Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 280306 Uitbreiding uren bij reeds voor ongeval arbeidsongeschikte vrouw:

Hof Arnhem 28-03-2006: (meervoudig)
2.7  Vast staat dat [appellante], die sinds 1986 voor 50% werkt en voor 50% arbeidsongeschikt is – na van medio 1996 tot 1 december 1996 voor meer dan 50% wegens ziekte als gevolg van het ongeval uitgevallen te zijn geweest – nog steeds voor 50% werkzaam is. In die zin is er geen sprake van inkomensschade als gevolg van het ongeval in 1996, zoals door [appellante] ook zelf onderkend wordt (MvG nr. 7). [appellante] stelt echter dat er (thans) sprake is van economische kwetsbaarheid; zij was na het ongeval immers niet meer in staat het aantal uren werk uit te breiden terwijl dit wel in het verschiet lag.
Naar het oordeel van het hof heeft [appellante] in dit kader niet voldaan aan haar stelplicht: er is in het dossier geen énkel aanknopingspunt gevonden die haar stelling, dat zij haar 50% werkzaamheden had kunnen uitbreiden, onderbouwt en zij heeft ook niet aangegeven op welke gronden en mogelijkheden zij doelt voor mogelijke uitbreiding van haar werkuren nu zij al 10 jaar vóór het ongeval voor 50% arbeidsongeschikt was. Voor bewijs van een niet onderbouwde stelling is dan ook geen plaats. Haar verwijzing naar prod. 10 (onder punt 5) bij conclusie van repliek mist feitelijke grondslag. Immers, in de desbetreffende rapportage van 30 oktober 1996 van de GAK-arts wordt melding gemaakt van uitbreiding van haar werkuren naar 20 uur per week (de 50% arbeidsgeschiktheid die zij al sinds 1986 had) per 1 december 1996 omdat zij herstellende is (van het ongeval) en haar werk (naar het oude niveau van 50% zo verstaat het hof) kan uitbreiden.
Verder voert [appellante] aan dat zij vreest dat bij toename van de arbeidsongeschiktheid er mogelijk een korting zou kunnen worden toegepast van maximaal 15% van het brutosalaris bij volledige arbeidsongeschiktheid. Naar het oordeel van het hof is de vrees van [appellante] dat zij gekort kan worden op haar uitkering indien zij meer dan 50% arbeidsongeschikt zou raken en dus in de toekomst schade zou kunnen lijden, te weinig specifiek en te ongewis om tot enig (toekomstig) schadebedrag te kunnen leiden nog daargelaten het antwoord op de vraag of indien deze vrees bewaarheid zou worden er causaal verband bestaat met het ongeval in 1996.
De gevorderde post inzake verlies verdienvermogen wordt derhalve afgewezen.
LJNAV9120