RBROT 301020 verzekeraar vordert tzv autoschade ex 843a Rv inzage in schaderapporten en reparatiegegevens van voor het ongeval; toegewezen
- Meer over dit onderwerp:
RBROT 301020 verzekeraar vordert tzv autoschade ex 843a Rv inzage in schaderapporten en reparatiegegevens van voor het ongeval; toegewezen
2.
De vaststaande feiten in het incident
De kantonrechter gaat in het incident uit van de volgende feiten.
2.1
Op 28 september 2019 heeft een aanrijding plaatsgevonden waarbij [verweerster] en een bij Allianz verzekerd voertuig betrokken waren. [verweerster] reed op dat moment in een Seat Ibiza, met kenteken [kentekennummer] en bouwjaar 2006 (hierna: de auto).
Bij e-mail van 18 oktober 2019 heeft Allianz aansprakelijkheid voor het verkeersongeval erkend.
2.2
De auto was ook op 2 december 2018, 5 juli 2019 en 4 augustus 2019 betrokken bij aanrijdingen.
2.3
[verweerster] heeft op basis van een factuur van 21 oktober 2019 van Garage Arda te Den Haag een schadebedrag van € 1.167,65 (inclusief btw) bij Allianz gedeclareerd met betrekking tot de aanrijding van 28 september 2019. Allianz heeft dat bedrag niet uitgekeerd.
2.4
In opdracht van Allianz heeft de heer [naam schade-expert] (hierna: [naam schade-expert] ), schade-expert bij Dekra, de factuur van Garage Arda van 21 oktober 2019 beoordeeld. Daartoe heeft [naam schade-expert] de auto op 20 november 2019 bekeken bij Garage Arda. De schade aan de auto was op dat moment (nog) niet hersteld. [naam schade-expert] heeft zijn bevindingen neergelegd in een rapport “notacontrole” van 9 december 2019. Daarin is - voor zover thans van belang - het volgende vermeld:
“( ... ) Tijdens deze controle zijn er onregelmatigheden geconstateerd.
( ... ) Nota niet akkoord! Vreemd en onvolledig opgestelde nota.
Onderdeelprijzen komen niet overeen met die van de dealer.
Schade niet afkomstig van 1 evenement. ( ... )”
2.5
[naam schade-expert] heeft daarnaast nog een aanvullend rapport opgesteld van 9 december 2019.
Daarin is - voor zover thans van belang - het volgende vermeld:
“( ... ) De volgende delen zouden zijn beschadigd:
- buitenspiegel links.
- koplamp links.
- portier linksvoor.
- portier linksachter.
Bevindingen
Wij ontvingen van de reparateur een vreemd opgestelde en onvolledige begroting van de totale kosten ( ... ). Op deze begroting staan niet te herleiden afgeronde bedragen. De onderdeelprijzen komen niet overeen met de dealer prijzen. Diverse werkzaamheden zijn weggelaten welke naar onze menig wel nodig zijn zoals bijvoorbeeld de herstel werkzaamheden.
Wij hebben het voertuig bekeken en de aanwezige beschadigingen beoordeeld.
Naar onze mening kan de schade aan de koplamp links en buitenspiegel links en de schade aan de linkerzijde; portier linksvoor en portier linksachter niet beschadigd zijn in 1 evenement.
Gelet op het SAF en het bijgeleverde fotomateriaal van het ongeval ( ... ), is naar onze mening tijdens dit ongeval alleen de portieren aan de linkerzijde beschadigd geraakt.
Tevens constateerden wij schade aan diverse andere delen:
- voorbumper.
- scherm linksvoor.
- portier linksvoor (linkerzijde hoogte voorscherm).
- portier rechtsvoor.
- motor storingslampje brand.
Volgens onze informatie is betreffend voertuig eerder bij een ongeval betrokken geweest.
( ... ) Destijds was er schade opgelopen aan de linker voorzijde ( ... ). Voor ons is dit rapport niet volledig inzichtelijk, is het voertuig bij deze eerdere schade Total löss verklaard?
Op de foto’s welke wij hebben mogen ontvangen van ( ... ) Allianz zien wij duidelijke overeenkomsten met de door ons waargenomen beschadigingen aan de linker voorzijde en hieruit kunnen wij dus concluderen dat deze schade niet of slechts deels is hersteld.
Schadevaststelling
( ... ) De restwaarde is € 385,00. (zie biedingen.) Gelet op alle aanwezige beschadigingen incl. het motorstoringslampje welke brandt en de aanwezige schade welke ontstaan is bij dit betreffend ongeval is naar onze mening het voertuig Total löss.
