Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 051218 illegale fillerbehandeling met PMMA aan billen en dijen voorshands komen vast te staan; tegenbewijs mogelijk

RBDHA 051218 illegale fillerbehandeling met PMMA aan billen en dijen voorshands komen vast te staan; tegenbewijs mogelijk

De feiten

2.1.
[gedaagde] exploiteert in [plaats 2] een beauty- en massagesalon onder de naam [handelsnaam gedaagde] . Voorheen exploiteerde zij haar salon aan de [adres] . [gedaagde] is niet BIG-geregistreerd.

2.2.
[eiseres] is een thans 64-jarige vrouw die naar haar zeggen in 2012 twee keer een filler-behandeling heeft ondergaan bij [gedaagde] , op een adres in [plaats 1] , waarvoor zij in totaal € 1.600 contant aan [gedaagde] heeft betaald. Daarbij zijn volgens [eiseres] haar billen en dijen behandeld met PMMA, een permanente filler. Daarnaast heeft zij bij [gedaagde] diverse massagebehandelingen ondergaan.

2.3.
Vanaf 2015 merkte [eiseres] dat zij last kreeg van harde knobbels in haar billen en dijen met daarbij horende pijnklachten in de heupen, met uitstraling naar de benen en rug.

2.4.
Sinds 18 maart 2016 is [eiseres] onder behandeling van een dermatoloog en cosmetisch arts van het [Ziekenhuis] in verband met genoemde klachten, voortvloeiend uit de gebruikte fillers. Zij wordt sindsdien in het ziekenhuis geregeld behandeld met lasertherapie (ILT-techniek) ter verlichting van de (pijn)klachten. Bij brief van 15 juni 2017 heeft het ziekenhuis de advocaat van [eiseres] bericht dat de klachten die voortvloeien uit het gebruik van PMMA veelal, net als bij [eiseres] , pas na meerdere jaren optreden. Het betreft volgens het ziekenhuis een weefselreactie, waarschijnlijk een afstoting van het lichaamsvreemde materiaal. De verschijnselen kunnen volgens de behandelend dermatoloog en cosmetisch arts enigszins verminderd worden met medicijnen of de ILT-techniek, maar het gebruikte fillermiddel is niet oplosbaar en niet meer te verwijderen.

2.5.
[eiseres] heeft zich op enig moment met klachten over haar behandeling gewend tot [gedaagde] . [gedaagde] heeft vervolgens op 11 augustus 2016 een bedrag van € 250 aan [eiseres] terugbetaald.

2.6.
Bij brief van 9 maart 2017 is [gedaagde] door de advocaat van [eiseres] aansprakelijk gesteld voor de schade die [eiseres] lijdt als gevolg van door [gedaagde] gegeven fillerbehandelingen. Zij heeft [gedaagde] verzocht om aansprakelijkheid te erkennen, de schade te vergoeden en de aansprakelijkstelling door te zenden aan haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar.

2.7.
Bij mail van 29 maart 2017 heeft [gedaagde] , voor zover van belang, het volgende aan de advocaat van [eiseres] geschreven:

Ik heb uw claims en hetgeen uw eist doorgestuurd naar mijn verzekering.

Om u claim in behandeling te nemen, dient u de volgende papieren in te leveren
*de formulieren van het desbetreffende kliniek en datum van de behandelingen wier mevrouw [eiseres] heeft ondergaan.
*De formulieren van het ziekenhuis, wier mevrouw heeft behandeld en de facturen (graag specificatie, aub recent)
*graag recente doktersverklaring, wier hetgeen hierboven ondersteunt.

Morgen dien ik voor zaken te vertrekken naar buitenland te vertrekken, ik zal eind mei terugkeren. Graag wil u verzoeken om onze correspondentie via e-mail voort te zetten, dit voor zowel mijn eigen administratie, als hetgeen wier ik door moet sturen naar mijn verzekering en betrokken adviseurs.”

2.8.
Na nog twee verzoeken om een inhoudelijke reactie van de zijde van [eiseres] heeft [gedaagde] vervolgens bij mail van 25 juli 2017 laten weten dat de brief in behandeling is bij de verzekering, dat zij op een cursusreis gaat en begin september weer terug zal zijn. Tot op heden heeft [gedaagde] geweigerd jegens [eiseres] aansprakelijkheid te erkennen.

3. Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
I. voor recht verklaart dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade ten gevolge van de door [gedaagde] uitgevoerde fillerbehandelingen;
II. [gedaagde] veroordeelt tot terugbetaling van € 1.600 aan behandelkosten plus rente;
III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 15.000 aan smartengeld, plus rente;
IV. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 2.885 aan materiële schade, plus rente;
V. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 24.350 aan nog te lijden materiële schade, plus rente;
VI. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 2.741 aan buitengerechtelijke kosten, plus rente;
VII. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.

3.2.
[eiseres] voert daartoe aan dat sprake is van wanprestatie; door de illegale fillerbehandelingen, verricht door [gedaagde] (die niet BIG-geregistreerd is), heeft [eiseres] ernstige letselschade opgelopen, die door [gedaagde] moet worden vergoed. Daarnaast maakt [eiseres] -in verband met ontbinding van de overeenkomst- aanspraak op terugbetaling van de bedragen die zij aan [gedaagde] heeft betaald en op buitengerechtelijke kosten.

3.3.
[gedaagde] voert verweer.

3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

De beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde medische informatie van het [Ziekenhuis] blijkt dat [eiseres] een illegale fillerbehandeling in billen en dijen met PMMA heeft ondergaan en dat deze behandeling tot ernstige blijvende klachten heeft geleid. Een en ander is door [gedaagde] ook niet weersproken. Zij stelt zich echter op het standpunt dat zij de gewraakte fillers niet heeft toegediend, maar slechts af en toe massages bij [eiseres] heeft uitgevoerd, die geen schade kunnen hebben veroorzaakt. Derhalve acht [gedaagde] zich niet aansprakelijk voor de letselschade van [eiseres] .

4.2.
De rechtbank stelt voorop dat op [eiseres] de bewijslast rust van haar stelling dat [gedaagde] degene is die haar de illegale fillerbehandelingen heeft gegeven. Ter onderbouwing van haar stellingen heeft [eiseres] allereerst gewezen op twee overgelegde (getekende) getuigenverklaringen. De eerste verklaring betreft die van haar dochter, die in haar verklaring heeft opgetekend dat zij meerdere malen met haar moeder mee is geweest naar het adres van [gedaagde] aan de [adres] , in het kader van een door haar moeder gewenste bilvergroting. Zij vermeldt voorts in die verklaring dat zij zelf van [gedaagde] heeft gehoord dat voor bilvergroting PMMA Metacol uit Colombia wordt gebruikt en dat zij in het huis van [gedaagde] diverse andere personen heeft aangetroffen die eveneens vergelijkbare behandelingen ondergingen. De tweede verklaring is van mevrouw [X] . Die verklaart dat zij [eiseres] in 2012 heeft leren kennen in de wachtkamer van [gedaagde] . Ook zij was daar aanwezig om haar billen te laten vullen en zij heeft toen van [eiseres] vernomen dat zij al met dezelfde behandeling bezig was. Ook zij verklaart van [gedaagde] te hebben vernomen dat het gebruikte fillermateriaal PMMA Metacol was, dat naar zeggen van [gedaagde] geen enkel gevaar zou opleveren.

4.3.
Verder heeft [eiseres] nog gewezen op een anonieme mededeling op een internetforum van 28 oktober 2015, waarin gewaarschuwd wordt voor illegale fillerbehandelingen door - onder meer - “ [ ... ] ” en heeft zij ter zitting een foto getoond van – volgens [eiseres] – de billen van [X] . Op deze foto is op elke bil een rond plekje te zien dat volgens [eiseres] veroorzaakt is door het aanbrengen van fillers door [gedaagde] .

