Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 160715 kosten gevorderd en toegewezen € 6.426,87

Rb Amsterdam 160715 PTSS na onterechte vertoning verborgen camerabeelden in Undercover in Nederland; herkenbaar voor naasten; SBS aansprakelijk
- verweer dat ondanks uitspraak in deelgeschil geen VSO tot stand zal komen, wordt verworpen;
- kosten gevorderd en toegewezen € 6.426,87

Kosten

4.17.
[verzoeker] heeft verzocht om SBS c.s. hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van de (buitengerechtelijke) kosten van dit deelgeschil ad € 6.348,87, te vermeerderen met het griffierecht.

4.18.
SBS c.s. heeft aangevoerd dat het zo evident is dat onderhavige zaak zich niet leende voor een deelgeschil, dat de kosten van [verzoeker] niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarnaast heeft zij opgemerkt dat nergens uit blijkt dat [verzoeker] de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en gedragen.

4.19.
Hier geldt het volgende. Uit artikel 1019aa Rv volgt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt, dient te begroten. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Zoals hiervoor is overwogen is daarvan geen sprake. Dit betekent dat zal worden overgegaan tot een begroting van de kosten aan de zijde van [verzoeker]. Daarbij zullen de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Of deze kosten redelijk zijn hangt ervan af of de kosten redelijk zijn gemaakt en of de hoogte van deze kosten redelijk is.

4.20.
De rechtbank is van oordeel dat de kosten in redelijkheid zijn gemaakt. Immers, deze zijn gemaakt om een tussen partijen gerezen geschilpunt te laten beslechten opdat partijen buitengerechtelijk tot een vergelijk kunnen komen.

4.21.
SBS c.s. heeft niet betwist dat de hoogte van de door [verzoeker] opgevoerde kosten redelijk is. Ook de rechtbank acht de hoogte van de kosten redelijk. Het verweer dat niet is gebleken dat [verzoeker] de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en gedragen wordt als onvoldoende onderbouwd verworpen. Indien SBS c.s. met haar stelling doelt op het feit dat [verzoeker] met een toevoeging procedeert, geldt dat de rechtszoekende niet gehouden is van een eenmaal verleende toevoeging gebruik te maken (HR 20 februari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2592).

4.22.
De rechtbank zal SBS c.s. hoofdelijk veroordelen in de kosten in en buiten rechte van deze deelgeschilprocedure, welke kosten, aan de zijde van [verzoeker] gemaakt, begroot worden op een bedrag van € 6.426,87 (€ 6.348,87 aan salaris advocaat + € 78,00 griffierecht).ECLI:NL:RBAMS:2015:4446