Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zeeland-West-Brabant 130716 val van terreinwagentje op muziekfestival; exoneratie organisator niet onredelijk bezwarend

Rb Zeeland-West-Brabant 130716val van terreinwagentje op muziekfestival; bestuurder terreinwagentje aansprakelijk, maar vordering op verzekeraar niet-ontvankelijk; 
- exoneratie organisator niet onredelijk bezwarend

4.6.5.

Op grond van het vorenstaande moet worden vastgesteld dat [X 2] – als ondergeschikte van CaS – jegens [eiser] een niet te rechtvaardigen fout heeft gemaakt. Dat leidt (op grond van art. 6:170 BW) tot (risico-)aansprakelijkheid van CaS; dat is alleen anders wanner CaS zich met betrekking tot die aansprakelijkheid met succes kan beroepen op de onder 2.1 genoemde, op de entreeticket vermelde, uitsluiting van aansprakelijkheid.

4.6.5.1. 
CaS heeft tickets uit 2009 – met dat beding – overgelegd; gelet daarop gaat de rechtbank aan het niet nader onderbouwde verweer van [eiser] dat dit beding niet op zijn entreeticket stond vermeld, voorbij.

4.6.5.2. 
De uitsluiting van aansprakelijkheid is vervat in een in de algemene voorwaarden van CaS opgenomen beding, dat afwijkt van de wettelijke bepalingen ten aanzien van schadevergoeding, zoals bedoeld in art. 6:237, aanhef en onder f BW. Een dergelijk beding wordt vermoed voor de wederpartij (natuurlijk persoon) van de gebruiker ervan (in dit geval dus voor [eiser] ) onredelijk bezwarend te zijn. [eiser] doet daarop een beroep en stelt dat het beding dient te worden vernietigd. Het is dan aan CaS om feiten en omstandigheden te stellen – en zo nodig te bewijzen – waaruit blijkt dat het beding voor [eiser] niet onredelijk bezwarend is.

4.6.5.3.
CaS heeft in dit kader aangevoerd (a) dat [eiser] van het beding eenvoudig heeft kunnen kennisnemen, (b) dat de (mogelijke) schade in geen verhouding staat tot de prijs van een ticket (destijds € 30,-- voor een dag en € 50,-- voor een weekend), (c) dat CaS haar risico slechts ten dele kon verzekeren (de evenementenverzekering die CaS als organisator bij NN had afgesloten, dekt niet schade, toegebracht door of met een motorrijtuig; daarvoor is wel door de eigenaar van de gator, Collé, een werkmaterieelverzekering afgesloten), (d) dat de zorgplicht zich niet uitstrekte buiten het festivalterrein (en daar vond het ongeval plaats), (e) dat [eiser] zich van de risico’s van zijn handelen bewust was en (f) dat niet sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van CaS.

4.6.5.4. 
De rechtbank is van oordeel dat met name met hetgeen CaS onder (c) aanvoert op voldoende wijze het vermoeden dat voormeld beding in de onderhavige situatie onredelijk bezwarend is, heeft weerlegd. De door [eiser] gestelde schade betreft schade, toegebracht met een motorvoertuig, als gevolg van een fout van de bestuurder ervan. Vast staat dat CaS dit risico niet heeft verzekerd, maar dat de eigenaar van de gator dat wel heeft gedaan: Collé heeft een verzekering afgesloten die – onder meer voor het geval sprake is van aansprakelijkheid voor schade, die het gevolg is van een fout van de bestuurder van de gator – schade zoals in dit geval door [eiser] is gesteld, dekt. Dat betekent dat [eiser] voor vergoeding van zijn schade in dit geval die verzekeraar kan aanspreken (en ook heeft aangesproken). De betreffende verzekeraar – Reaal – heeft inmiddels aansprakelijkheid voor de schade erkend; tussen [eiser] en Reaal is nog wel in discussie of – en zo ja, in welke mate – er sprake is geweest van “eigen schuld” aan de zijde van [eiser] . De door CaS in haar algemene voorwaarden opgenomen uitsluiting van aansprakelijkheid heeft er in dit geval dus niet toe geleid dat [eiser] zijn schade niet vergoed zal kunnen krijgen. Onder die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de uitsluiting van aansprakelijkheid in dit geval niet voor [eiser] onredelijk bezwarend is. Daarbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat de – niet (ook) door CaS verzekerde – gevolgen van ongevallen waarbij een motorrijtuig is betrokken ernstig kunnen zijn en de mogelijk schade derhalve groot kan zijn en in geen verhouding kan staan met het betrekkelijk geringe bedrag dat bezoekers van het festival voor de toegang betalen. Onder deze omstandigheden is een beroep op de uitsluiting ook niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

4.6.5.5. 
Nu CaS zich ten aanzien van de hiervoor vastgestelde fout van de bestuurder van de gator terecht beroept op de in de algemene voorwaarden opgenomen uitsluiting van aansprakelijkheid, moet de vordering van [eiser] op CaS – en derhalve ook die op NN – wat daar verder ook van zij – worden afgewezen.

4.7.
Gelet op het vorenstaande zal [eiser] in zijn vorderingen tegen Reaal niet-ontvankelijk worden verklaard en zullen de overige vorderingen worden afgewezen. [eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. (...) 
ECLI:NL:RBZWB:2016:4354