RBNNE 210524 KG; Unigarant vordert schorsing samenwerking met Columbus; Columbus vordert hervatting; beiden n.o.; spoedeisend belang onvoldoende onderbouwd
- Meer over dit onderwerp:
RBNNE 210524 KG; Unigarant vordert schorsing samenwerking met Columbus; Columbus vordert hervatting; beiden n.o.; spoedeisend belang onvoldoende onderbouwd
zie voor het vervolg:
GHARL 151024 KG; gronden voor weigering letselschadezaken af te handelen met Columbus voldoende aannemelijk geworden
- registraties in IVR en EVR voor Columbus en bestuurder Columbus dienen ongedaan gemaakt te worden
2De feiten
2.1.
Unigarant opereert als schadeverzekeraar als gevolmachtigde van de risicodrager UVM Verzekeringsmaatschappij NV (hierna te noemen: UVM). UVM heeft op grond van de Uitbestedingsovereenkomst UVM/Unigarant alle werkzaamheden uitbesteed aan Unigarant, welke deel uitmaken van of voorvloeien uit het uitoefenen van haar bedrijf van schadeverzekeraar, waaronder alle werkzaamheden die deel uitmaken van de wezenlijke bedrijfsprocessen ter ondersteuning daarvan.
2.2.
Columbus Letselschade is een letselschadebureau voor schadevergoeding aan slachtoffers van letselschade.
2.3.
In de Algemene voorwaarden van Columbus Letselschade en Stichting Beheer Derdengelden Columbus (tekstversie 1 juli 2018) is onder meer het navolgende bepaald:
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten met Columbus Letselschade Heemstede B.V. (KvK-nr. 53703006), Columbus Letselschade Groningen B.V. (KvK-nr. 53703111), Columbus Letselschade Enschede B.V. (KvK-nr. 53702697) alsmede op iedere andere vennootschap waarvan Columbus Beheer B.V. (KvK-nr. 53702506) 100% aandeelhouder is, alsmede de Stichting Beheer Derdengelden Columbus Letselschade (KvK-nr. 55351719). Ieder van hen aan te duiden als ‘Columbus’. Deze algemene voorwaarden zijn ook van toepassing op de werkzaamheden van alle personen en hulppersonen (en/of hun persoonlijke en/of praktijkvennootschappen) die bij de uitvoering van enige opdracht van een opdrachtgever zijn betrokken en/of betrokken geweest. Indien een belangenbehartiger bij Columbus de belangen van de opdrachtgever voorafgaande aan de belangenbehartiging door Columbus heeft behartigd terwijl de behandelaar werkzaam was bij een andere rechtspersoon, dan zijn deze algemene voorwaarden ook van toepassing op de rechtsverhouding van de opdrachtgever met die betreffende rechtspersoon.
2. Alle opdrachten worden uitsluitend aanvaard en uitgevoerd door Columbus. De werking van artikel 7:404 BW is volledig uitgesloten. Meerdere opdrachtnemers zijn niet hoofdelijke aansprakelijk. Artikel 7:407 lid 2 BW is volledig uitgesloten.
(…)
5. Columbus is voor een goede beroepsuitoefening bevoegd de aan haar verleende opdracht onder haar verantwoordelijkheid door de door haar aan te wijzen medewerkers te laten uitvoeren. Columbus is voor een goede beroepsbeoefening eveneens bevoegd niet tot haar organisatie behorende derden in te schakelen. Bij de uitoefening van beide bevoegdheden zal de nodige zorgvuldigheid in acht worden genomen. Opdrachten aan derden worden uitsluitend verstrekt namens de betreffende opdrachtgever, die op zijn beurt de debiteur van de derde wordt. Derden zenden hun nota’s uitsluitend op naam van de opdrachtgever. Columbus is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van fouten of tekortkomingen van deze derden. Columbus is gemachtigd eventuele aansprakelijkheidsbeperkingen van derden namens de opdrachtgever te aanvaarden.
6. De opdrachtgever vrijwaart Columbus voor alle aanspraken van derden, alsmede voor de redelijke kosten van juridische bijstand voor het weerleggen van die aanspraken, die op enigerlei wijze samenhangen met of voortvloeien uit de werkzaamheden in het kader van een opdracht.
7. Voor de uitvoering van een opdracht is de opdrachtgever het honorarium vermeerderd met verschotten, kantoorkosten en omzetbelasting verschuldigd.
Het honorarium wordt bij het aanvaarden van de opdracht overeengekomen en kan door Columbus worden aangepast en/of worden vermenigvuldigd met een factor voor het financiële belang.
