RvD 's-Gravenhage 171212 onvoldoende vastlegging belangrijke informatie en afspraken 7 klachten, 6 gegrond
- Meer over dit onderwerp:
RvD 's-Gravenhage 171212 onvoldoende vastlegging belangrijke informatie en afspraken 7 klachten, 6 gegrond
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij
a. zonder voorafgaand overleg met klager het verzoekschrift deskundigenbericht bij de rechtbank heeft ingetrokken;
b. niet gereageerd heeft op telefonische verzoeken van klager en evenmin de met klager gemaakte afspraken is nagekomen;
c. klager niet geïnformeerd heeft over de reden dat er geen dagvaarding werd opgesteld, maar een verzoekschrift en ook overigens klager niet voldoende op de hoogte heeft gehouden van het verloop van en van ontwikkelingen in zijn zaak;
d. niet bereid is geweest om naar aanleiding van het expertiserapport van 30 december 2010 telefonisch overleg te hebben met klager over de zienswijze van de medisch adviseur in de zaak en waarom er geen concept was opgesteld door de deskundige waarop gereageerd kon worden;
e. zijn dossier te laat heeft overgedragen aan zijn nieuwe advocaat;
f. klager niet geïnformeerd heeft over de kosten voor het inschakelen van de medisch adviseur.
g. Klager klaagt voorts over het lange tijdsverloop in zijn zaak.
4 VERWEER
Ten aanzien van klachtonderdeel a
4.1 Verweerster heeft telefonisch overleg gehad met klager over het intrekken van het verzoekschrift. Klager wilde procederen. Verweerster heeft contact opgenomen met de dochter van klager en uitgelegd dat intrekking de zaak zou bespoedigen. Klager is met het intrekken akkoord gegaan.
Ten aanzien van klachtonderdeel b
4.2 Verweerster heeft kopieën van correspondentie aan klager gestuurd. Zij heeft hem regelmatig telefonisch gesproken. Klager nam geregeld contact met verweerster op en heeft hem op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in zijn zaak. Verweerster is zich er niet van bewust dat zij gemaakte afspraken niet is nagekomen.
Ten aanzien van klachtonderdeel c
4.3 Verweerster heeft na overleg met haar medisch adviseur besloten dat het beter zou zijn in de zaak van klager om eerst nog door middel van een deskundigenbericht meer informatie te verkrijgen. Verweerster heeft dit ook met klager besproken en de redenen toegelicht. Klager is met de gang van zaken akkoord gegaan.
Ten aanzien van klachtonderdeel d
4.4 Verweerster heeft klager meteen van het expertiserapport op de hoogte gesteld. Zij heeft hem direct meegedeeld dat zij met hem het rapport wilde bespreken. Uit kostenoverwegingen is dat niet direct met de medisch adviseur gedaan. Verweerster heeft negatief geadviseerd over het verder procederen. Dit heeft zij mede naar aanleiding van een telefonisch overleg met haar adviseur gedaan. Zij was bereid om nog met de medisch adviseur met klager te praten. Daar is het niet meer van gekomen.
Ten aanzien van klachtonderdeel e
4.5 Verweerster erkent dat zij niet voortvarend het dossier heeft overgedragen. Verweerster was op dat moment arbeidsongeschikt en wilde het dossier zelf overdragen. Zij heeft dit de opvolgend advocaat meegedeeld.
Ten aanzien van klachtonderdeel f
4.6 Zaken als die van klager, zijn over het algemeen langlopende zaken. De zaak is echter met name vertraagd doordat er lang gecorrespondeerd is over de vraagstelling, het moeilijk was deskundigen te vinden en uiteindelijk gevonden deskundigen niet beschikbaar waren. De arbeidsongeschiktheid van verweerster is tevens een factor van betekenis geweest. Zij heeft klager hiervan op de hoogte gesteld. Hij was hiermee bekend en accepteerde dat.
4.7 In het algemeen merkt verweerster op dat zij – achteraf de zaken in ogenschouw nemende – met klager gemaakte afspraken en besproken zaken beter had moeten vastleggen.
5 BEOORDELING
5.1 De raad stelt voorop dat het behoort tot één van de verplichtingen van de advocaat om waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil belangrijke informatie en afspraken te bevestigen aan zijn cliënt.
