Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 151124 kosten MA afgewezen; medisch advies veel uitgebreider dan noodzakelijk en gerechtvaardigd

RBAMS 151124 kosten MA afgewezen; medisch advies veel uitgebreider dan noodzakelijk en gerechtvaardigd

2De feiten

2.1.

Op 15 november 2019 is [eiseres] als bestuurder van een personenauto van achteren aangereden door een andere personenauto.

2.2.

NH1816 heeft, als WAM-verzekeraar van de personenauto waarmee [eiseres] in botsing is gekomen, aansprakelijkheid erkend voor het ontstaan en de gevolgen van het ongeval.

2.3.

Sedgwick heeft op 7 oktober 2021 en 17 maart 2023 in opdracht van NH1816 twee medische adviezen uitgebracht. De adviezen zijn gebaseerd op de medische informatie die [eiseres] aan Sedgwick heeft verstrekt. Dit betrof het huisartsenjournaal van medio 2019 tot 26 januari 2023, diverse specialistenbrieven die zijn opgesteld in de periode 12 mei 2020 tot 9 maart 2023 van de neuroloog, de revalidatiearts, de pijnspecialist en de orthopedisch chirurg en het patiëntendossier van de fysiotherapeut van [eiseres] .

2.4.

In december 2021 heeft mr. Foe, de vorige advocaat van [eiseres] , aan Blanken Medisch Advies verzocht om een medisch advies uit te brengen over [eiseres] . Op 29 december 2021 heeft [naam 1] een advies uitgebracht waarin onder meer de medische informatie van [eiseres] over de periode 23 maart 2020 tot en met 7 oktober 2021 is besproken. NH1816 heeft de kosten van dit advies vergoed (€ 493,59 incl. btw).

2.5.

[eiseres] is een deelgeschilprocedure gestart tegen NH1816 en heeft verzocht om een verklaring voor recht dat de bij haar vastgestelde gezondheidsklachten (een chronisch regionaal pijnsyndroom/post whiplashtrauma), de arbeidsongeschiktheid en daarop volgende werkloosheid in causaal verband staan tot het ongeval. In de beschikking van deze rechtbank van 24 augustus 2023 (hierna: de beschikking) (geen publicatie bekend, red. LSA LM) is als volgt geoordeeld:

4.8. (…)

De conclusie luidt dus dat sprake is van een plausibel - in de zin van consistent, consequent en samenhangend – patroon van klachten.

4.9.

Om causaal verband vast te kunnen stellen tussen deze klachten en het ongeval is ook nodig dat vast komt te staan dat de klachten van [eiseres] nog niet bestonden voor het ongeval, dat de klachten kunnen zijn ontstaan door het ongeval en dat er geen alternatieve oorzaak is voor deze klachten. De rechtbank overweegt dat uit de medische informatie die [eiseres] beschikbaar heeft gesteld, niet kan worden afgeleid dat zij de klachten voor het ongeval niet had. Dat komt omdat [eiseres] over de periode van voor het ongeval niet of nauwelijks informatie beschikbaar heeft gesteld. Op de zitting heeft [eiseres] verklaard dat zij tot het ongeval geen last had van haar nek, schouders, arm of hoofd en dat als zij de klachten wel had gehad, zij niet had kunnen werken. Nh 1816 heeft deze stellingen betwist. De rechtbank kan de stellingen van [eiseres] niet staven omdat [eiseres] onvoldoende medische informatie over de periode voor het ongeval heeft overgelegd. Ook heeft zij geen medisch advies laten opstellen.

4.10.

Maar ook als dit door nadere bewijslevering – bijvoorbeeld door middel van een rapport van een medisch adviseur of het huisartsenjournaal over de periode vóór 2019 – wel zou kunnen worden gestaafd en vast zou komen te staan dat de klachten voor het ongeval nog niet bestonden, dan is bewijs van de aanwezigheid van causaal verband nog niet geleverd. Voor het aannemen van causaal verband tussen de klachten en het ongeval is immers ook vereist dat [eiseres] voldoende onderbouwd stelt dat een alternatieve verklaring voor haar klachten ontbreekt. Hierin is [eiseres] niet geslaagd. [eiseres] heeft daarover namelijk alleen maar gesteld dat haar klachten wel moeten zijn veroorzaakt door het ongeval, omdat een andere (dan het ongeval) aanwijsbare oorzaak ontbreekt.