Onder verschotten worden uitgaven aan derden in het belang van de uitvoering van de opdracht verstaan; met kantoorkosten wordt de vaste opslag op het honorarium voor de kosten van kantoorfaciliteiten bedoeld. De kantoorkosten bedragen 7% van het geldende honorarium. Tenzij tussen partijen uitdrukkelijk anders is afgesproken of uit de aard van de opdracht voortvloeit, wordt het honorarium bepaald aan de hand van de bestede tijd en het voor de betreffende opdracht geldende uurtarief.
8. Behoudens een schriftelijke andersluidende overeenkomst is de factor voor het financiële belang en spoedeisendheid waarmee het honorarium wordt vermenigvuldigd als volgt: belang kleiner dan € 100.000,- factor 1; belang vanaf € 100.000,- tot € 250.000,- factor 1,25; belang vanaf € 250.000,- tot € 500.000,- factor 1,5; belang vanaf € 500.000,- tot € 1.000.000,- factor 1,75, belang vanaf en groter dan € 1.000.000,- factor 2, spoedeisendheid factor 1,5.
9. Behoudens voor zover uit de aard van de dienstverlening anders voortvloeit en behoudens nadere afspraak wordt achteraf per kwartaal gedeclareerd. De betalingstermijn bedraagt 14 dagen. Indien een declaratie niet binnen de betalingstermijn wordt voldaan is over het declaratiebedrag de wettelijke rente verschuldigd. Indien ook na aanmaning betaling uitblijft zijn de wettelijke incassokosten verschuldigd.
10. Columbus is steeds gerechtigd van de opdrachtgever de betaling van een voorschot te verlangen. Een ontvangen voorschot wordt verrekend met de eindafrekening van de opdracht.
11. Indien een declaratie of een depotstorting niet binnen de betalingstermijn wordt voldaan, kan Columbus nadat die opdrachtgever daarvan op de hoogte is gesteld, haar werkzaamheden ten behoeve van de betrokken opdrachtgever opschorten. Columbus is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat als gevolg van deze opschorting van de werkzaamheden.
12. Columbus en opdrachtgever komen overeen dat gelden van de opdrachtgever die Columbus en/of de stichting onder zich hebben of krijgen, kunnen worden aangewend ter voldoening van openstaande declaratie(s) ten name van opdrachtgever ter zake van door of namens Columbus, of een door Columbus namens de opdrachtgever ingeschakelde derde, verrichte of nog te verrichten werkzaamheden. Deze bevoegdheid tot verrekenen is niet beperkt tot declaraties van de zaak waarop de ontvangen derdengelden betrekking hebben, maar strekt zich uit over alle door Columbus verrichte of te verrichten werkzaamheden ten behoeve van de opdrachtgever. Over gelden op de derdengeldenrekening van Stichting Beheer Derdengelden Columbus Letselschade wordt geen rente vergoed.
13. Aanvaarding door de opdrachtgever van gelden die door Stichting Beheer Derdengelden Columbus Letselschade voor opdrachtgever zijn ontvangen en aan de opdrachtgever zijn doorbetaald en die geheel of gedeeltelijk zijn aangewend voor verrekening van openstaande declaratie(s), geldt als vaststelling en instemming van die verrekening. Een betaling door Stichting Beheer Derdengelden Columbus Letselschade geldt als vaststelling en instemming door de opdrachtgever indien deze niet aanstonds is terugbetaald.
14. De bevoegdheid van de opdrachtgever om ter vernietiging van een rechtshandeling een beroep te doen op een vernietigingsgrond vervalt, wanneer hij binnen zes weken na aanvang van de verjaringstermijn geen keuze heeft gemaakt tussen bevestiging en vernietiging daarvan.
15. Wanneer de opdrachtgever na een bepaalde (deel)prestatie ter uitvoering van de overeenkomst tussen de opdrachtgever en Columbus voortgaat met het laten behartigen van zijn belangen door Columbus, geldt dat voortgaand laten behartigen van zijn belangen tussen partijen altijd als de bevestiging van en de instemming door de opdrachtgever met de tot op dat moment verrichte deelprestaties.
16. Indien zich bij de uitvoering van een opdracht onverhoopt een gebeurtenis voordoet - waaronder ook een nalaten wordt begrepen -, die aan de zijde van Columbus tot aansprakelijkheid voor schade leidt, is die aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag of de bedragen waarop de door Columbus gesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico dat Columbus onder die beroepsaansprakelijkheidsverzekering draagt. Indien door of in verband met de uitvoering van een opdracht of anderszins schade aan personen of zaken wordt toegebracht, waarvoor Columbus aansprakelijkheid draagt, zal die aansprakelijkheid beperkt zijn tot het bedrag of de bedragen, waarop de door Columbus gesloten algemene aansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico dat Columbus onder die algemene aansprakelijkheidsverzekering draagt. De werking van de artikelen 6:212 BW en 6:230 BW is uitgesloten.