Bij een eventuele berekening voor en eventuele vergoeding met behoud van het wrak is het voor ons van belang of het voertuig in eerder stadium al (…) Total löss is verklaard om weten welke eventuele vergoeding er destijds is uitgekeerd.
Mocht u dit willen, ontvangen wij graag het volledige rapport van de schade welke is ontstaan op 02/12 2018.
( ... )”
3.
De vordering in de hoofdzaak
[verweerster] heeft in de hoofdzaak gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Allianz te veroordelen aan [verweerster] te betalen een bedrag van € 1.167,65 aan hoofdsom, met veroordeling van Allianz in de proces- en buitengerechtelijke kosten van in totaal € 2.912,50, subsidiair (in geval van tegenspraak) kosten rechtens.
4.
Het geschil in het incident
4.1
Allianz heeft in het incident gevorderd bij vonnis [verweerster] te gelasten om de door Allianz genoemde bescheiden betreffende de schade aan de auto te verstrekken aan Allianz en in het geding te brengen, met veroordeling van [verweerster] in de kosten van het incident.
4.2
De door Allianz genoemde bescheiden bestaan uit het schaderapport van de auto met betrekking tot de aanrijding van 2 december 2018 en de bescheiden met betrekking tot (eventueel) aan de auto verrichte reparaties voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 die verband houden met de eerdere aanrijdingen. Allianz heeft verzocht om [verweerster] op grond van artikel 843a Rv en/of artikel 22 Rv te verplichten om die stukken aan Allianz te verstrekken en in het geding te brengen en voor zover [verweerster] dit weigert, haar te verplichten om medewerking te verlenen aan Allianz voor het opvragen van de bescheiden, voor zover nodig door Allianz daarvoor te machtigen.
4.3
[verweerster] heeft de vordering betwist en heeft geconcludeerd tot het niet-ontvankelijk verklaren van Allianz in haar incidentele vordering dan wel deze haar te ontzeggen, met veroordeling van Allianz in alle kosten. Daartoe heeft [verweerster] (kort gezegd) aangevoerd dat Allianz geen belang heeft bij haar vordering in het incident, dat die vordering niet deugdelijk is onderbouwd en niet aan de wettelijke eisen voldoet en dat Allianz dan wel [naam schade-expert] ook nooit eerder om stukken heeft verzocht.
4.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover althans van belang voor de uitkomst van de procedure, nader ingegaan.
5.
De beoordeling in het incident
5.1
Allereerst wordt vastgesteld dat de kantonrechter uit de (inhoud van de) bij dagvaarding overgelegde, door [verweerster] verleende en ondertekende, volmacht van 3 oktober 2019 en de door haar ingenomen stellingen begrijpt dat [naam bedrijf] , hoewel zij dat in (de aanhef van) het exploot van dagvaarding niet tot uitdrukking heeft gebracht en op het voorblad van dat exploot (slechts) [naam bedrijf] als eiseres heeft vermeld, (alleen) optreedt als gemachtigde van [verweerster] en dat [naam bedrijf] geen eigen vorderingsrecht uitoefent jegens Allianz. Beide partijen hebben in het vervolg van de procedure (vanaf de conclusie van antwoord in het incident) ook uitdrukkelijk en consequent [verweerster] als eiseres en ( [naam gemachtigde] namens) [naam bedrijf] als haar gemachtigde in de respectievelijke conclusies aangeduid. Dit vonnis zal dan ook gewezen worden tussen [verweerster] en Allianz. Gesteld noch gebleken is dat Allianz op enigerlei wijze is geschaad in haar belangen. [verweerster] is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
5.2
Artikel 843a Rv biedt een partij die daarbij rechtmatig belang heeft de mogelijkheid om onder meer afschrift van bepaalde bescheiden op te vragen van de partij die deze bescheiden onder zich heeft. Een vordering tot afschrift van of inzage in bescheiden is slechts toewijsbaar op grond van artikel 843a Rv indien aan de drie in het eerste lid van dat artikel genoemde voorwaarden is voldaan. Dat wil zeggen dat:
a. de wederpartij van degene die bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, een rechtmatig belang heeft bij afschrift of inzage daarvan,
b. de vordering betrekking heeft op “bepaalde” bescheiden en
c. de bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarbij degene die afschrift of inzage vordert partij is.
[verweerster] heeft geen beroep gedaan op één van de weigeringsgronden in het derde en vierde lid van artikel 843a Rv en zij heeft ook geen gewichtige redenen aangevoerd op grond waarvan zij mag weigeren de afschriften te verstrekken, zodat de kantonrechter aan een beoordeling daarvan niet toekomt.