Ten aanzien van klachtonderdeel a
5.2 Niet is komen vast te staan dat verweerster voorafgaande aan de intrekking van het verzoekschrift de intrekking met klager heeft besproken en dat klager daarmee akkoord. Uit de in het dossier aanwezige brieven van 18 november 2008 blijkt niet van het tegendeel.
5.3 Het klachtonderdeel is gegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel b
5.4 De raad heeft niet kunnen vaststellen of en zo ja, welke afspraken verweerster niet zou zijn nagekomen. Ook is niet komen vast te staan dat verweerster niet gereageerd heeft op telefonische verzoeken van klager.
5.5 Het klachtonderdeel is ongegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel c
5.6 Vaststaat dat verweerster geen schriftelijke bevestiging aan klager heeft gestuurd met betrekking tot de volgens haar met klager gevoerde gesprekken over de reden dat verweerster niet over zou gaan tot het opstellen van de dagvaarding maar tot het opstellen van een verzoekschrift. Uit de in het dossier aanwezige correspondentie is de raad ook overigens niet gebleken dat verweerster klager uitleg gegeven heeft over de koerswijzing en de risico’s behorende bij de ene of de andere procedure. Verweerster is derhalve niet duidelijk geweest in haar berichtgeving aan klager.
5.7 Dat klager met de koerswijziging akkoord is gegaan is de raad niet gebleken.
5.8 Het klachtonderdeel is gegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel d
5.9 De afspraken, die verweerster met klager stelt te hebben gemaakt tijdens de bespreking van 25 januari 2011 heeft verweerster niet schriftelijk bevestigd. De raad kan derhalve niet vaststellen of en zo ja, welke afspraken er zijn gemaakt.
5.10 Voorts is onduidelijk wanneer verweerster het rapport heeft ontvangen en wanneer zij hierover contact heeft gehad met klager en/of de medisch adviseur. Vaststaat evenwel dat verweerster klager het van belang zijnde rapport op 13 januari 2011 heeft toegestuurd, doch zonder verdere inhoudelijke mededelingen hieromtrent. Ook de datum en de inhoud van het telefoongesprek dat verweerster met klager gevoerd heeft, nadat verweerster het rapport ontvangen had, is niet vast komen te staan. Van dit gesprek is geen schriftelijke vastlegging in het klachtdossier aanwezig.
5.11 Verweerster heeft niet voldaan aan de op haar rustende verplichtingen.
5.12 Het klachtonderdeel is gegrond.
Ad klachtonderdeel e
5.13 Verweerster heeft erkend dat zij het dossier van klager te laat heeft overgedragen. De daarvoor gegeven reden maakt niet dat de te late overdracht niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
5.14 Het klachtonderdeel is gegrond.
Ad klachtonderdeel f
5.15 Met betrekking tot de kosten van de medisch adviseur heeft verweerster verzuimd om in de tweede aan klager verstuurde opdrachtbevestiging, betreffende het verzoekschrift, enige mededeling op te nemen ter zake de kosten van de door haar in te schakelen medisch adviseur. Klager heeft er niet bedacht op hoeven zijn dat elk contact dat verweerster met de medisch adviseur zou hebben, voor hem kosten met zich mee zou brengen.
5.16 Het klachtonderdeel is gegrond.
Ad klachtonderdeel g
5.17 In aanmerking nemende het tijdsbestek tussen de ontvangst van brieven van de verzekeraar en het doorzenden aan klager en/of de medisch adviseur, alsmede het informeren van de wederpartij naar aanleiding van een advies van de medisch adviseur (overwegingen 2.25, 2.35, 2.36, 2.39, 2.43 en 2.52) en het indienen van het verzoekschrift bij de rechtbank, bijna vier maanden na akkoord van klager (overweging 2.18), oordeelt de raad dat verweerster de voortgang in de zaak van klager onvoldoende heeft bewaakt.
5.18 Het klachtonderdeel is gegrond.
6 MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.
7 BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klachtonderdelen a en c tot en met g gegrond;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
- legt verweerster de maatregel op van enkele waarschuwing LJN YA3860 op tuchtrecht.nl