TNIVRE 161118 (2) doorsturen van van opdrachtgever ontvangen medische info niet klachtwaardig, daaropvolgend oordeel wel; onvoldoende hoor en wederhoor
- Meer over dit onderwerp:
TNIVRE 161118 ( 2) doorsturen van van opdrachtgever ontvangen medische info niet klachtwaardig, daaropvolgend oordeel wel; onvoldoende hoor en wederhoor
Partijen worden hierna (mede) aangeduid als klager en verweerder.
In verband met mogelijke privacygevoelige informatie in de tekst van deze uitspraak wordt niet
volstaan met het anonimiseren van namen en plaatsen maar wordt alleen de beoordeling weergegeven. Ook daarin is echter informatie weggegelaten die herleid zou kunnen worden tot betrokkenen.
4. De beoordeling.
4.1 Voorop gesteld wordt dat een expert in de uitoefening van zijn beroep dient te handelen conform de Gedragsregels, de Statuten en Reglementen van het NIVRE, alsmede conform al hetgeen overigens bij een goede beroepsuitoefening betamelijk is. Zo dient de expert zich te gedragen zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend expert betaamt, waarbij men dient te voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid, professionaliteit, integriteit en collegialiteit, zoals nader omschreven in de gedragsregels van het NIVRE. Deze gedragsregels zijn bedoeld, zo blijkt uit de inleiding daarvan, als een norm voor de verwachtingen die mensen hebben over het gedrag en de intentie van een NIVRE-expert.
4.2 Het Tuchtcollege oordeelt als volgt. In de eerste plaats is de vraag aan de orde of de expert gerechtigd was om de door hem van zijn opdrachtgever ontvangen informatie […] door te zenden aan zijn medisch adviseur. Het is daarbij niet alleen de vraag of hij dit überhaupt kon doen, maar ook of hij dit mocht doen zonder eerst klager hiervan op de hoogte te stellen en daarbij klager eerst om een reactie te vragen. Verweerder heeft in dat verband ter zitting nog verklaard dat hij, net nadat hij een verzoek gedaan had aan zijn medisch expert om nieuwe informatie te beoordelen, de desbetreffende informatie […] van zijn opdrachtgever ontving en daarom deze meteen nagestuurd heeft (zodat de medisch adviseur dit meteen mee kon nemen in zijn beoordeling). Het was volgens verweerder niet praktisch om eerst e.e.a. met klager op te nemen. Het Tuchtcollege is in het algemeen van oordeel dat niet op voorhand bepaalde informatie uitgesloten kan worden als zijnde irrelevant voor de medisch adviseur.
Problemen op het werk van welke aard dan ook kunnen nu eenmaal verband houden met arbeidsongeschiktheid.
4.3 Dat verweerder vragen gesteld heeft aan de medisch adviseur naar aanleiding van de informatie […] is op zichzelf dus niet ontoelaatbaar. De vraag is wel of verweerder de informatie mocht doorsturen zonder eerst een en ander aan klager voor te leggen. Hoewel dat in het algemeen wel passend is, is het anders handelen op zichzelf niet klachtwaardig. Van belang is wat verweerder daarna gedaan heeft. Zou hij na het (aanvankelijke) oordeel van zijn medisch adviseur de kwestie aan klager hebben voorgelegd met de vraag of en waarom in de zienswijze van klager de kwestie al of niet een rol gespeeld had bij zijn arbeidsongeschiktheid […], dan was er door verweerder juist gehandeld. Op die manier, immers, kon klager zijn visie op de situatie geven. Uit hetgeen in de stukken en ter zitting is aangevoerd is echter duidelijk geworden dat verweerder niets aan klager daaromtrent gevraagd heeft voordat hij in zijn brief van 2 oktober 2017 het standpunt innam dat het hem evident (onderstreping door het Tuchtcollege) leek dat een en ander van invloed is geweest op het welzijn van klager […].
4.4 Het Tuchtcollege is van oordeel dat de expert in de gegeven situatie op grond van het rapport van de medisch adviseur nooit het woord evident had mogen gebruiken. Verweerder had (enige vorm van) hoor en wederhoor had moeten toepassen voordat hij zelf met een oordeel kwam. Verweerder heeft in dat verband aangevoerd dat hij gebruik gemaakt heeft van het woord ‘lijkt’ maar het Tuchtcollege acht dat niet overtuigend gezien de redactie van de brief, mede gezien de passage waarin verweerder een en ander een logische (onderstreping door het Tuchtcollege) verklaring lijkt voor de arbeidsongeschiktheid.
4.5 Een en ander leidt tot een gegrondverklaring van de klacht. Zoals verweerder betoogd heeft is (een deel van) zijn werk om een standpunt in te nemen over de juridische causaliteitsvraag.
Dat is op zichzelf juist. Aangezien zijn taak als register-expert gericht is op objectieve waarheidsvinding kan hij echter niet een standpunt innemen zonder in voldoende mate betrokkene gehoord te hebben, althans niet zonder zich te baseren op een duidelijke betreffende medische rapportage. Het Tuchtcollege merkt nog op dat ook indien klager […] meer expliciet had moeten melden, gelijk verweerder ter zitting betoogd heeft, het toch (ook) op de weg van verweerder gelegen had om de zienswijze van klager in zijn beoordeling te betrekken.
4.6 Hier komt nog het volgende bij. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd niet kunnen verklaren of termen als […] uit de media kwamen of door hemzelf voor het eerst gebruikt zijn in zijn correspondentie. In beide gevallen heeft verweerder naar het oordeel van het Tuchtcollege in onaanvaardbare mate ‘gekleurde’ termen gebruikt om zijn oordeel te onderstrepen. Deze termen waren nodeloos diffamerend, hetgeen door de expert ter zitting erkend is door te bevestigen dat hij wel anders had kunnen formuleren.
4.7 Alles in overweging nemende acht het Tuchtcollege een waarschuwing als maatregel aangewezen. Tuchtcollege NIVRE 2018001