4.4.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voormelde bewijsstukken en de ter comparitie door [eiseres] zelf gegeven informatie, die bij de rechtbank zeer authentiek is overgekomen, voorshands bewezen moet worden geacht dat [gedaagde] , die niet BIG-geregistreerd is, de gewraakte illegale fillerbehandelingen bij [eiseres] heeft verricht. Een blote betwisting volstaat onder de gegeven omstandigheden niet. Dat klemt te meer daar [gedaagde] blijkens de mail die zij op 29 maart 2017 aan de advocaat van [eiseres] heeft gestuurd in reactie op de aansprakelijkstelling ook helemaal niet heeft betwist dat zij de fillerbehandelingen heeft gegeven. Dat verweer had toch zonder meer voor de hand gelegen als van een dergelijke behandeling geen sprake zou zijn geweest. In plaats daarvan heeft zij slechts verzocht om een aanvullende medische onderbouwing van de claim en heeft zij gemeld dat zij de claim heeft doorgestuurd naar haar verzekeraar, hetgeen er op lijkt te wijzen dat zij heeft gepoogd voor haar handelen dekking te krijgen op een polis.

4.5.
Ook het door [gedaagde] overgelegde behandelingsformulier kan haar in het kader van de betwisting van het verrichten van de fillerbehandeling niet baten. [eiseres] heeft immers zelf ook gesteld dat er - naast de fillerbehandelingen - door [gedaagde] massages zijn gegeven. Een deel van die massages werd volgens [eiseres] na de fillerbehandelingen gegeven en zag op massage van billen en dijen. Een ander deel betrof massage van de bovenarmen, omdat [eiseres] in Venezuela al eerder een cosmetische bovenarmoperatie had ondergaan. Het heeft er dan ook alle schijn van dat het door [gedaagde] overgelegde formulier ziet op de behandeling van de bovenarmen, nu daarop niet alleen de operatie in Venezuela staat vermeld, maar ook de datum 13 juli 2011. Dit wijst erop dat dit formulier dateert van vóór de fillerbehandelingen, die volgens [eiseres] in 2012 hebben plaatsgevonden. [eiseres] heeft ter zitting overigens nog verklaard dat het klopt dat het op het formulier genoemde bedrag van € 375 voor armmassages in rekening is gebracht, maar dat zij daarnaast kosten heeft voldaan voor de fillerbehandeling.

4.6.
Dat [eiseres] geen betalingsbewijzen kan overleggen van de door haar gestelde betalingen voor de fillerbehandelingen maakt het oordeel niet anders, daar zonder meer aannemelijk is dat [gedaagde] (ervan uitgaand dat zij inderdaad illegale fillerbehandelingen heeft uitgevoerd), zoals ook door [eiseres] is gesteld, daarvoor contante betaling verlangde. Bovendien is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] voor haar reguliere massagebehandelingen wel schriftelijke rekeningen en kwitanties afgaf en/of betalingen per pin of bank accepteerde. Dat [gedaagde] [eiseres] na door haar geuite klachten een bedrag van € 250 per bank heeft terugbetaald staat vast, maar dat kan [gedaagde] evenmin baten. Integendeel, het heeft er alle schijn van dat zij heeft gepoogd [eiseres] met die betaling te sussen. Immers, niet valt in te zien hoe de door [gedaagde] gestelde onschuldige massages tot betaling van enige schadevergoeding zouden kunnen leiden.

4.7.
De slotsom is dat de rechtbank voorshands bewezen acht, behoudens tegenbewijs, dat [gedaagde] één of meerdere illegale fillerbehandeling(en) aan [eiseres] heeft gegeven. [gedaagde] wordt conform haar bewijsaanbod toegelaten tot tegenbewijs.

4.8.
Indien [gedaagde] slaagt in het tegenbewijs, komt niet vast te staan dat [gedaagde] de fillers heeft aangebracht en zal de vordering van [eiseres] worden afgewezen. Indien [gedaagde] niet slaagt in het haar opgedragen tegenbewijs, kan [eiseres] aanspraak maken op volledige schadevergoeding. De door [eiseres] gevorderde schade is dan in beginsel toewijsbaar, nu daartegen geen gemotiveerd verweer is gevoerd en de hoogte van de schade de rechtbank in het licht van de overgelegde medische informatie ook alleszins aannemelijk voorkomt.

4.9.
De rechtbank houdt in afwachting van de bewijslevering iedere verdere beslissing aan.ECLI:NL:RBDHA:2018:15371voor het vervolg zie:ECLI:NL:RBDHA:2020:5