17. Bij geschillen over de financiële afwikkeling van opdrachten en/of overeenkomsten gelden de gegevens zoals die in de administratie van Columbus staan vermeld. Tegenbewijs is uitgesloten.
18. Ook indien uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit, rust - voor zover nodig in afwijking van het wettelijk bewijsrecht - op opdrachtgever de stelplicht en bewijslast van de stelling dat Columbus niet de zorg heeft betracht die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
(…)
20. Columbus heeft het recht om de algemene voorwaarden gedurende de looptijd van de overeenkomst waarop deze van toepassing is, eenzijdig te wijzigen. Op de overeenkomst tussen Columbus en opdrachtgever is de meest recente versie van de algemene voorwaarden van Columbus van toepassing. Iedere handeling van opdrachtgever, na toezending aan hem van de meest recente versie van de algemene voorwaarden, die gericht is op uitvoering van een opdracht door Columbus, geldt als een tot Columbus gerichte verklaring tot aanvaarding van de toepasselijkheid van de meeste recente versie van de algemene voorwaarden.
21. Op de rechtsverhouding tussen de opdrachtgever en Columbus is het Nederlandse recht van toepassing. Alle geschillen zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam. Indien een opdrachtgever of opdrachtnemer een civiele of andere procedure tegen Columbus aanhangig heeft gemaakt en de vordering geheel of gedeeltelijk door de rechter is afgewezen, dan zal de opdrachtgever zonder nadere tussenkomst van de rechter, onverminderd het gestelde in artikel 237 Rv en ondanks het eventuele instellen van hoger beroep of cassatie gehouden zijn om aan Columbus de werkelijke kosten te vergoeden die hij voor zijn verweer in en buiten rechte heeft gemaakt, verminderd met de in de procedure bij vonnis toegewezen kosten. (…)”.
2.4.
Columbus c.s. heeft bij brief van 5 december 2017 een cliënt een doorbetalingsverzoek, ter ondertekening doen toekomen, alvorens het eerste voorschot zal worden overgemaakt. In deze overeenkomst is onder meer vastgelegd dat geldende regelgeving is nagekomen, de zorgplicht is nagekomen, partijen finale kwijting overeenkomen, alsmede een bepaling ter zake van het rechtsverlies door niet-protesteren en een akkoord met betrekking tot de werkzaamheden, de in rekening gebrachte tijd en de hoogte van de nota’s.
2.5.
Unigarant heeft in 2023 vanwege door haar geconstateerde misstanden intern een werkgroep gevormd, waarbij zowel lopende als gesloten dossiers van Columbus c.s. zijn doorgelicht.
2.6.
Op 1 december 2023 hebben medewerkers van Unigarant via e-mail contact over de Columbus dossiers. Daarin is onder meer opgemerkt:
“(…)
12309981/P21:
Ik heb de medisch adviezen er nog eens op na geslagen en volgens mij is wel duidelijk dat in deze zaak informatie bewust wordt achtergehouden. Het zou mij ook niet verbazen dat ze betrokkene dingen hebben ingefluisterd en dat er mogelijk gewoon vals is vreklaard.
De meest opvallende punten:
1. In het bezoekverslag van [naam] van 8 juli 2021 (5 maanden na datum ongeval), verklaart ze dat ze goed gezond was en niet eerder langdurig is behandeld door een fysiotherapeut.
2. De MA vraagt al in het tweede med-advies (3 mei 2022) om informatie mbt pre-existente knieklachten, hij legt daarin ook duidelijk uit waarom hij deze specifieke info wil ontvangen. De info komt echter niet.
3. Het tweede bezoek heb ik afgelegd op 22 juni 2023. BLB [naam] begon direct over de pre=existente knieklachten van betrokkene. Bij het ongeval was sprake van knieschijf luxatie links. In het verleden heeft zij dit vaker gehad aan beide knieën. Uiteindelijk is zij aan het rechterknie geopereerd. Haar linkerknie zou ook worden geopereerd maar dit is uiteindelijk niet doorgegaan. Er is sprake geweest van langdurige fysiotherapie en betrokkene heeft een tijd moeten herstellen. Dit wordt door BLB op tafel gegooid in de eerste 5 min. Van het gesprek. Vervolgens wordt beloofd dat de gevraagde med-info binnen enkele weken zal worden verstuurd. Ik denk dat het hier de conclusie kan worden getrokken dat BLB al vanaf het begin op de hoogte is geweest van de zeer relevante pre-existentie. Tijdens het eerste bezoek is m.i. bewust verzwegen dat er sprake is van relevante pre-existentie. De MA bleef echter doorvragen om de med-info, wij erkenden het med-cv niet dus BLB moest wel iets doen om verder te kunnen. Tijdens het tweede gesprek geeft hij dan aan dat er wel degelijk relevante klachten waren.
