Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 101115 bezwaren tegen persoon deskundige onvoldoende concreet onderbouwd

Hof Arnhem-Leeuwarden 101115 benoeming neuroloog; vraagstelling; bezwaren tegen persoon deskundige onvoldoende concreet onderbouwd

2.7

Partijen hebben gediscussieerd over de persoon van de deskundige. Het hof leidt uit hun discussie af dat zij het er over eens zijn dat één deskundige kan worden benoemd. Over de persoon van de deskundige zijn ze het echter oneens. De door [geïntimeerden] voorgestelde deskundigen zijn voor [appellant] onaanvaardbaar terwijl, anderzijds, de door [appellant] voorgestelde deskundigen geen genade vinden in de ogen van [geïntimeerden] Het hof had deze, gelet op het gepolariseerde debat tussen (advocaten en medisch adviseurs van) verzekeraars en benadeelden voorstelbare, patstelling al voorzien en had partijen in het tussenarrest opgedragen concreet aan te geven waarom de door de andere partij voorgedragen deskundigen niet acceptabel zijn. Het hof stelt vast dat partijen (en hun medisch adviseurs) in hun toelichting vooral algemeenheden debiteren over de wijze van rapporteren van de door de andere partij voorgedragen deskundigen. [geïntimeerden] hebben in de kern betoogd dat voor elke door [appellant] aangedragen deskundige te gelden heeft dat de medisch adviseur van [geïntimeerden] herhaaldelijk rapportages onder ogen heeft gekregen waarin conclusies/bevindingen worden opgetekend die niet konden worden gedragen door de toegezonden medische informatie en evenmin aansloten bij datgene wat de onderzochte tijdens het onderzoek had verklaard/toegelicht. [geïntimeerden] hebben een en ander echter niet met concrete (geanonimiseerde) voorbeelden toegelicht, zodat deze stelling - die het hof vaak ziet in reactie op rapporten van deskundigen die een voor een partij onwelgevallige uitkomst hebben, ook indien het rapport wel consistent is - onvoldoende is toegelicht. Voor de stelling van [appellant] dat de door [geïntimeerden] voorgestelde deskundigen vaak eenzijdige rapporten schrijven geldt hetzelfde, ofschoon aan [appellant] wel kan worden toegegeven dat van een van de door [geïntimeerden] voorgestelde deskundigen geldt dat deze in aan het hof bekende publicaties een zeer geprononceerd standpunt heeft ingenomen over het (niet) in aanmerking nemen van - kort gezegd - niet objectiveerbare klachten.

2.8
Nu geen doorslaggevende argumenten zijn aangevoerd tegen de benoeming van de door partijen voorgedragen deskundigen, zal het hof een van hen benoemen, te weten dr. R.J.E. van der Ploeg, verbonden aan het MEAC (link LSA-LM) te Assen. Het hof merkt in dit verband op dat alle drie de aan het MEAC verbonden neurologen door partijen zijn genoemd (waarbij er twee door één van partijen zijn voorgedragen en de overblijvende door de andere partij). Het MEAC is kennelijk voor beide partijen een acceptabele organisatie. Dr. Van der Ploeg was van de drie neurologen beschikbaar, zodat de keuze van het hof op hem is gevallen. Hij heeft aangegeven een eventuele benoeming te zullen aanvaarden. Ook heeft hij opgave gedaan van de kosten die naar verwachting met het door hem te verrichten onderzoek zijn gemoeid.

2.9
Het hof zal, zoals aangegeven in het tussenarrest van 3 juni 2014, [geïntimeerden] belasten met het voorschot op de kosten van het deskundigenbericht. ECLI:NL:GHARL:2015:8502