Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 180119 verzoek getuigenverhoor, met exhibitievordering ex 843a Rv terzake van naam en adresgegevens getuigen; toegewezen

RBMNE 180119 verzoek getuigenverhoor, met exhibitievordering ex 843a Rv terzake van naam en adresgegevens getuigen; toegewezen

1. De procedure 

1.1.
Op 22 november 2018 heeft [ verzoekster ] een verzoekschrift ter griffie van deze rechtbank ingediend. Het verzoek strekt ertoe dat de kantonrechter een voorlopig getuigenverhoor zal bevelen. 

1.2. 
Bij faxbericht van 28 november 2018 heeft mr. Eijkelenboom bericht in deze procedure de belangen te behartigen van verweerders. 

1.3.
Op 13 december 2018 heeft [ verzoekster ] een aangepast verzoekschrift ingediend. 

1.4. 
Bij brief van 20 december 2018 van de griffier van deze rechtbank zijn verweerders in de gelegenheid gesteld bezwaar te maken tegen inwilliging van de verzoeken. 

1.5.
Bij faxbericht van 18 december 2018 heeft mr. Eijkelenboom bericht dat verweerders geen bezwaar maken tegen inwilliging van het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. 

1.6. 
Bij faxbericht van 15 januari 2019 hebben verweerders bericht dat zij zich wat betreft de 843a-vordering refereren aan het oordeel van de kantonrechter.

2. Het verzoek 

2.1.
[ verzoekster ] verzoekt: 
- een voorlopig getuigenverhoor van de onder paragraaf 13 van het verzoekschrift genoemde getuigen te bevelen onder bepaling van een datum, tijd en plaats met benoeming van een rechter-commissaris ten overstaan van wie het verhoor zal plaatsvinden; 
- een datum te bepalen waarop het verzoekschrift en de daarop te geven beslissing aan verweerders dient te worden toegezonden; 
- verweerders te bevelen binnen 14 dagen na de beschikking de adresgegevens, dan wel indien dit niet mogelijk is de volledige voornamen en geboortedata van de getuigen 3, 4 en 6 tot en met 8 (te weten A , B, C en D ) aan [ verzoekster ] te verstrekken. 

2.2. 
[ verzoekster ] legt aan haar verzoek het volgende ten grondslag. 
[ verzoekster ] is van 1 augustus 2008 tot en met 31 maart 2018 leerkracht geweest bij de school als kleuterjuf op locatie De Wingerd in Lelystad. In de ochtend van 4 februari 20015 is [ verzoekster ] als gevolg van gladheid ten val gekomen, In geschil tussen partijen is waar het ongeval heeft plaatsgevonden. [ verzoekster ] stelt dat zij op het privé-terrein van de school is gevallen en heeft verweerders aansprakelijk gesteld voor de schade die [ verzoekster ] in de uitoefening van haar werkzaamheden is overkomen. Verweerders stellen dat [ verzoekster ] niet op het terrein van de school is gevallen maar op de openbare wegen wijzen daarom de aansprakelijkheid voor het ongeval en de gevolgen hiervan af. [ verzoekster ] wil door het middel van het horen van getuigen duidelijkheid verkrijgen over de ongevalslocatie. Zij wil daarbij (in ieder geval) de volgende getuigen laten horen: 
1. [ verzoekster ] , partij-getuige; 
2, E ; 
3. A; 
4. B; 
5. F ; 
6. C ; 
7. D ; 
8. G . 

2.3. 
[ verzoekster ] heeft recht en belang bij het ontvangen van de adresgegevens, dan wel indien dit niet mogelijk is de volledige voornamen en geboortedata van de getuigen A, B, C en D . Wanneer deze gegevens niet door verweerders worden verstrekt, wordt [ verzoekster ] belet in haar mogelijkheid van het horen van deze getuigen.

3. De beoordeling 

3.1.
[ verzoekster ] is voornemens een deelgeschilprocedure te starten, teneinde een verklaring voor recht te vragen dat verweerders aansprakelijk zijn voor de schade die [ verzoekster ] als gevolg van het ongeval op 4 februari 2015 lijdt, heeft geleden en nog zal lijden. 
Voor een aansprakelijkheidsprakelijkheidsoordeel in een deelgeschilprocedure moet het feitenonderzoek volledig zijn afgerond, omdat in een deelgeschilprocedure geen plaats is voor feitenonderzoek. 
Ook om die reden heeft [ verzoekster ] belang bij het horen van getuigen. 

3.2.
Verweerders hebben geen bezwaar tegen toewijzing van het verzoek voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Het verzoek, dat op de wet gegrond is, om de in het verzoekschrift genoemde getuigen te horen over de in het verzoek genoemde feiten en omstandigheden, zal daarom als onweersproken worden toegewezen. 

3.3. 
Nu verweerders daarin kennelijk geen bezwaar zien, zal ook het verzoek om hen op te dragen om de gegevens van de getuigen aan [ verzoekster ] te verstrekken worden toegewezen. 

3.4. 
Uit een oogpunt van werklastbeheersing ziet de kantonrechter aanleiding om het aantal te horen getuigen vooralsnog te beperken tot vijf. [ verzoekster ] wordt verzocht aan de rechter-commissaris schriftelijk de namen van de vijf getuigen op te geven die zij allereerst wenst te doen horen. De kantonrechter merkt daarbij op dat indien [ verzoekster ] na het horen van deze getuigen het horen van nog enkele getuigen noodzakelijk acht, de beslissing daaromtrent door de rechter-commissaris zal worden genomen. 

3.5. 
De kantonrechter wijst [ verzoekster ] erop dat voor het verhoor in beginsel maximaal 45 minuten per getuige zal worden gereserveerd. Indien [ verzoekster ] van mening is dat meer tijd noodzakelijk is, dient zij daartoe - binnen 14 dagen na dagtekening van deze beschikking - een gemotiveerd verzoek aan de rechter-commissaris te doen. 

3.6. 
De gemachtigde van [ verzoekster ] dient voor de oproeping van de getuigen zorg te dragen. Bij het tijdstip van oproeping van de getuigen dient rekening te worden gehouden met de te verwachten duur van het verhoor per getuige. De namen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week vóór het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven. 

3.7. 
Nu de gemachtigde van verweerders van de griffier van deze rechtbank een afschrift van deze beschikking zal ontvangen, is [ verzoekster ] niet gehouden verweerders op grond van artikel 188 lid 1 Rv een afschrift van deze beschikking te zenden. 

Met dank aan mr. J. Roth, SAP Letselschade Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak. www.letselschademagazine.nl/2019/RBMNE-180119