Rb. Maastricht 061206 Fraude op managementniveau bij Corus, o.d. in groepsverband (art 6:166 BW)
- Meer over dit onderwerp:
Rb. Maastricht 06-12-06 Fraude op managementniveau bij Corus, o.d. in groepsverband (art 6:166 BW); toepassing billijkheidscorrectie
3.4 Nu de conclusie is dat gedaagde en de mede aangesproken mt-leden samen met eiser deel hebben genomen aan onrechtmatig groepsoptreden, maakt hen dit jegens Corus hoofdelijk aansprakelijk voor de door Corus geleden schade. Gelet hierop dient conform het bepaalde in artikel 6:166 lid 2 BW de interne draagplicht tussen eiser en gedaagde, [Namen mt-leden] te worden vastgesteld. Voor de volledigheid merkt de rechtbank nog op dat uit niets volgt dat de rechtbank in de hoofdzaak eiser enkel heeft veroordeeld voor het deel van de schade waarvoor alleen eiser aansprakelijk is, zodat de desbetreffende stelling van gedaagde wordt verworpen. (...)
De billijkheidscorrectie
3.7 Naar het oordeel van de rechtbank vordert de billijkheid dat wordt afgeweken van de hoofdregel van artikel 6:166 lid 2 BW, die inhoudt dat door de groepsdeelnemers voor gelijke delen dient te worden bijgedragen. Uit de omstandigheden van het onderhavige geval, zoals die blijken uit de stellingen van partijen en de daaraan ten grondslag liggende stukken, volgt immers dat de bij de onderhavige fraude betrokkenen personen - eiser, gedaagde, [Namen mt-leden] - niet allemaal hetzelfde profijt hebben gehad van de onrechtmatige handelingen jegens Corus. LJN AZ4555
3.4 Nu de conclusie is dat gedaagde en de mede aangesproken mt-leden samen met eiser deel hebben genomen aan onrechtmatig groepsoptreden, maakt hen dit jegens Corus hoofdelijk aansprakelijk voor de door Corus geleden schade. Gelet hierop dient conform het bepaalde in artikel 6:166 lid 2 BW de interne draagplicht tussen eiser en gedaagde, [Namen mt-leden] te worden vastgesteld. Voor de volledigheid merkt de rechtbank nog op dat uit niets volgt dat de rechtbank in de hoofdzaak eiser enkel heeft veroordeeld voor het deel van de schade waarvoor alleen eiser aansprakelijk is, zodat de desbetreffende stelling van gedaagde wordt verworpen. (...)
De billijkheidscorrectie
3.7 Naar het oordeel van de rechtbank vordert de billijkheid dat wordt afgeweken van de hoofdregel van artikel 6:166 lid 2 BW, die inhoudt dat door de groepsdeelnemers voor gelijke delen dient te worden bijgedragen. Uit de omstandigheden van het onderhavige geval, zoals die blijken uit de stellingen van partijen en de daaraan ten grondslag liggende stukken, volgt immers dat de bij de onderhavige fraude betrokkenen personen - eiser, gedaagde, [Namen mt-leden] - niet allemaal hetzelfde profijt hebben gehad van de onrechtmatige handelingen jegens Corus. LJN AZ4555