Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 031013 kosten; uren pleitnota gematigd van 7 tot 3,5 uur, toegewezen EUR 8 uur x 204,00 + kosten voorafgaand aan deelgeschil

Rb Amsterdam 031013 oogletsel door golfbal; onrechtmatig wegens schending veiligheidsnormen golfsport; geen eigen schuld;
- kosten; uren pleitnota gematigd van 7 tot 3,5 uur, toegewezen EUR 8 uur x 204,00 + kosten voorafgaand aan deelgeschil

Kosten deelgeschil

4.18.
[verzoeker 1] verzoekt om begroting door de rechtbank van de kosten van rechtsbijstand ten behoeve van deze deelgeschilprocedure op de voet van artikel 1019aa lid 1 Rv en artikel 6:96 lid 2 sub c BW en veroordeling van [verweerders] in die kosten. [verzoeker 1] begroot zijn kosten, uitgaande van de als productie 8 bij verzoekschrift overgelegde specificatie en het daarin vermelde uurtarief van EUR 204,00, op EUR 3.065,10, te vermeerderen met het griffierecht en de nog te maken kosten in verband met de mondelinge behandeling, daaronder begrepen de daarmee gemoeide reistijd (2 uur), de voorbereiding van de mondelinge behandeling (1 uur) en het opstellen van de pleitnota (7 uur), tegen voornoemd uurtarief.

4.19.
[verweerders] voert primair aan dat zij niet aansprakelijk is voor het ongeval en derhalve ook niet gehouden is de kosten van [verzoeker 1] te vergoeden. Subsidiair maakt [verweerders] geen bezwaar tegen de door [verzoeker 1] verzochte veroordeling in de kosten van het deelgeschil, mits die kosten voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets. [verweerders] betwist de omvang en redelijkheid van de kosten die [verzoeker 1] heeft gemaakt na het uitbrengen van het verzoekschrift en meent dat de redelijkheid van het aantal gemaakte uren op basis van de voorliggende stukken moeilijk is in te schatten. Derhalve meent [verweerders] dat [verzoeker 1] aan de hand van een gespecificeerde nota de kosten over de periode van december 2012 tot aan heden alsnog dient te onderbouwen, waarna [verweerders] daarop zal kunnen reageren.

4.20.
De rechtbank overweegt dat op de voet van artikel 1019aa Rv in beginsel begroting dient plaats te vinden van de kosten die [verzoeker 1] heeft gemaakt in het kader van de deelgeschilprocedure. Daarbij dient de rechter de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets te hanteren: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvan is gelet op het voorgaande echter geen sprake. De rechtbank zal derhalve overgaan tot begroting van de kosten van de behandeling van het verzoek op de voet van artikel 1019aa Rv en ziet geen aanleiding om partijen de gelegenheid te geven zich dienaangaande nogmaals uit te laten.

4.21.
[verweerders] heeft geen bezwaar gemaakt tegen het door mr. Wegerif gehanteerde uurtarief van EUR 204,00, zodat de rechtbank daar vanuit zal gaan. Evenmin heeft [verweerders] bezwaar gemaakt tegen de blijkens productie 8 bij verzoekschrift tot het moment van het indienen van het verzoekschrift gemaakte kosten van EUR 3.065,10. De rechtbank begrijpt dat de bezwaren van [verweerders] zich richten op de omvang van de nadien gemaakte uren. De rechtbank overweegt dat de mondelinge behandeling 1,5 uur in beslag heeft genomen. Nu mr. Wegerif uit Utrecht moest komen, acht de rechtbank de door haar opgevoerde reistijd van 2 uur niet onredelijk. Ook de besteding van 1 uur voor de voorbereiding van de mondelinge behandeling is naar het oordeel van de rechtbank niet bovenmatig. Wel acht de rechtbank de 7 opgevoerde uren voor het opstellen van de pleitnota bovenmatig. Gelet op de betrekkelijke eenvoud van het verzoek, de in de pleitnota opgenomen herhalingen uit het verzoekschrift en het gehanteerde hoge uurtarief van mr. Wegerif, dat impliceert dat zij een ervaren advocaat is, acht de rechtbank dat niet redelijk. De rechtbank zal de aan het opstellen van de pleitnota bestede uren derhalve matigen tot 3,5 uur en het deel van de gemaakte kosten dat in redelijkheid ten laste van [verweerders] dient te komen, begroten op EUR 4.964,10 (EUR 3.065,10 + 8 uur x EUR 204,00), inclusief EUR 267,00 aan griffierecht.

4.22.
Nu de aansprakelijkheid van [verweerder 1] vast staat, zal de rechtbank [verweerders], overeenkomstig het verzoek daartoe van [verzoeker 1], veroordelen tot betaling van de met het deelgeschil gemoeide kosten, zoals hiervoor onder 4.21 door de rechtbank begroot. ECLI:NL:RBAMS:2013:6608