4. Maar nu, ik verwijs naar het med-advies van 12 september 2023, Vrijwel alle info waar om gevraagd wordt, is wederom niet aangeleverd, of ze leveren delen aan die erop lijken maar niet gevraagd worden (ze proberen ons zand in de ogen te strooien lijkt het wel.) De ma is echter zeer scherp en maakt er gehakt van. Ik citeer:
“dat betrokkene onjuist verklaart en niet alles meldt, is opvallend en ook belangrijk, zeker omdat de schaderegelaar aan betrokkene net uitgelegd heeft dat het relevant is dat de medische eindsituatie voor het ongeval bekend is. Vanwege bovenstaande kan niet worden aangenomen dat betrokkene juist verklaart en volledig is in het verstrekken van relevante informatie. (…)”
12260701/P17:
1. Ongeval van 16 dec. 2020, BLB meldt zich op 23-12-2020. Vervolgens komt er een mailtje met summiere info over de bedrijven van betrokkene op 27 jan. 2021. Volgens eerste BGK nota: 19 jan. 2021 bespreking buiten kantoor incl. reis en wachttijd. (rapport oid hebben wij nooit ontvangen).
2. In sept. 2021 meldt BLB in afwachting te zijn van een reactie van zijn cliënte. Op de BGK nota’s is te zien dat er diverse keren cliënt in wordt genoteerd. Inhoudelijke info ontvangen wij echter niet.
3. BGK nota van april 2022, inventariseren inkomensgegevens, wij hebben niks.
4. BGK nota van okt. 2022, zo te zien is er opnieuw een bezoek gebracht aan cliënt, nog steeds hebben wij geen info.
5. Dan ontvangen wij in jan. 2023 opeens med-info welke wordt voorgelegd aan de MA.
(…)
10. Ook nu weer: in het laatst bericht van Columbus wordt gemeld dat de gevraagde financiële stukken door de boekhouder zullen worden verstrekt maar zij hebben al heel veel stukken! Dat blijkt uit de BGK nota’s waarin de verrichtingen staan en tijdens het bezoek had [gedaagde sub 4] een grote map bij zich waaruit hij omzetbedragen begon te roepen van de afgelopen jaren. Het lijkt er dus op dat er opnieuw bewust info wordt achtergehouden of in ieder geval onvolledig wordt verstrekt. En dat zal vast een reden hebben, maar welke??? Ook medisch moet hier nog van alles worden aangeleverd. Daar hebben ze al bijna drie jaar de tijd voor gehad. (…)”.
2.7.
Allianz heeft Unigarant per e-mail van 4 december 2023 geïnformeerd over haar EVR-registratie van Columbus Letselschade van 3 jaar per 17 augustus 2023 en het stopzetten van de samenwerking in de lopende dossiers tussen Allianz en Columbus Letselschade. Omtrent de reden van de registratie is onder meer vermeld:
“(…)
Wij concluderen dat het BBH kantoor Columbus én de heer [gedaagde sub 4] ons opzettelijk dan wel bewust heeft misleid en zich schuldig heeft gemaakt aan frauduleuze strafbare feiten. Om die reden stoppen wij met de samenwerking in lopende dossiers met het BBH kantoor Columbus.
(…)”.
2.8.
Unigarant heeft Columbus Letselschade bij brief van 12 december 2023 het volgende bericht:
“(…)
Helaas moeten wij u meedelen dat Unigarant Columbus Letselschade niet langer als belangenbehartiger in letselschadedossiers aanvaardt.
Tijdens de letselschadebehandeling is gebleken dat Columbus Letselschade is geregistreerd in het Extern Verwijzingsregister van de Stichting ClS, omdat zij in letselschades stelselmatig tot aanpassing van medische gegevens aanzet en kosten voor niet verrichte werkzaamheden in rekening brengt. Dit is in lijn met onze eigen bevindingen.
Wilt u uw cliënten per ommegaande informeren en hun zaken aan een andere belangenbehartiger overdragen, bij voorkeur aan een belangenbehartiger met een Nationaal Keurmerk Letselschade, zodat de belangen van de slachtoffers niet in het gedrang komen?
(…)”.
2.9.
In een daaropvolgend schrijven van 28 december 2023 heeft Unigarant Columbus Letselschade meegedeeld dat, naast dat zij Columbus Letselschade niet langer als belangenbehartiger accepteert, de persoonsgegevens van [gedaagde sub 4] en de gegevens van Columbus Letselschade in haar Incidentenregister zal plaatsen, met een Externe verwijzing (EVR-registratie). Unigarant licht de gronden van deze beslissing nader toe.
2.10.
