door een neuropsycholoog en/of psychiater niet nodig is niet over. De daartegen door [X.] opgeworpen bezwaren treffen doel.
4.10. Naar het oordeel van het hof heeft [X.] door het overleggen van de rapporten van Pasmans en De Bonth zijn stellingen betreffende het bestaan van die klachten en het causaal verband tussen die klachten en het ongeval in ieder geval voldoende onderbouwd. Psychiater Pasmans concludeert dat bij [X.] sprake is van een in algemene zin sterk afgenomen psychische belastbaarheid. Pasmans merkt in zijn rapport op dat de depressieve klachten van [X.] mogelijk te wijten zijn aan onder meer overbelasting, de tegengestelde adviezen van de huisarts van [X.] en het GAK en het stopzetten van de uitkering door het GAK. Volgens het rapport van de arbeids- deskundige De Bonth is het niet aannemelijk dat [X.] meer dan circa 12 uur per week in een arbeidssituatie kan functioneren. Zij tekent daarbij aan geen mogelijkheden te zien op de vrije arbeidsmarkt, maar eventueel wel binnen de Sociale Werkvoorziening.
4.11. Nu het hier evenwel om eenzijdig tot stand gekomen rapporten gaat, zijn daarmee naar het oordeel van het hof de stellingen waarop [X.] zijn vordering baseert, nog niet bewezen. London geeft in de memorie van antwoord aan bezwaren te hebben tegen de persoon van Pasmans als deskundige als ook tegen (sommige van) zijn conclusies. Het hof ziet daarin aanleiding om met partijen te bespreken hoe de verdere behandeling van deze zaak het beste kan verlopen en zal daartoe een meervoudige comparitie gelasten. Op deze comparitie zal met partijen worden besproken of, gelet op de in het dossier reeds aanwezige stukken, het nodig is nog nader deskundigenonderzoek te gelasten. Indien nodig zullen de persoon en de deskundigheid van de te benoemen deskundigen alsmede de aan deze ter beantwoording voor te leggen vragen worden besproken. De comparitie zal tevens worden gebruikt om te bezien of een minnelijke regeling tot de mogelijkheden behoort. In dat verband zullen ook alle schadeposten worden besproken. LJN BO5064