Overslaan en naar de inhoud gaan

De Letselschade Richtlijn Licht Letsel incl smartengeld

 

De Letselschade Richtlijn Licht Letsel (schadeafwikkeling en smartengeld)
De Letselschade Raad heeft in 1999 een richtlijn ontwikkeld voor een efficiënte en
slachtoffervriendelijke wijze van afwikkeling van kleinere letselschades. Deze gewijzigde
richtlijn (voorheen: NPP aanbeveling Licht Letsel) geldt voor dossiers met een schadedatum
vanaf 1 januari 2010.
Uitgangspunten voor toepassing van deze richtlijn zijn:
- Het gaat om schades waarbij sprake is van licht letsel (zie de hierna opgenomen
definitie).
- De afwikkeling van de schade valt door de beperkte aard en/of omvang van het licht
letsel en de daaruit voortvloeiende schade niet onder het bereik van de Gedragscode
Behandeling Letselschade (GBL).
Naast bepalingen ten aanzien van een transparante en consistente wijze van
schadeafwikkeling en een snelle actieve opstelling van de verzekeraar naar het slachtoffer
omvat de richtlijn enkele duidelijke definities en voorziet zij in een adequate bevoorschotting.
Belangrijk is dat van het slachtoffer geen finale kwijting wordt verlangd.
Definities
Licht letsel
Er is sprake van “licht letsel” indien het letsel binnen zes maanden restloos (behoudens de
normaal te verwachten, niet ontsierende, littekens) geneest, en er dus geen complicerende
factoren optreden.
Indien op medisch gebied nog geen zicht is op de ernst van het letsel, is de richtlijn voorlopig
toepasbaar.
Indien het letsel qua zwaarte of complexiteit niet voldoet aan de richtlijn, dan is de
Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) van toepassing. Dit dient expliciet te worden
meegedeeld aan het slachtoffer.
Smartengeld
Smartengeld is een vergoeding ter compensatie van immateriële schade, zoals pijn, leed en
verdriet.
Een slachtoffer heeft indien hij letsel heeft opgelopen, naast vergoeding van materiële
schade recht op smartengeld.
Finale kwijting
Hieronder wordt verstaan de definitieve afwikkeling van een letselschadezaak, waarbij
verzekeraar en slachtoffer verklaren niets meer van elkaar te vorderen hebben.
Stappenplan
A. Aanmelden van de schade door de verzekerde of het slachtoffer bij verzekeraar
Schriftelijke melding van de schade, bijv. via het schadeaangifteformulier of de
aansprakelijkstelling.
B. 1e contact vanuit de verzekeraar naar het slachtoffer (telefonisch of persoonlijk)
De verzekeraar legt binnen twee weken nadat de (schriftelijke) melding van de schade door
verzekeraar is ontvangen contact met het slachtoffer. De verzekeraar maakt hierbij
afspraken over volgende contacten (bijvoorbeeld: volgend contact 4 weken na 1e contact);
indien de schade wordt afgewikkeld bij het eerste contact, vinden geen vervolgstappen meer
plaats.
Belangrijk aandachtspunt voor de verzekeraar is dat het slachtoffer met aandacht en respect
wordt behandeld.
Indien nodig maakt de verzekeraar een voorbehoud voor wat betreft de polisdekking.
Het contact door de verzekeraar houdt voornamelijk in:
- het verzamelen van informatie door verzekeraar ten behoeve van:
· het maken van een inschatting van de aard en de ernst van het letsel van het
slachtoffer (mede ter bepaling van de toepasselijkheid van de Letselschaderichtlijn of
Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). Meer informatie op is te vinden op:
www.deletselschaderaad.nl/richtlijnen en www.letselcode.nl ) ;
· het vaststellen van de aansprakelijkheid;
· het vaststellen van de door het slachtoffer geleden schade (schadeposten concreet
aangeven);
· de wijze van communiceren met het slachtoffer (schriftelijk, telefonisch of via e-mail).
- het maken van afspraken tussen verzekeraar en slachtoffer over eventuele vervolgstappen.
De verzekeraar meldt aan het slachtoffer het dossierkenmerk, waaronder de zaak bij de
verzekeraar bekend is.
C. Vervolgstappen
Na het eerste contact door de verzekeraar met het slachtoffer neemt de verzekeraar de
volgende vervolgstappen:
· het leggen van een 2e of volgend contact (bijvoorbeeld 4 weken na het eerste contact.
Aandachtspunten bij vervolgstappen
· Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk drie maanden na het ongeval neemt de verzekeraar
