Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 010316 kosten gevorderd obv 26,5 uur, toegewezen obv 17,5 x € 260,- + 6% + 21% + griffierecht, totaal € 6.146,83

Hof Arnhem-Leeuwarden 010316 deelgeschil tijdens hoger beroep; delay bij doorverwijzing door oogarts; ontnomen kans op behoud zicht aan beide ogen is 99%;
- kosten gevorderd obv 26,5 uur, toegewezen obv 17,5 x € 260,- + 6% + 21% + griffierecht, totaal € 6.146,83

4.13

Dan resteert nog het verzoek om de kosten van deze deelgeschilprocedure te begroten (sub c, zie rov. 4.2). [verzoeker] , althans zijn advocaat, heeft de navolgende onderbouwing gegeven (beroepschrift sub 9 en productie 20). Met de behandeling van dit deelgeschil (bestudering stukken, bespreking en opmaken beroepschrift) is 17,5 uur gemoeid geweest. Daarbij dient te worden opgeteld 9 uren voor bestuderingen bespreking verweerschrift, de (voorbereiding) mondelinge behandeling en het bestuderen van de onderhavige beschikking. Het uurtarief bedraagt € 260,- excl. 21% btw en excl. 6% kantoorkosten. In totaal gaat het om een bedrag van € 8.837,-. [verweerder] en Aegon hebben gemotiveerd verweer gevoerd.

4.14
Het hof oordeelt als volgt. De door de rechter te begroten kosten van deze deelgeschilprocedure geschiedt met inachtneming van de “dubbele redelijkheidstoets” als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW juncto artikel 1019aa Rv. Dat betekent dat het redelijk moet zijn dat deze kosten zijn gemaakt en dat de hoogte van de kosten ook redelijk is. De advocaat van [verzoeker] is vanaf de start van de bodemprocedure (in 2008) betrokken geweest bij deze zaak en hij is eveneens intensief betrokken geweest bij de buitengerechtelijke, minnelijke afdoening in de periode 2011-2015. In die zin zijn de geclaimde uren voor het maken en bespreken van het verzoekschrift, waarvan het hof aanneemt dat deze uren zijn verantwoord onder “processtukken” (afgerond ongeveer 15 uur). Naar het oordeel van het hof is het aantal bestede uren aan het opstellen van het verzoekschrift, dat voortbouwt op de bodemprocedure in eerste aanleg en in hoger beroep, zo hoog dat dit aantal uren niet de redelijkheidstoets (qua omvang) kan doorstaan. Het hof zal naar alle redelijkheid het aantal uren bijstellen op 6 uren voor “processtukken”, zodat het aantal uren neerkomt op 8,5 uur (in plaats van 17,5 uur) in het kader van de voorbereiding verzoekschrift. Tegen de verantwoording van de overige 9 uren heeft het hof geen bedenkingen; dit aantal uren kan de dubbele redelijkheidstoets doorstaan. Dit betekent dat voor vergoeding in aanmerking komt 17,5 uur tegen het tarief van € 260,- excl. 6% kantoorkosten en 21% btw, in totaal derhalve € 5.835,83. Voorts komt voor vergoeding in aanmerking het door [verzoeker] betaalde griffierecht ad € 311,-. ECLI:NL:GHARL:2016:2005