[gedaagde sub 4] heeft bij brief van 29 januari 2024 schriftelijk gereageerd. Daarbij is onder meer aangegeven dat er meer tijd nodig is voor een inhoudelijke reactie. Daarnaast is aangegeven dat de gedragingen van Unigarant in strijd zijn met het strafrecht en onrechtmatig zijn. Onder meer Unigarant wordt aansprakelijk gesteld voor alle schade die door dit onrechtmatige handelen ontstaat voor al de cliënten van [gedaagde sub 4] , wier schade door Unigarant dient te worden betaald, voor Columbus Letselschade, alsmede voor [gedaagde sub 4] persoonlijk.
[gedaagde sub 4] bericht verder dat het Unigarant wordt verboden om rechtstreeks contact op te nemen met de cliënten en hen mede te delen dat Unigarant hun schade verder niet wenst te regelen met de door hen gekozen belangenbehartiger Columbus Letselschade.
2.11.
In reactie op een brief van [gedaagde sub 4] van 29 januari 2024 bericht Unigarant op 31 januari 2024 schriftelijk dat zij van mening is dat er voldoende tijd is gegeven om inhoudelijk te reageren en dat zij voorbij gaat aan stellingen van [gedaagde sub 4] . Unigarant bericht dat zij volgende maatregelen neemt. De gegevens van [gedaagde sub 4] en Columbus Letselschade worden voor duur van 8 jaar in gebeurtenissenadministratie opgenomen, en voor eenzelfde periode in het incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister. Daarnaast wordt het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars hiervan op de hoogte gesteld.
2.12.
Naar aanleiding van de weigering van Unigarant om de behandeling van de zaak van een cliënt van Columbus Letselschade voort te zetten is onder meer op 19 februari 2024 een directieklacht ingediend, waarbij onder meer is aangegeven dat het wettelijk recht op een vrije keuze voor een rechtshulpverlener niet door Unigarant wordt gerespecteerd.
2.13.
Unigarant heeft Columbus Letselschade bij brief van 4 maart 2024 naar aanleiding van diverse ingediende directieklachten gewezen op de brief van 12 december 2023, waarin is aangegeven dat er onvoldoende vertrouwensbasis is om met Columbus Letselschade nog zaken af te wikkelen.
3Het geschil in conventie en in reconventie
in conventie
Unigarant vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Columbus c.s. met onmiddellijke ingang voor de duur van vijf jaar zal verbieden om op welke manier dan ook tegen Unigarant als belangenbehartiger van letselschadeslachtoffers op te treden;
II. Columbus c.s. zal bevelen alle letselschadeslachtoffers die zij tegen Unigarant inlopende zaken bijstaan binnen zeven dagen nadat het vonnis is gewezen een brief, met op dezelfde datum een afschrift aan Unigarant, te sturen met de inhoud:
Geachte [naam benadeelde],
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat Columbus Letselschade en de heren [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] niet langer als belangenbehartiger van letselschadeslachtoffers tegen Unigarant mogen optreden (Bijlage: vonnis Voorzieningenrechter in het kortgeding tussen Unigarant en Columbus van 21 mei 2024).
Wij adviseren u gehoor te geven aan het verzoek van Unigarant om een andere belangenbehartiger in de arm te nemen.
U hoeft eventuele openstaande rekeningen van Columbus niet te betalen.
Met vriendelijke groet,
III. zal bepalen dat Columbus c.s. voor elke overtreding van de onder I. en II. genoemde veroordelingen hoofdelijk een dwangsom zal verbeuren van € 10.000 per overtreding met een maximum van € 500.000;
IV. Columbus c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van dit geding vermeerderd met de wettelijke rente vanaf zeven dagen nadat het vonnis is gewezen;
3.1.
Unigarant legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Zij stelt dat Letselschadebureau Columbus een groot aantal zaken tegen Unigarant afhandelt en dat sinds langere tijd zich hierbij een patroon aftekent van het manipuleren en achterhouden van informatie, het opkloppen van kosten en het vooropstellen van het eigen belang van Letselschadebureau Columbus. Unigarant stelt dat deze handelwijze de vertrouwensrelatie tussen hen ernstig heeft ondermijnd en dat de werkwijze van Columbus c.s. onrechtmatig, oneerlijk, niet in het belang van slachtoffers is en ook niet gebruikelijk in de markt. Unigarant stelt dat de kwetsbare letselschadeslachtoffers hierdoor in de knel komen en dat zij door hun overeenkomst met Columbus c.s. ook niet zomaar kunnen overstappen naar een andere belangenbehartiger. Om die onrechtmatige toestand te beëindigen vordert Unigarant een ordemaatregel, in die zin dat Columbus c.s. zal worden verboden nog langer letselschadezaken te behandelen, alsmede dat Columbus c.s. zal worden verplicht om haar cliënten op de hoogte te brengen van dit kort gedingvonnis. In dit verband is er onder meer op gewezen dat meerdere bedingen uit de algemene voorwaarden van Columbus c.s. op de zwarte, grijze en blauwe lijst staan en onredelijk bezwarend zijn en is een omschrijving gegeven van de aanpak van Columbus c.s.. Unigarant meent dat de letselschadeslachtoffers feitelijk door Columbus c.s. worden gegijzeld totdat alle door haar redelijk geachte kosten zijn voldaan en dat door Columbus c.s. een buitensporig hoog uurtarief wordt gerekend. In dit verband is gewezen op de zgn. PIV-staffel.
