Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 270313 voetletsel bij landing tokkelbaan; algemene voorwaarden met exoneratieclausule niet ter hand gesteld; vernietigbaar

Rb Den Haag 270313 voetletsel bij landing tokkelbaan; gebrekkige opstal; tokkelbaanexploitant aansprakelijk
- algemene voorwaarden met exoneratieclausule niet ter hand gesteld; vernietigbaar

4.  De beoordeling 
Rechtsmacht en toepasselijk recht 
4.1.  Voordat de rechtbank inhoudelijk kan beslissen op de in geding zijnde geschilpunten, zal zij dienen in te gaan op de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en op de vraag welk recht moet worden toegepast, daar het onderhavige ongeval in België heeft plaatsgevonden, hetgeen deze zaak een internationaal karakter geeft. 

4.2.  De Verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Vo) is toepasselijk op grond van de preambule en artikel 1 van deze verordening. Op basis van artikel 2 EEX-Vo is de Nederlandse rechter bevoegd. 

4.3.  Nederlands recht is op de rechtsverhouding tussen partijen van toepassing op grond van artikel 4 lid 1 aanhef en onder b) van de Verordening (EG) nr. 593/2008 van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). 

Algemene voorwaarden 
4.4.  Outdoor Group c.s. stelt dat haar algemene voorwaarden op de onderhavige tussen [eiser] en Club Actif gesloten overeenkomst van toepassing zijn. Volgens Outdoor Group c.s. heeft [eiser] een inschrijfformulier ondertekend, waarbij op de voorzijde naar de algemene voorwaarden wordt verwezen, welke voorwaarden op de achterzijde van het inschrijfformulier zijn opgenomen. Zij heeft als productie 1 bij conclusie van antwoord een dergelijk inschrijfformulier overgelegd. Het daadwerkelijke inschrijfformulier is niet meer voorhanden, aldus Outdoor Group c.s. 
[eiser] betwist algemene voorwaarden te hebben ondertekend en betoogt dat hij slechts een bonnetje heeft meegekregen dat hij bij de groeve moest inleveren. Dat zou het bonnetje kunnen zijn dat rechtsonder is afgedrukt op het door Outdoor Group c.s. overgelegde inschrijfformulier. Op dat bonnetje wordt nergens melding gemaakt van algemene voorwaarden. Mochten de algemene voorwaarden van toepassing zijn, dan doet [eiser] een beroep op vernietiging. 

4.5.  Daargelaten of [eiser] het desbetreffende inschrijfformulier heeft ondertekend, waarmee hij de gelding van de algemene voorwaarden zou hebben aanvaard en deze van toepassing zouden zijn, zijn de algemene voorwaarden vernietigbaar nu aan terhandstelling in de zin van artikel 6:234 lid 1 sub a BW niet is voldaan. Als onweersproken staat vast dat [eiser] slechts een bonnetje heeft meegekregen, waarbij op de achterzijde geen algemene voorwaarden zijn opgenomen. 

Aansprakelijkheid 
4.6.  Het primaire standpunt van [eiser] is dat Club Aktif op grond van artikel 6:181 jo 6:174 BW aansprakelijk is omdat de tokkelbaan niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. 

4.7.  De rechtbank stelt voorop dat de tokkelbaan kan worden gekwalificeerd als een opstal in de zin van artikel 6:174 BW. Het bedrijfsmatig exploiteren van een tokkelbaan, waaraan men in beginsel ongeacht zijn conditie, leeftijd en mate van sportieve ervaring deel kan nemen, brengt mee dat de exploitant een bijzondere zorgvuldigheid moet betrachten om ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen, dan wel de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. In dit verband wordt nog opgemerkt dat van sportletsel, waarvoor andere (minder strenge) maatstaven gelden, geen sprake is, omdat in casu geen sprake is van letsel dat tijdens sport of spel door een andere deelnemer is toegebracht. 

4.8.  Naar het oordeel van de rechtbank dient een tokkelbaan zodanig te zijn ontworpen dat de tokkelende persoon niet, voordat hij volledig tot stilstand is gekomen, op enigerlei wijze met zijn voeten de grond kan raken en daardoor letsel kan oplopen. Dit geldt ook voor de gevallen, zoals de onderhavige, waarin de remming moeizamer ging dan normaal gesproken het geval is en de te remmen persoon (te) laat tot stilstand is gekomen. Deelnemers behoeven er niet bedacht op te zijn dat een tokkelbaan dusdanig is geconstrueerd dat hun benen of voeten (hard en ongecontroleerd) de grond kunnen raken alvorens zij volledig zijn afgeremd. Zij hoeven er evenmin op bedacht te zijn dat zij ter voorkoming van letsel aan het einde van een tokkelbaan hun benen moeten intrekken. 

4.9.  Zoals blijkt uit de feiten, voldeed de onderhavige tokkelbaan niet aan de voornoemde eis en is deze daarmee gebrekkig in de zin van artikel 6:174 BW. De stelling van Outdoor Group c.s. dat zij in verband met de aanleg van de tokkelbaan deskundig advies heeft ingewonnen en dat zich nimmer andere ongevallen met de tokkelbaan hebben voorgedaan, doet aan het voorgaande niet af. Ook het verweer dat de baan is goedgekeurd door gecertificeerde instanties, leidt niet tot een ander oordeel. 

4.10.  In dit verband kan het verweer van Outdoor Group c.s. dat [eiser] erop is gewezen dat hij bij de landing zijn benen diende in te trekken, haar niet baten. Nog los van het feit dat [eiser] heeft bestreden dat aan hem de instructies zijn gegeven om zijn benen in te trekken, vormde een dergelijke instructie c.q. waarschuwing een onvoldoende adequate maatregel om letsel te voorkomen, zoals uit het onderhavige geval blijkt. Outdoor Group mocht er - zelfs wanneer er vanuit wordt gegaan dat de instructies zijn gegeven op de wijze zoals door Outdoor Group c.s. gesteld - niet op vertrouwen dat deelnemers aan de tokkelbaan steeds in staat zijn om dergelijke instructies adequaat uit te voeren. Daarbij is van belang dat het nemen van een tokkelbaan voor veel mensen een spannende onderneming is, die veel prikkels genereert, waardoor zij minder goed in staat zijn om instructies als het op het juiste moment intrekken van de benen correct uit te voeren. Outdoor Group had hier bij het ontwerp van de tokkelbaan rekening mee moeten houden en er voor moeten zorgen dat zelfs wanneer deelnemers hun benen niet (tijdig) intrekken, zij voordat zij volledig zijn afgeremd niet de grond kunnen raken. 

4.11.  Gezien het voorgaande is Outdoor Group aansprakelijk voor de schade die [eiser] heeft geleden. De rechtbank zal daarom het onder 3.1. 1. en 2. gevorderde toewijzen. 

4.12.  Nu gesteld noch gebleken is dat tussen Outdoor Group en De Goudse een polisdispuut speelt, kan ook de onder 3.1. 3. gevorderde verklaring voor recht worden toegewezen. 

4.13.  [eiser] heeft een schadestaat in het geding gebracht die sluit op € 5.094,47 + PM. Nu Outdoor Group c.s. het bestaan c.q. de hoogte van een groot deel van de opgegeven schadeposten ter zitting gemotiveerd heeft betwist, ziet de rechtbank aanleiding om het gevorderde voorschot te matigen tot een bedrag van € 1.000,00. LJN BZ7388