4.11.

Nh 1816 heeft hiertegen ingebracht dat wel sprake is van een alternatieve verklaring voor de klachten van [eiseres] en heeft verwezen naar de medische adviezen van Sedgwick. Over de armklachten van [eiseres] concludeert Sedgwick op basis van de brief van de pijnspecialist van 21 januari 2021 dat deze veroorzaakt worden door een epicondylitis lateralis (tenniselleboog) waarvoor [eiseres] een behandeling door middel van medicijnpleisters kreeg. Over de nek- en schouderpijn citeert Sedgwick uit de brief van de neuroloog van 9 maart 2021 dat sprake is van een uitpuilende discus ter hoogte van de nekwervels C5-C6 die de klachten kan veroorzaken. Die uitpuiling is niet veroorzaakt door het ongeval maar is volgens Sedgwick degeneratief (door ouderdom ontstaan). De door de neuroloog op 12 mei 2020 per toeval aangetroffen partiële empty sella is evenmin ontstaan door het ongeval, maar kan – aldus Nh 1816 – wel hoofdpijn veroorzaken. Tot slot wordt verwezen naar het huisartsenjournaal waarin – zo schrijft ook Sedgwick – staat dat de borstomvang van [eiseres] haar (naar eigen zeggen) nek-, schouder- en rugklachten geeft waarvoor zij een afspraak wil met de chirurg.

4.12.

De rechtbank overweegt dat Nh 1816 dus drie – door medisch specialisten vastgestelde – alternatieve en ongevalsvreemde verklaringen voor de klachten van [eiseres] heeft genoemd: de uitpuilende discus, de tenniselleboog en de partiële empty sella. En één door [eiseres] zelf genoemde verklaring: haar borstomvang. Op de zitting heeft [eiseres] hiertegen ingebracht dat genoemde diagnoses moeten worden opgevat als ‘verdenkingen’ en niet als alternatieven. Ten aanzien van haar borstomvang heeft zij verklaard dat zij hierdoor (toch) geen klachten heeft. Deze verklaring verhoudt zich niet met het huisartsenjournaal waarin is opgenomen dat zij graag een verwijzing naar een plastisch chirurg wil voor het liften van de borsten in verband met chronische nekpijn.

4.13.

Afgezet tegen de gemotiveerde betwisting door Nh 1816 leggen deze enkele stellingen van [eiseres] – zonder nadere onderbouwing (die ontbreekt) – onvoldoende gewicht in de schaal. Het lag op de weg van [eiseres] om toe te lichten waarom de hiervoor onder 4.11 en 4.12 genoemde diagnoses van de artsen volgens haar verdenkingen en geen alternatieven verklaringen zijn voor de klachten. Dit geldt ook voor het betoog van [eiseres] dat zij toch geen klachten meer heeft van haar borstomvang. Van [eiseres] had verwacht mogen worden dat zij tenminste nader had onderbouwd waarom zij hiervoor eerder wel een verwijzing naar de chirurg wenste, en nu niet meer. [eiseres] heeft dit alles niet gedaan zodat de rechtbank oordeelt dat zij niet heeft voldaan aan de op haar rustende stelplicht. De door Nh 1816 aangevoerde alternatieve oorzaken zijn voor de rechtbank voldoende om het causaal verband tussen de klachten van [eiseres] en het ongeval afwezig te achten.

De conclusie

4.14.

Omdat [eiseres] tegenover de gemotiveerde betwisting van Nh 1816 onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat een alternatieve verklaring voor haar klachten ontbreekt kan het causaal verband tussen het ongeval en de klachten niet worden aangenomen. De laatste vraag, of de klachten veroorzaakt kunnen zijn door het ongeluk, hoeft daardoor geen beoordeling meer. Dit betekent dat de rechtbank het verzoek van [eiseres] om voor recht te verklaren dat haar gezondheidsklachten en beperkingen, de arbeidsongeschiktheid en daaropvolgende werkloosheid in causaal verband staan tot het haar op 15 november 2019 overkomen verkeersongeval, zal afwijzen.

2.6.