Unigarant stelt dat zij een onderzoek heeft ingesteld, waarbij lopende en gesloten dossiers zijn doorgelicht, waarbij diverse zaken naar voren zijn gekomen, waaronder dat er een wanverhouding is tussen de gedeclareerde BGK en de aangetoonde schade. Voorts wijst zij op een EVR-melding van Allianz op naam van Columbus en [gedaagde sub 4] .
Unigarant stelt dat deze melding volledig klopt met haar eigen bevindingen en is voldoende reden om Columbus c.s. te weigeren. Unigarant heeft gemeend zelf ook een EVR-melding te doen naar aanleiding van haar onderzoek in de casus Arends.
Unigarant stelt verder dat het onrechtmatig is om actief te verhinderen dat een verzekeraar zijn wettelijke en maatschappelijk verplichtingen tegenover kwetsbare letselschadeslachtoffers kan nakomen.
3.2.
Columbus c.s. voert verweer. Zij voert aan dat Unigarant geen (spoedeisend) belang heeft, dat Unigarant zich onrechtmatig uitgeeft voor verzekeraar. Ook is aangevoerd dat Columbus Heemstede, Peveco en [gedaagde sub 5] geen rol spelen in deze kwestie, zodat zij ten onrechte zijn gedagvaard. Columbus c.s. voert verder onder meer aan dat Unigarant in dit kort geding onrechtmatig gebruik maakt van medische gegevens die haar zin verstrekt in het kader van het regelen van een letselschadezaak. In dit verband is gewezen op de AVG en de Medische Paragraaf van de GBL. Ook is aangevoerd dat Unigarant niet ontvankelijk is, nu zij in strijd met het GBL niet eerst heeft geprobeerd om er in onderling overleg uit te komen, dan wel middels tussenkomst van een derde, zoals het GBL bindend voorschrijft. Daarnaast is aangevoerd Unigarant een constitutieve uitspraak vordert, met verderstrekkende gevolgen voor zowel Columbus c.s., als voor derden, waarvoor in het kort geding geen plaats is. Columbus c.s. licht dit verder toe, waarbij in wordt gegaan op de door Unigarant gemaakte verwijten, alsmede op het feit dat Unigarant een brief gestuurd aan cliënten van Columbus c.s., hetgeen onrechtmatig is naar de mening van Columbus c.s.. Ook is aangevoerd dat Unigarant onvoldoende gelegenheid heeft gegeven tot wederhoor en dat de IVR- en EVR-inschrijvingen onrechtmatig zijn. Columbus c.s. gaat ook in op de door Unigarant gemaakte verwijten in het schaderegelingsproces in de zaak Arends en op de door Unigarant in het geding gebrachte producties.
Columbus c.s. concludeert primair tot het niet-ontvankelijkverklaring van Unigarant, althans haar de vorderingen te ontzeggen en subsidiair tot het niet opleggen van dwangsommen, althans tot matiging daarvan, met veroordeling van Unigarant in de kosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Columbus Letselschade Groningen B.V. en [gedaagde sub 4] , vorderen, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- Unigarant zal veroordelen om binnen 8 dagen na het wijzen van het vonnis in deze procedure de behandeling van alle letselschadezaken, waarin Columbus Letselschade Groningen B.V. of [gedaagde sub 4] optreedt en zal optreden als belangenbehartiger van de betreffende cliënten, te hervatten en de zaken verder te behandelen conform de Gedragscode Behandeling Letselschade 2012 en de daarbij behorende Medische Paragraaf,
- Unigarant zal veroordelen om aan alle cliënten in wier zaken waarin Columbus Letselschade Groningen B.V. of [gedaagde sub 4] optreedt als belangenbehartiger, aan wie Unigarant een brief heeft gezonden over de beëindiging van de relatie met Columbus Letselschade en/of [gedaagde sub 4] door Unigarant, binnen 8 dagen na het in deze procedure te wijzen vonnis schriftelijk te berichten dat de genoemde brief wordt ingetrokken, onder mededeling dat de verwijten die Unigarant aan Columbus Letselschade en [gedaagde sub 4] maakte onterecht waren, met gelijktijdige verzending van een afschrift van ieder van die brieven, zulks op straffe van verbeurde van een dwangsom van € 2.500,00 per gehele dag waarop niet aan deze veroordeling is voldaan, met een maximum van € 250.000,00,
- Unigarant zal veroordelen om de maatregelen zoals beschreven in haar brief aan Columbus Letselschade d.d. 31 januari 2024 (kenmerk 12309981) (productie 17 bij dagvaarding) achter a), resp. b) resp. c) binnen 8 dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis ongedaan te maken, zulks op straffe van verbeurde van een dwangsom van
€ 5.000,00 per gehele dag waarop niet aan deze veroordeling is voldaan, met een maximum van € 500.000,00,
- Unigarant in reconventie zal veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de volgens het gebruikelijke tarief te begroten nakosten, een en ander te voldoen binnen acht dagen na dagtekening van het vonnis in deze procedure,
- en (voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt) te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf de genoemde termijn voor voldoening.
