Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Limburg 091215 kosten gevorderd en toegewezen obv 22 uur x € 295,00 + btw + griffierecht

Rb Limburg 091215 whiplash; niet-valide npo; klachtenpatroon plausibel; causaal verband aangenomen, predispositie staat niet aan toerekening in de weg; FML UWV leidend voor aard en omvang beperkingen
- kosten gevorderd en toegewezen obv 22 uur x € 295,00 + btw + griffierecht

4.12.

Ten aanzien van de proceskosten overweegt de rechtbank als volgt. [verzoekster] stelt in totaal een bedrag van € 6.879,40 aan advocaatkosten te hebben gemaakt, inclusief 6 % kantoorkosten en exclusief btw en griffierecht. Daarbij is uitgegaan van 22 uren met een uurtarief van € 295,00. Allianz stelt dat er geen plaats bestaat voor begroting van en veroordeling in de proceskosten, aangezien het deelgeschil onnodig is ingesteld. Daarnaast stelt Allianz dat het door de advocaat van [verzoekster] gehandhaafde uurtarief onredelijk is en stelt een uurtarief van € 235,00 voor.

4.12.1.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 1019aa Rv in beginsel begroting dient plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 6:96 BW gehanteerd te worden. Voor die begroting komen in beginsel uitsluitend de kosten in aanmerking die direct verband houden met de gevoerde deelgeschilprocedure. Dit wil zeggen dat de werkzaamheden vanaf het opmaken van het verzoekschrift tot en met de behandeling ter zitting meegenomen worden. Ook kunnen enkele voorwerkzaamheden, zoals bespreking met de cliënt en dergelijke, begroot worden.

4.12.2.
Gelet op het feit dat de door [verzoekster] gevorderde verklaring voor recht wordt toegewezen, kan niet met succes gesteld worden dat dit deelgeschil onnodig en onterecht aanhangig is gemaakt. Voor wat betreft de opgevoerde kosten, stelt de rechtbank vast dat [verzoekster] ter onderbouwing van de werkzaamheden een urenstaat heeft overgelegd van haar advocaat, die als zodanig door Allianz niet is betwist. De rechtbank komt een totale besteding van 22 uur in een dossier als het onderhavige niet onredelijk voor. Voor wat betreft het opgevoerde uurtarief is tijdens de mondelinge behandeling nog gewezen op een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 25 juli 2013 (ECLI:NL:RBGEL:2013:5559) waarbij ten aanzien van de advocaat van [verzoekster] het uurtarief van € 295,00, vanwege zijn specialisatie in letselschade, niet onredelijk werd geacht. Nu Allianz daartegen geen gemotiveerd verweer meer heeft gevoerd en de rechtbank ook anderszins geen aanleiding ziet om daar anders over te oordelen, neemt de rechtbank het voornoemde oordeel van de rechtbank Gelderland dienaangaande over.

4.12.3.
De rechtbank begroot de kosten aan de zijde van [verzoekster] thans derhalve op € 6.879,40, bestaande uit salaris advocaat en kantoorkosten, te vermeerderen met btw en € 285,00 aan griffierecht. Nu de aansprakelijkheid van Allianz voorts niet ter discussie staat, zal Allianz tevens worden veroordeeld tot betaling van voornoemde kosten. ECLI:NL:RBLIM:2015:10244