een standpunt in ten aanzien van de aansprakelijkheid (volledige erkenning/gedeeltelijke
erkenning/gemotiveerde afwijzing/gemotiveerde mededeling waarom nog geen standpunt
kan worden ingenomen).
· Zo spoedig mogelijk beoordeelt de verzekeraar of het inwinnen van medische informatie
noodzakelijk is, gelet op aard van het letsel en het verloop van het herstel van het
slachtoffer. Bij verwacht herstel binnen drie maanden is het in het algemeen niet
noodzakelijk medische informatie op te vragen.
· Zo spoedig mogelijk, maar in elk geval na drie maanden, beoordeelt de verzekeraar of de
inschakeling van een re-integratiedeskundige gewenst is.
· Indien dat in het belang van het slachtoffer gewenst is, maar in elk geval na drie
maanden, wijst de verzekeraar op de mogelijkheid van het inschakelen van een
belangenbehartiger.
D. Voorschot verstrekken
Indien en zodra de aansprakelijkheid is erkend, verstrekt de verzekeraar aan de hand van de
beschikbare (medische) informatie een voorschot in verband met de door het slachtoffer
gemaakte en de nog te verwachten kosten (zie overige Letselschaderichtlijnen) in afwachting
van de definitieve vaststelling van de schade.
Dit voorschot wordt door de verzekeraar betaald binnen twee weken na het telefonisch
contact/persoonlijk gesprek zoals bedoeld onder B.
E. Afronding van de schaderegeling
Zodra het herstelproces van het letsel is geëindigd doet de verzekeraar aan het slachtoffer
een voorstel tot vaststelling definitief schadebedrag. Schadeposten kunnen bijvoorbeeld zijn:
- ziekenhuisdaggeldvergoeding, reiskosten, medische kosten, huishoudelijke hulp,
smartengeld en verlies van arbeidsvermogen.
Nadat de verzekeraar en het slachtoffer een akkoord hebben bereikt over de hoogte van het
schadebedrag betaalt de verzekeraar binnen vier weken na het bereiken van dat akkoord het
overeengekomen schadebedrag aan het slachtoffer. De verzekeraar zendt aan het
slachtoffer een schriftelijke bevestiging.
De verzekeraar verlangt van het slachtoffer geen finale kwijting van het slachtoffer.
Smartengeld
Het smartengeld wordt in Nederland naar redelijkheid en billijkheid bepaald. Daar ligt geen
rekenkundige formule aan ten grondslag. Bijzondere persoonlijke omstandigheden van het
slachtoffer worden in de regel meegewogen; die lenen zich vanzelfsprekend niet voor een
strikte normering.
Een zekere normerende werking gaat uit van de in Nederland voor smartengeld ontwikkelde
jurisprudentie. Mede op basis daarvan zijn de volgende indicaties te geven:
(Opmerking: de factoren en bedragen zijn ontleend aan de uitspraken, gepubliceerd in de
bundel ‘Smartengeld’ van de ANWB, Den Haag, 17e druk, 2009).
a. Tot € 750 bij oppervlakkig en beperkt letsel met een herstelperiode van ongeveer twee
maanden. Hierbij is onder meer te denken aan schaafwonden, kneuzingen, brandwonden
van de eerste graad en beperkte, niet-ontsierende littekens.
b. Van € 500 tot € 1.500 bij letsel, waarvoor korte medische en/of therapeutische
behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij sprake is van een herstelperiode van twee
tot vier maanden. Hierbij is onder meer te denken aan (lichte) hersenschudding of
whiplash met restloos herstel, forse verzwikking/verstuiking, een gebroken rib en enkele
dagen arbeidsongeschiktheid.
c. Van € 1.000 tot € 1.850 bij letsel met een wat langere herstelperiode van ongeveer vier
tot zes maanden, maar met een uiteindelijk restloos herstel (op eventueel wat beperkte,
niet-ontsierende littekens na), waarvoor medische en/of therapeutische behandeling
heeft plaatsgevonden. Hierbij is onder meer te denken aan gevallen van korte
ziekenhuisopname, bij “eenvoudige” botbreuken, wanneer sprake is van een aantal
weken tot enkele maanden arbeidsongeschiktheid en tijdelijke hulpbehoevendheid.
(Onder arbeidsongeschikt wordt tevens verstaan het niet of niet volledig kunnen
uitvoeren van taken, bijvoorbeeld in de huishouding.)
Evaluatie van deze richtlijn
Bij het verschijnen van een nieuwe bundel ‘Smartengeld’ van de ANWB (één keer per drie
jaar) wordt bekeken of de bedragen per categorie aansluiten bij de door de rechter
toegekende bedragen dan wel dat aanpassing noodzakelijk is




Letselschaderaad (versie 2021)