Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 200115 75% aansprakelijk; kosten mediationtraject dienen volledig vergoed te worden; uurtarief van € 285,- + kantoortoeslag niet onredelijk

Hof Arnhem-Leeuwarden 200115 aanrijding fietser die via berm oversteekt; geen overmacht; geen aan opzet grenzende roekeloosheid;
- in gelijke mate bijgedragen aan ontstaan ongeval; gelet op omvang schade en jeugdige leeftijd billijkheidscorrectie; 75% aansprakelijk;
- kosten mediationtraject dienen volledig vergoed te worden; uurtarief van € 285,- + kantoortoeslag niet onredelijk

vervolg op: rb-zwolle-170908-fietser-steekt-bij-niet-reguliere-oversteekplaats-verkeersweg-en-parallelweg-over-overmacht-rb-beveelt-plaatsopneming-en-comparitie

Buitengerechtelijke kosten

6.22
[geïntimeerde] heeft bij vermeerdering van eis op de voet van artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke kosten die betrekking hebben op het mediationtraject dat partijen na het eindvonnis van de rechtbank doorlopen hebben. [geïntimeerde] vordert te dien aanzien [appellanten] te veroordelen een bedrag van € 4.445,- aan hem te betalen.

6.23
In een situatie waarin de benadeelde vanwege eigen schuld geen aanspraak heeft op vergoeding van de gehele schade - zoals in deze procedure het geval is - wordt de verplichting de in artikel 6:96 lid 2 BW bedoelde kosten te vergoeden in beginsel in dezelfde mate verminderd (vgl. HR 21 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7624). Vast staat dat de door [geïntimeerde] gevorderde buitengerechtelijke kosten betrekking hebben op het mediationtraject dat partijen hebben doorlopen. [geïntimeerde] heeft ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep onweersproken gesteld dat de mediation heeft plaatsgevonden op initiatief van [appellanten] en dat zij [geïntimeerde] daarbij hebben toegezegd de kosten van de voorbereiding en de mediationdag te vergoeden. Het hof ziet in deze omstandigheden aanleiding te oordelen dat [appellanten] gehouden zijn de gehele buitengerechtelijke kosten van [geïntimeerde] te voldoen.

6.24
Op grond van het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder b en c BW neemt het hof tot uitgangspunt dat redelijke kosten van rechtsbijstand ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij gaat het om een dubbele redelijkheidstoets: niet alleen moet het maken van de kosten redelijkerwijze verantwoord zijn, maar ook moet de omvang van de kosten redelijk zijn. Nu niet in geschil is dat de kosten, die door [geïntimeerde] met specificaties onderbouwd zijn, betrekking hebben op het door partijen ingezette mediationtraject, is naar het oordeel van het hof aan de eerste redelijkheidstoets voldaan. Daarbij komt een uurtarief van € 285,- te vermeerderen met kantoortoeslag - anders dan [appellanten] ingang hebben willen doen vinden - het hof in dit geval niet onredelijk voor, zodat ook aan de tweede toets is voldaan. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat gesteld noch gebleken is dat [appellanten] voorafgaand aan het mediationtraject voorwaarden hebben gesteld ten aanzien van de hoogte van het uurtarief en het tarief niet ongebruikelijk hoog is. De vordering is dan ook toewijsbaar. Het hof zal aldus beslissen. ECLI:NL:GHARL:2015:335