Mr. Oudolf heeft na de deelgeschilbeschikking Westerweel Intermediair (hierna: Westerweel) opdracht gegeven tot het opstellen van een medisch advies over [eiseres] met betrekking tot de gevolgen van het verkeersongeval. Op 21 november 2023 heeft [naam 2] haar medisch rapport naar [eiseres] verstuurd. Dat rapport telt 48 pagina’s.

2.7.

Op 24 november 2023 heeft Westerweel een factuur van € 6.199,13 voor verschotten en het medisch advies van 21 november 2023 aan [eiseres] gestuurd. In de omschrijving van de factuur staat onder meer dat Westerweel 1.215 minuten aan de advisering heeft besteed.

2.8.

Bij brief van 28 november 2023 heeft [eiseres] , via haar advocaat, aan NH1816 verzocht om dit bedrag aan haar te vergoeden. [eiseres] heeft de declaratie op 12 december 2023 betaald via haar gemachtigde, dit met geleend geld.

2.9.

Op 17 januari 2024 heeft de advocaat van NH1816 aan de advocaat van [eiseres] bericht dat een bedrag van € 3.250 redelijk wordt geacht ter vergoeding van de kosten van de medisch adviseur.

2.10.

Op 6 maart 2024 heeft Westerweel een factuur van € 1.457,99 met omschrijving declaratie medische advisering ten behoeve van [eiseres], totaal 6 minuten en medisch advies 2023, totaal 221 minuten en medisch advies 2024 naar de advocaat van [eiseres] verstuurd.

2.11.

Op 15 maart 2024 heeft NH1816 € 3.250 overgemaakt aan [eiseres] .

2.12.

Op 6 juni 2024 heeft Westerweel een factuur van € 389,06 met omschrijving declaratie medische advisering ten behoeve van [eiseres], totaal 47 minuten en medisch advies 2024 naar de advocaat van [eiseres] verstuurd.

3Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert, samengevat en na wijzigingen van eis, dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis NH1816 veroordeelt tot betaling aan haar van € 4.977,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2024 en de kosten van deze procedure.

3.2.

[eiseres] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. NH1816 heeft aansprakelijkheid voor de schade van het ongeval erkend. Na de deelgeschilbeschikking heeft [eiseres] Westerweel opdracht gegeven tot het opstellen van medisch advies. Dat was nodig gegeven het tussen partijen gevoerde debat. Westerweel is hiertoe overgegaan en heeft een drietal facturen aan [eiseres] verstuurd, zijnde een factuur van € 6.199,13, een factuur van € 1.457,99 en een factuur van € 389,06. De kosten van de medisch adviseur zijn redelijke kosten voor de vaststelling van de schade als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 onder b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Daarom dient NH1816 deze kosten aan [eiseres] te vergoeden. Het te vergoeden bedrag is het totaal van de factuurbedragen minus het door NH1816 reeds betaalde bedrag van € 3.250.

3.3.

NH1816 betwist dat zij jegens [eiseres] een betalingsverplichting heeft, omdat de declaraties (facturen) niet de dubbele redelijkheidstoets doorstaan. Het medisch advies van Westerweel is in omvang niet redelijk omdat er in plaats van gerichte vragen één algemene vraag is gesteld. Hierdoor heeft de medisch adviseur meer onderzocht dan nodig was. Het was aan de advocaat van [eiseres] om erop toe te zien dat er niet meer kosten werden gemaakt dan noodzakelijk was, temeer nu [eiseres] eerder een medisch advies had ontvangen van Blanken Medisch Adviseurs . Westerweel heeft 1.215 minuten aan het opstellen van het medisch rapport besteed, maar een urenspecificatie ontbreekt waardoor NH1816 niet kan beoordelen of de gemaakte uren en verrichte werkzaamheden redelijk zijn. Tot slot is het gehanteerde uurtarief bovenmatig en ongebruikelijk. Bij zo’n tarief mocht worden verwacht dat de medisch adviseur efficiënt werkt en minder uren in rekening brengt. NH1816 concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4De beoordeling

4.1.

