Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 130819 gevorderd en toegewezen 15 uur x € 250,00 + btw + griffierecht; echter x 50% vanwege eigen schuld

RBLIM 130819 ongeval tussen verzoekende aan verkeerde kant van de weg rijdende fietser en verwerende scooter; scooter voor 50% schadevergoedingsplichtig
- gevorderd en toegewezen 15 uur x € 250,00 + btw + griffierecht; echter x 50% vanwege eigen schuld

4.16.

Ten aanzien van de proceskosten overweegt de rechtbank als volgt. Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt, dient te begroten, ook als het verzoek wordt afgewezen. Dat is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Nu het door [verzoeker] ingediende verzoekschrift niet als volstrekt onnodig of onterecht kan worden beschouwd, zal de rechtbank overgaan tot een begroting van de kosten aan de zijde van [verzoeker] .

4.17.
De advocaat van [verzoeker] stelt in totaal een bedrag van € 4.537,50 (inclusief btw en nog te vermeerderen met griffierecht) aan kosten te hebben gemaakt. Unigarant heeft zich niet verzet tegen het door de advocaat gehanteerde uurtarief en het aantal gedeclareerde uren. De rechtbank acht het gehanteerde uurtarief niet onredelijk. Een tijdsbesteding van in totaal 15 uur wordt redelijk geacht. Het verschuldigde griffierecht bedraagt € 297,00. Gezien het voorgaande zullen de kosten van deze procedure aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op een bedrag van € 4.834,50 (15 uren x € 250,00, vermeerderd met 21% btw en
€ 297,00 griffierecht).

4.18.
Indien de schadevergoedingsplicht op grond van artikel 6:101 BW evenredig met de mate van eigen schuld van de benadeelde wordt verminderd, geldt dit - zoals Unigarant terecht betoogt - ook voor de kosten van de behandeling van het deelgeschil, nu deze kosten op grond van artikel 1019aa lid 2 Rv hebben te gelden als kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Unigarant zal derhalve worden veroordeeld tot betaling van 50% van de begrote kosten, zijnde een bedrag van € 2.417,25. ECLI:NL:RBLIM:2019:7979