5.3
Niet in geschil is dat de bescheiden waarvan afschrift wordt verlangd voldoende bepaald zijn als vereist door artikel 843a lid 1 Rv en dat de bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarbij Allianz partij is. In geschil is (allereerst) of Allianz een rechtmatig belang heeft bij de verstrekking van de verlangde afschriften. De kantonrechter oordeelt als volgt.
5.3.1
Geen rechtmatig belang in de zin van artikel 843a Rv is aanwezig indien onvoldoende duidelijk is gesteld en gemotiveerd wat de relevantie is van de gevraagde bescheiden met betrekking tot een bepaald feit waarop een (mogelijke) vordering rust (bijv. Hof ’s-Hertogenbosch 4 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:222).
Vaststaat dat voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019, diverse andere aanrijdingen hebben plaatsgevonden waarbij de auto was betrokken, laatstelijk op 2 december 2018, en ook is niet in geschil dat zowel bij die laatstgenoemde aanrijding als bij de aanrijding van 28 september 2019 schade is ontstaan aan de linker voorzijde van de auto.
Volgens [naam schade-expert] kan de thans door [verweerster] geclaimde schade niet zijn ontstaan bij (slechts) één schadeveroorzakende gebeurtenis, is eerder ontstane schade aan de auto niet of slechts gedeeltelijk hersteld en voldoet de factuur van 21 oktober 2019 niet aan de daaraan te stellen eisen. [naam schade-expert] heeft niet kunnen vaststellen of de auto na de voorlaatste aanrijding van 2 december 2018 al economisch total loss is verklaard, omdat hij bij het opstellen van de aanvullende rapportage van 9 december 2019 niet de beschikking had over het door de betrokken verzekeraar opgestelde schaderapport naar aanleiding van die aanrijding. Foto’s van de (staat van de) auto voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 ontbreken.
5.3.2
De kantonrechter is van oordeel dat Allianz, mede in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, voldoende duidelijk heeft gesteld dat zij er belang bij heeft om te kunnen beschikken over een afschrift van het schaderapport van de auto met betrekking tot de aanrijding van 2 december 2018 en over de stukken met betrekking tot aan de auto verrichte reparatiewerkzaamheden voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 die verband houden met de eerdere aanrijdingen.
Daartoe heeft Allianz zich op het standpunt gesteld dat zij die stukken nodig heeft om haar processuele positie in de hoofdzaak te kunnen bepalen, meer in het bijzonder om de (gegrondheid en hoogte van de) vordering van [verweerster] in de hoofdzaak en haar stelling dat de thans geclaimde schade (alleen) is veroorzaakt door de laatste aanrijding van 28 september 2019 te kunnen beoordelen en in staat te zijn om gemotiveerd verweer te voeren tegen die vordering. Allianz heeft gesteld dat zij aan de hand van die stukken kan beoordelen of en in hoeverre de auto al (ernstig) beschadigd was vóórdat de aanrijding op 28 september 2019 plaatsvond, of de auto reeds (in economische zin) total loss was (verklaard) voordat die aanrijding plaatsvond, of en in hoeverre de auto na de eerdere aanrijdingen gerepareerd was, of en zo ja welk deel van de thans geclaimde schade is veroorzaakt door de laatste aanrijding op 28 september 2019 en (dus) of een causaal verband bestaat tussen de gestelde schade en die aanrijding.
5.3.3
Gelet op dit alles heeft Allianz gemotiveerd gesteld wat de relevantie is van de gevraagde bescheiden. Allianz heeft dan ook een rechtmatig belang bij het verkrijgen van een afschrift van het schaderapport van de auto met betrekking tot de aanrijding van 2 december 2018 en een afschrift van de bescheiden met betrekking tot (eventueel) aan de auto verrichte reparatiewerkzaamheden voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 die verband houden met de aanrijdingen die eerder hebben plaatsgevonden.
Het verweer van [verweerster] dat zij het rapport van [naam schade-expert] van 9 december 2019 niet reeds voorafgaand aan de onderhavige procedure heeft ontvangen, dat door Allianz dan wel [naam schade-expert] niet al voorafgaand aan deze procedure om de bescheiden is gevraagd en dat Allianz niet adequaat zou hebben gereageerd op (onder andere) e-mailberichten van de gemachtigde van [verweerster] , betekent niet dat -voor zover [verweerster] dat heeft bedoeld- Allianz “dus” geen rechtmatig belang (meer) heeft bij het verkrijgen van de informatie. De wet biedt geen steun voor een dergelijk standpunt. Het staat Allianz vrij om (eerst) in de thans lopende procedure, bij wijze van incidentele vordering, om de stukken te verzoeken.
5.4
Voor wat betreft de bescheiden met betrekking tot (eventueel) aan de auto verrichte reparatiewerkzaamheden voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 oordeelt de kantonrechter verder als volgt.
