Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Noord-Holland 221217 aantal uren met 3 uur gematigd; 5% kantoorkosten gehandhaafd; kosten begroot op € 7.082,55 + griffierecht

Rb Noord-Holland 221217 val van trap; aansprakelijkheid verhuurder bedrijfsunit; geen verband tussen val van trap en ontbreken deel van leuning;
- aantal uren met 3 uur gematigd; 5% kantoorkosten gehandhaafd; kosten begroot op € 7.082,55 + griffierecht

De kosten

4.8.
[verzoekster] heeft de rechtbank verzocht de kosten van deze procedure, na vermindering met één uur reistijd, te begroten op in totaal (inclusief twee nota’s van buitengerechtelijk gemaakte kosten van € 1.270,- en € 952,88) € 7.926,43.

4.9.
Ook als een verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, dient de rechtbank de kosten te begroten. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Dat is niet het geval. Het was heel goed denkbaar dat tijdens, door of na behandeling van dit geschil voor de deelgeschilrechter partijen tot een definitieve overeenstemming zouden komen. Daartoe zijn tijdens de zitting ook aanzetten gedaan. Het was daarom redelijk om dit deelgeschil te starten en de kosten van verzoekster zullen daarom worden begroot.

4.10.
Verweersters hebben bezwaar gemaakt tegen de kostenbegroting. Zij vinden het aantal van 11,5 uur aan werkzaamheden na het indienen van het verzoekschrift teveel. Twee uur reistijd is teveel, 4 uur zitting is teveel en 4,5 uur aan correspondentie, telefoon en overleg wordt als onvoldoende gefundeerd betwist. Maximaal 1,5 uur voor de laatste post wordt redelijk geacht. Ook hebben zij bezwaar gemaakt tegen de kantoorkosten. Deze mogen bij een uurtarief van 235,- euro inbegrepen worden geacht.

4.11.
[verzoekster] heeft ter zitting de verzochte vergoeding voor vier uur voor de zitting nader gespecificeerd en gesteld dat dit aantal uren ook het schrijven van een pleitnota omvat. Nu deze werkzaamheden niet bij de overige kosten zijn inbegrepen kan het aantal van vier uur, hoewel een schriftelijke specificatie ontbreekt, de dubbele redelijkheidstoets doorstaan.

Over de verzochte vergoeding voor 4,5 uur aan correspondentie en dergelijke heeft [verzoekster] ter zitting meegedeeld dat dit aantal is genoteerd voor werkzaamheden die na de zitting nog verricht zullen moeten worden. De rechtbank acht deze in de toekomst gelegen werkzaamheden onvoldoende concreet onderbouwd en zal het verzochte aantal uren van 4,5 conform het verweer matigen tot 1,5. Dat betekent dat het aantal uren van 11,5 naar 7,5 uur wordt gematigd. Dat betekent dat de verzochte vergoeding ad € 3.376,78 zal worden gematigd naar € 1.762,5, te vermeerderen met 5% kantoorkosten en BTW. Hierbij komt een bedrag van € 1.270,- + € 952,88 + € 2.620,41 = € 7.082,55.

4.12.
De rechtbank is zich ervan bewust dat het toewijzen van kantoorkosten in deelgeschilprocedures aan discussie onderhevig is. Echter, om in te grijpen in de wijze van declareren is het enkele argument, dat het in rekening brengen van deze kosten niet meer gebruikelijk is, onvoldoende steekhoudend. Gelet op het acceptabele uurtarief voor een letselschadespecialist ziet de rechtbank in deze procedure onvoldoende aanleiding om de kantoorkosten in dit uurtarief inbegrepen te achten en deze niet bij de begroting te betrekken.

4.13.
Omdat in deze deelgeschilprocedure de aansprakelijkheid niet is vastgesteld, is er geen grond voor een veroordeling tot betaling van de begrote kosten, zodat het verzoek daartoe zal worden afgewezen. ECLI:NL:RBNHO:2017:11387