In deze zaak gaat het om de vraag of NH1816 de facturen van de medisch adviseur Westerweel aan [eiseres] moet vergoeden. Het uitgangspunt is dat een slachtoffer van een ongeval de aansprakelijke partij kan aanspreken tot vergoeding van de gemaakte redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Bepalend voor toewijzing is of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Deze vereist dat de verrichte werkzaamheden in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk waren en dat de omvang van de gemaakte kosten redelijk is.

4.2.

De advocaat van [eiseres] heeft na de deelgeschilbeschikking medisch advies ingewonnen met als toelichting dat hij met dat advies het causaal verband tussen het ongeluk en de klachten van [eiseres] wil aantonen. De deelgeschilrechter heeft hierover al een inhoudelijk oordeel gegeven en geoordeeld dat dat causaal verband afwezig is (zie 2.5). De deelgeschilbeschikking wordt voor de bindende kracht van daarin opgenomen beslissingen over geschilpunten die de materiële rechtsverhouding betreffen, gelijkgesteld met (eind)beslissingen in een tussenvonnis. De advocaat van [eiseres] heeft geen bodemprocedure aanhangig gemaakt en ook niet verzocht om verlof voor het instellen van tussentijds appel tegen de deelgeschilbeslissing. Bij de mondelinge behandeling heeft hij toegelicht dat er inderdaad nog steeds medische informatie ontbreekt, zoals zijn medisch adviseur ook in kaart heeft gebracht, en dat hij bezig is om die op te (laten) vragen. Als het medisch dossier compleet is, moet er in zijn visie naar alle waarschijnlijkheid een onafhankelijk medisch deskundige worden benoemd.

4.3.

NH1816 heeft toegelicht dat zij [eiseres] (nog steeds) in de gelegenheid wil stellen om het medisch dossier te complementeren (in het bijzonder met het volledige huisartsenjournaal van voor het ongeval) en dat zij het redelijk acht dat [eiseres] na de deelgeschilbeschikking medisch advies heeft ingewonnen om te onderbouwen dat de door NH1816 genoemde alternatieve oorzaken níet het letsel hebben veroorzaakt. NH1816 beoogt een pragmatische oplossing van het geschil.

4.4.

De kantonrechter stelt vast dat mr. Oudolf de medisch adviseur heeft verzocht “om in te gaan op de beschikking van de rechtbank en op de adviezen van de medisch adviseur van de wederpartij”, zonder nadere vragen of instructies en zonder vooraf een kosteninschatting te vragen of anderszins controle te houden op de door de medisch adviseur te besteden uren. De medisch adviseur heeft in het advies van 21 november 2023 naar aanleiding van de adviesvraag vermeld dat “dit bijzonder veel punten zijn om op in te gaan”, dat het rapport daarom bij uitzondering een inhoudsopgave bevat, en dat het “start met een algemeen advies, niet specifiek gericht op de punten uit de adviezen van de medisch adviseur van de wederpartij en de rechtbank.” Het advies telt 48 pagina’s, waarvan drieënhalve pagina’s met een opsomming van de informatie die – ook – in de visie van de medisch adviseur – nog steeds – ontbreekt (Par. 6 “Benodigde informatie”). In het advies wordt niet ingegaan op de noodzaak van of suggesties voor een eventueel deskundigenonderzoek. Of dat in nadien kennelijk verstrekte adviezen wel is gebeurd, kan de kantonrechter niet vaststellen, want zulke adviezen zijn niet overgelegd, enkel de daaraan verbonden facturen (zie 2.10 en 2.12). Ook bleek bij de mondelinge behandeling dat de door de medisch adviseur opgevraagde en kennelijk ontvangen medische informatie (zoals vermeld in de specificaties bij de facturen) nog niet met NH1816 is gedeeld.

4.5.

De kantonrechter is van oordeel dat het gevraagde medisch advies veel uitgebreider is geweest dan, gelet op de inhoud van de deelgeschilbeschikking en bij de stand van zaken in het schadeafwikkelingstraject met de verzekeraar, noodzakelijk en gerechtvaardigd was. In ieder geval is er geen feitelijke basis om te concluderen dat NH1816 verplicht is tot vergoeding van een hoger bedrag aan kosten voor medisch advies dan zij al aan [eiseres] heeft voldaan. De extra door [eiseres] gemaakte kosten kunnen de dubbele redelijkheidstoets niet doorstaan. ECLI:NL:RBAMS:2024:7006