3.5.
Onder verwijzing naar hetgeen in conventie is aangevoerd, stellen Columbus Groningen en [gedaagde sub 4] dat de opname van persoonsgegevens in het EVR door Unigarant niet rechtmatig, maar ook niet proportioneel is. In dit verband wordt erop gewezen dat Unigarant geen vergunning heeft voor het verwerken van strafrechtelijke gegevens, nu zij geen verzekeraar is en zij geen vergunning heeft voor deelname aan het EVR. Registratie door Unigarant is daarmee is strijd met de wet (de AVG). Bovendien is de registratie is onvoldoende gemotiveerd, zodat primair zal worden gevorderd de registratie ongedaan wordt gemaakt, en subsidiair dat deze wordt beperkt in tijd. In conventie is voorts betoogd dat het verzenden van de brief door Unigarant aan cliënten van Columbus en [gedaagde sub 4] onrechtmatig is en dat, gelet hierop, zal worden gevorderd dat Unigarant een brief aan die cliënten zal sturen, waarin zij meedeelt dat Unigarant de behandeling van de zaken zal voortzetten en dat zijn de nota’s van Columbus zal voldoen tegen dezelfde condities en op dezelfde wijze als zij daarvoor deed. In dit verband is gesteld dat in conventie uitvoerig is ingegaan op de weigering van Unigarant om nog letselschadezaken te regelen met Columbus en [gedaagde sub 4] , in die zin dat deze handelwijze ongegrond en onrechtmatig is. Ter zake is door Columbus en [gedaagde sub 4] aangetoond dat Unigarant zich bij het regelen van letselschade veelvuldig niet houdt aan de voor verzekeraars geldende Gedragscode en de daarbij behorende Medische Paragraaf. Columbus en [gedaagde sub 4] stellen een spoedeisend belang te hebben bij de door hen gevraagde voorzieningen, nu de zaken van de letselschadeslachtoffers als sinds januari 2024 stilliggen, Unigarant weigert mee te werken aan een oplossing en ook Columbus en [gedaagde sub 4] daardoor ernstige schade lijden.
3.6.
Unigarant heeft verweer gevoerd en betwist dat zij, zoals is gesteld, geen verzekeraar is. Ook is betwist dat opname in register niet rechtmatig is. In dit verband is erop gewezen dat niet is gereageerd op de brieven van Unigarant van 12 december 2023 en 28 december 2023, waarin uiteen is gezet waarom EVR-registratie is gedaan, in plaats daarvan ontving Unigarant enkel directieklachten. In dat verband voert Unigarant aan dat er geen wettelijk recht op een vrije keuze voor rechtshulpverlener bestaat en dat een beroep op artikel 4:67 Wft hier niet opgaat. Voorts is aangevoerd dat het Unigarant vrij staat om een samenwerking met een letselschadebureau stop te zetten. Ook wordt betwist dat Unigarant handelt in strijd met de Gedragscode. Mede omdat de modus operandi van Columbus c.s. haaks staat op deze Gedragscode is Unigarant de samenwerking gestopt. Unigarant wijst erop dat de letselschadeslachtoffers met een nieuwe belangenbehartiger welkom zijn om hun zaak op een adequate manier op te lossen.
Unigarant maakt in dat opzicht geen misbruik van haar machtspositie. Unigarant leeft GBL en Medische Paragraaf na en betwist wordt dat een constitutieve uitspraak wordt gevorderd en het onderzoek van Unigarant tekortschiet.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4De beoordeling
in conventie en in reconventie
Het geschil
4.1.
Tussen partijen is in geschil dat Unigarant een verbod vordert, waarbij Columbus c.s. zal wordt verboden om voor de duur van vijf jaar om op welke manier dan ook tegen haar als belangbehartiger van letselschadeslachtoffers op te treden en dat - kort gezegd - Columbus c.s. haar cliënten in die zin dient te berichten. Columbus Groningen en [gedaagde sub 4] vorderen dat Unigarant de behandeling van de zaken waarin zij als belangbehartiger is opgetreden weer zal hervatten en dat Unigarant schriftelijk aan de cliënten van Columbus Groningen en [gedaagde sub 4] berichten dat een eerder aan hen toegezonden brief wordt ingetrokken en dat de daarin genoemde verwijten onterecht waren. Nu deze vorderingen met elkaar samenhangen zal de voorzieningenrechter deze gezamenlijk behandelen.
