Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 230714 kosten gevorderd obv 20:15 uur x € 250, totaal € 5.062,--; vanaf opstellen verzoekschrift 16 uur; begroot incl griffierecht € 4.282,--

Rb Den Haag 230714 hersenschudding na door touringcar te hard genomen drempel; nadere bewijslevering nodig; verzoek afgewezen;
- kosten gevorderd obv 20:15 uur x € 250, totaal
 € 5.062,--; vanaf opstellen verzoekschrift 16 uur; begroot incl griffierecht € 4.282,--

Kosten deelgeschil

4.6.
Ingevolge artikel 1019aa lid 1 Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking worden genomen. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn.

4.7.
Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat voor begroting van de kosten ook plaats is in geval van afwijzing van het verzoek. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat van deze laatste situatie in dit geval geen sprake is, nu het [verzoeker] niet al op voorhand duidelijk had moeten zijn dat het verzoek niet zou slagen. Hierbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat vóór indiening van het verzoek bij [verzoeker] nog geen althans onvoldoende inhoudelijk verweer van verweersters bekend was. De rechtbank acht het derhalve redelijk dat de met de onderhavige procedure gemoeide kosten zijn gemaakt. Gelet hierop zal de rechtbank overgaan tot begroting van de kosten.

4.8.
Mr. Dessaur stelt, onder verwijzing naar de als productie 12 overgelegde specificatie, dat hij tot aan de mondelinge behandeling een bedrag van € 5.062,-- aan kosten heeft gemaakt. Daarbij is hij uitgegaan van 1215 minuten en een uurtarief van € 250,--. Voor het bijwonen van de zitting is een PM-post opgenomen.

4.9.
De rechtbank stelt voorop dat zij het door mr. Dessaur gehanteerde uurtarief redelijk acht. Met betrekking tot de opgevoerde tijdsbesteding overweegt de rechtbank als volgt. Uit de overgelegde specificatie volgt dat mr. Dessaur 455 minuten heeft besteed aan buitengerechtelijke werkzaamheden voorafgaand aan de onderhavige procedure. De hieraan verbonden kosten dienen naar het oordeel van de rechtbank buiten beschouwing te worden gelaten bij de begroting in het kader van artikel 1019aa Rv. De rechtbank zal derhalve alleen de werkzaamheden in aanmerking nemen die direct verband houden met de gevoerde procedure. Over de periode vanaf het opstellen van het verzoekschrift tot de behandeling ter zitting houdt de rechtbank, conform de specificatie van mr. Dessaur, rekening met een tijdsbesteding van 760 minuten. Voorts gaat de rechtbank voor de aan de mondelinge behandeling bestede tijd (inclusief reistijd) in redelijkheid uit van 200 minuten. De rechtbank stelt de totale tijdsbesteding derhalve op 960 minuten, oftewel 16 uur.

4.10.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank de kosten begroten op een bedrag van € 4.000,-- (16 uur x € 250,--). Deze kosten zullen worden vermeerderd met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 282,--, zodat het totaal uitkomt op een bedrag van € 4.282,--.

4.11.
Nu de aansprakelijkheid van Bovo voor de door [verzoeker] geleden schade als gevolg van het door hem gestelde ongeval niet vast staat, zal de verzochte veroordeling van Nationale-Nederlanden in de kosten van dit deelgeschil worden afgewezen. Het begrote bedrag is uitsluitend verschuldigd indien de aansprakelijkheid van Bovo alsnog (in rechte) komt vast te staan. ECLI:NL:RBDHA:2014:11111