Niet ter discussie staat dat de heer [naam persoon] (hierna: [naam persoon] ), die werkzaam is bij [naam bedrijf] en in de buitengerechtelijke fase [verweerster] heeft bijgestaan, eigenaar was van de auto ten tijde van de aanrijding op 2 december 2018. [verweerster] heeft niet betwist dat zij, althans [naam persoon] , de beschikking heeft over de door Allianz verlangde bescheiden met betrekking tot reparaties aan de auto voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019. [verweerster] heeft weliswaar een factuur van 14 december 2018 van HMA Uitenhagestraat te Den Haag overgelegd, maar ten aanzien daarvan heeft Allianz aangevoerd dat op basis van die enkele nota niet kan worden vastgesteld of de daarop vermelde (beperkte) reparatiewerkzaamheden daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en of de schade aan de auto toen volledig was hersteld.
Daarnaast heeft [verweerster] nog een (niet door de RDW ondertekend) (APK-)keuringsrapport van Henny’s Autoservice te Den Haag van 26 september 2019, derhalve 2 dagen voor de aanrijding van 28 september 2019, overgelegd, maar vastgesteld wordt dat de incidentele vordering van Allianz daar geen betrekking op heeft. Allianz heeft niet om een dergelijk stuk verzocht. Daaruit kunnen (immers) niet de aan de auto verrichte reparatiewerkzaamheden voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 worden opgemaakt. Het gaat hier bovendien, zoals ook door [verweerster] is gesteld, alleen om een technische goedkeuring. Een technische goedkeuring betekent nog niet dat de auto op dat moment zonder schade was, hetgeen door Allianz ook uitdrukkelijk is betwist.
Ditzelfde geldt voor de (niet ondertekende) verklaring van Garage Arda van 20 april 2020. Dat stuk heeft alleen betrekking op de thans geclaimde factuur van 21 oktober 2019 en dus niet op eerder verrichte reparatiewerkzaamheden aan de auto en kan in het kader van dit incident dus ook verder onbesproken blijven.
5.4.1
Het voorgaande betekent dat [verweerster] (nog) niet heeft voldaan aan hetgeen door Allianz aan bescheiden met betrekking tot de verrichte reparatiewerkzaamheden voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 is gevorderd. Dit leidt ertoe dat [verweerster] gehouden is om (een afschrift van) die bescheiden alsnog in het geding te brengen en aan Allianz te verstrekken.
5.5
Voor wat betreft (de beschikbaarheid van) het schaderapport oordeelt de kantonrechter verder als volgt.
[verweerster] heeft (een afschrift van) het schaderapport van de auto met betrekking tot de aanrijding van 2 december 2018 niet overgelegd. Eerst bij conclusie van dupliek in het incident heeft [verweerster] aangevoerd dat [naam persoon] niet over het schaderapport beschikt, omdat hij dat rapport niet van de betrokken verzekeraar heeft ontvangen. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat [verweerster] niet over dat rapport kan beschikken en dat zij deze derhalve ook niet in het geding kan brengen.
5.5.1
Gelet daarop komt de kantonrechter toe aan het, naar de kantonrechter begrijpt subsidiaire, verzoek van Allianz om haar te machtigen om dat schaderapport bij de desbetreffende verzekeraar op te vragen. [verweerster] heeft geen (afzonderlijk) verweer gevoerd tegen de gevorderde machtiging, anders dan (met name) dat Allianz niet eerder om dat rapport zou hebben verzocht. Die kwestie is hiervoor reeds besproken en dat verweer kan niet slagen. Dit betekent dat de kantonrechter voldoende grond ziet om Allianz te machtigen om het schaderapport van de auto met betrekking tot de aanrijding van 2 december 2018 bij de betrokken verzekeraar op te vragen.
5.6
Het voorgaande leidt ertoe dat de incidentele vordering wordt toegewezen, op de wijze zoals hierna is bepaald. De vordering van Allianz gegrond op artikel 22 Rv kan daarom verder onbesproken blijven.
5.7
De zaak zal worden verwezen naar de rolzitting van woensdag 2 december 2020 te 14.30 uur teneinde partijen in de gelegenheid te stellen de hiervoor besproken bescheiden in het geding te brengen.
5.8
Hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd, kan tot geen ander oordeel leiden en behoeft daarom geen (nadere) bespreking.
5.9
Naar het oordeel van de kantonrechter kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Ten aanzien van de hoofdzaak
5.10
In afwachting van de door beide partijen in het geding te brengen stukken, wordt iedere beslissing aangehouden. ECLI:NL:RBROT:2020:9842