(Spoedeisend) belang
4.2.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Unigarant ten tijde van dit vonnis bij die voorziening in conventie een spoedeisend belang heeft. Dit geldt evenzeer voor de beoordeling van de gevorderde voorzieningen in reconventie. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.3.
Als meest verstrekkende verweer in conventie voert Columbus c.s. aan dat Unigarant geen belang heeft bij deze procedure, nu zij zich valselijk uitgeeft voor verzekeraar en Unigarant niet economische geschaad wordt door de gedragingen waarvan zij Columbus c.s. beschuldigt. Daarnaast is aangevoerd dat het belang van Unigarant om Columbus c.s., als belangbehartiger van slachtoffers, niet bij de rechter tegen te komen geen rechtens te respecteren belang is in kort geding. Verder wordt erop gewezen dat Unigarant en Columbus c.s. geen contractuele relatie hebben op grond waarvan zij elkaar iets verplicht zijn, zodat zij ook geen belang heeft bij het door haar gevorderde verbod.
Ook is aangevoerd dat Unigarant geen spoedeisend belang heeft bij deze procedure.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt in dit verband dat Unigarant op zich genoegzaam heeft aangetoond dat zij in conventie een belang heeft bij een procedure tegen Columbus c.s. en dat zij (ook in deze procedure) als verzekeraar heeft te gelden en ook in die hoedanigheid een belang heeft om een procedure in kort geding tegen Columbus c.s. te starten.
4.5.
Verder wordt overwogen dat Columbus c.s. in conventie niet alleen gemotiveerd heeft betwist dat Unigarant geen belang heeft om een procedure te starten, maar ook dat zij geen spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen.
De voorzieningenrechter overweegt dat Unigarant haar spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd, bezien in het licht van het feit dat Unigarant reeds in december 2023 onder meer naar aanleiding van een eigen onderzoek naar zowel gesloten als nog lopende dossiers van Columbus Letselschade om haar moverende redenen heeft besloten de samenwerking met Columbus c.s. te beëindigen. Unigarant heeft weliswaar uitgebreid toelicht op grond waarvan zij heeft gemeend de samenwerking met Columbus c.s. te moeten beëindigen, maar zij heeft onvoldoende gemotiveerd op grond waarvan zij een spoedeisend belang bij heeft bij het gevorderde verbod, waarbij Columbus c.s. voor de duur van vijf jaar wordt verboden om op welke manier dan ook tegen Unigarant als belangenbehartiger op te treden.
4.6.
In dit verband is van belang dat Unigarant in conventie een verstrekkende ordemaatregel heeft gevorderd voor de duur van vijf jaar. Unigarant heeft onderbouwd op grond waarvan zij meent dat sprake is van onrechtmatig handelen van Columbus c.s., maar zonder nadere bewijslevering op dossierniveau - waarvoor in dit kort geding geen plaats is -is de voorzieningenrechter niet in staat om een zorgvuldige afweging van de belangen van partijen te maken om tot een oordeel te komen over een dergelijk verstrekkende vordering aan Columbus c.s. zal worden opgelegd.
4.7.
De voorzieningenrechter concludeert tot het niet-ontvankelijk verklaren van Unigarant in de in conventie gevraagde voorzieningen.
4.8.
Ook Columbus c.s. zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de in reconventie gevraagde voorzieningen, nu het spoedeisend belang, dat gemotiveerd door Unigarant is betwist, onvoldoende is onderbouwd bezien in het licht dat, zoals hiervoor al is overwogen, Unigarant reeds in december 2023 de samenwerking met Columbus c.s. heeft beëindigd en niet gesteld of gebleken is dat Columbus c.s. reeds eerder serieuze pogingen heeft gedaan om de samenwerking met Unigarant weer vlot te trekken. Overigens staat het Unigarant vrij om de samenwerking met Columbus c.s. te beëindigen, als zij meent een gegronde reden daartoe te hebben. Zoals ook met betrekking tot de gevraagde voorzieningen in conventie is overwogen, geldt bovendien ook voor de gevraagde voorzieningen in reconventie dat zonder nadere bewijslevering niet een zorgvuldige belangenafweging kan worden gemaakt om te oordelen of de gevraagde voorzieningen in reconventie kunnen worden toegewezen.
Proceskosten
4.9.
De voorzieningenrechter overweegt dat, nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, er aanleiding bestaat de proceskosten te compenseren in die zin dat ieder de eigen proceskosten draagt. ECLI:NL:RBNNE:2024:1958