Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 270214 kosten gevorderd en toegewezen 13,2 uur x € 230,- + 5% + 21% + griffierecht, totaal € 4.131,24

Rb Oost-Brabant 270214 knieletsel door trap paard op manege; geen bedrijfsmatig gebruik paard door manege; bezitter aansprakelijk;
- kosten gevorderd en toegewezen 13,2 uur x € 230,- + 5% + 21% + griffierecht, totaal € 4.131,24

Kosten deelgeschil

5.15.
[X] verzoek de rechtbank om de kosten van het deelgeschil op de voet van artikel 1019aa lid 1 Rv te begroten op het bedrag van € 4.131,24, met veroordeling van [Y] tot vergoeding van deze kosten binnen veertien dagen na de eindbeschikking.

5.16.
Dit bedrag is onderbouwd door overlegging van het volgende urenoverzicht,
21 februari 2013 studie dossier 2,00 uur
6 maart 2013 opstellen verzoekschrift 3,00 uur
19 april 2013 gesprek cliënt 1,42 uur
28 november 2013 voor- en nabespreking zitting 1,00 uur
28 november 2013 reistijd ivm zitting 2,00 uur
28 november 2013 bijwonen zitting 1,30 uur
28 november 2013 opstellen pleitnota 2,00 uur +
Totaal 12,12 uur

5.17.
Door hantering van een uurtarief van € 230,00 (excl. 5% kantoorkosten en 21% btw) en rekening houdend met het verschuldigde griffierecht ad € 274,00 komt de raadsman van [X] op een totaalbedrag van € 4.131,24.

5.18.
[Y] maakt bezwaar tegen dit verzoek, primair omdat zij van mening is dat de zaak zich niet leent voor behandeling in deelgeschil en dus onterecht is ingesteld, subsidiair omdat zij niet aansprakelijk is voor de schade voortvloeiend uit het ongeval, en meer subsidiair omdat volgens haar niet is voldaan aan de zogenoemde ‘dubbele redelijkheidstoets’ van artikel 6:96 lid 2 BW.

5.19.
De rechtbank overweegt als volgt. Het primaire verweer van [Y] faalt, nu de rechtbank hiervoor reeds heeft geoordeeld dat het verzoek, mits beperkt opgevat, zich wel degelijk leent voor behandeling in deelgeschil. Ook het subsidiaire verweer van [Y] faalt, nu op grond van het voorgaande vaststaat dat [Y] als bezitter van [L] aansprakelijk is voor de door [X] geleden schade. Verder heeft [Y] weliswaar betwist dat is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets, maar zij heeft die betwisting niet concreet gemaakt. Het verweer van [Y] faalt derhalve. Ook overigens ziet de rechtbank geen grond om de kosten van het deelgeschil op een lager bedrag te begroten dan het door [X] verzochte bedrag van € 4.131,24. Nu de aansprakelijkheid van [Y] vaststaat, zal het verzoek van [X] om [Y] in deze kosten van het deelgeschil te veroordelen, worden toegewezen. ECLI:NL:RBOBR:2014:868